Zelfs de politie waagde zich niet in de Bruinistenkerk
Op een van de meest ongure plekken in de oude binnenstad stond een duistere huurkazerne waar zelfs de politie zich niet in waagde: de Bruinistenkerk.
In het sfeervolle boek De Jordaan van Israel Querido uit 1914 schildert de schrijver in ronkend proza een mysterieus gebouw in de binnenstad, dat hij ‘De Turksche Wacht’ noemt, ‘het meest gevaarlijke en beruchte lok- en roofhol der ronddazende straatprostitueé’s uit den ganschen omtrek van Zeedijk, Warmoesstraat, Nieuwmarkt-sloppen en smerige achterbuurten’. Het gebouw is nog huiveringwekkender dan de boeven die er rondsluipen, ‘in zijn geheimzinnige somberte, beklemd tusschen twee stikdonkere, bijna geheel onbewoonde sloppen, op zichzelve weer een dwarsgang vormende naar andere spleten en kronkelende inhammen’.
Het blijkt dat Querido een werkelijk bestaand gebouw op het oog had. Zijn ‘Turksche Wacht’ is ‘een geheel ingebouwde en verweerde oude kerk, uit de zestiende eeuw, vermolmd overblijfsel van een luguber puriteinsch bidhuis, melaatsch gegrauwd in zijn afgebrokkelde muren, scheefgezakte stutbalken en geroeste raamtralies’.
Dat merkwaardige gebouw bestond dus echt, en heeft gestaan aan het eind van de nu verdwenen Bruinistengang, die leidde van de Barndesteeg naar de Huidenvettersloot. Het was ook echt een kerk, een ‘puriteinsch bidhuis’ en werd gebruikt door een groep Engelse protestanten, die naar hun voorman Robert Browne ‘Brownists’ werden genoemd, ‘Bruinisten’ in het Nederlands.
Mayflower
Onder de regering van koningin Elizabeth I was Engeland in de 16de eeuw een protestantse natie geworden, maar de officiële Anglicaanse kerk had veel van het karakter van de katholieke eredienst behouden. De meer rechtlijnige gereformeerden – ‘dissenters’ of ‘puriteinen’ – verzetten zich tegen dat ‘paapse’ karakter en stichtten eigen kerken en scholen, wat weer tot nieuwe vervolgingen leidde.
Robert Browne vertrok daarom in 1581 met Robert Harrison en een groep gemeenteleden naar Middelburg. Browne zou zelf in 1583 terugkeren naar Engeland, maar in de daaropvolgende jaren maakten veel ‘Brownisten’ de oversteek naar Nederland, onder wie de predikant Henry Ainsworth. Hij stichtte in 1593 een kerkje in Amsterdam, in de Engelse Pelgrimsteeg bij de Bakkerstraat. Zijn aanhangers bouwden in 1606 uit eigen middelen een grotere kerk aan de Lange Houtstraat op Vlooijenburg.
Twee andere dissenters, William Brewster en John Robinson, die eerder met Browne in Lincolnshire een kerk waren begonnen, belandden met hun volgelingen in 1609 in Leiden, waar nog honderd leden uit Engeland zich bij hen zouden voegen. Via zijn eigen drukkerij publiceerde Brewster daar negentien boeken, die in Engeland illegaal werden verspreid. Toen het Twaalfjarig Bestand in 1621 op zijn einde liep nam bij de groep de angst toe om ingelijfd te worden in het leger van de Republiek. Dat strookte niet met het geweldloos karakter van hun geloof. Op 17 juli 1620 vertrokken zij daarom vanuit Delfshaven met de Speedwell naar Southampton, waar het grotere schip Mayflower wachtte. De passagiers arriveerden uiteindelijk in Cape Cod, Massachusetts, en zijn de geschiedenis ingegaan als de Pilgrim Fathers.
Verder lezen? Dit artikel verschijnt in het komende nummer van Ons Amsterdam. U kunt zich nog abonneren tot vrijdag 7 april 23:59.

Ontdek Ons Amsterdam
Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?
Abonneer jeHeader: Zij- en achtergevel van de Bruinistenkerk aan de Barndesteeg. Tekening van Herman Misset uit 1904. Stadsarchief Amsterdam
Delen: