Westeinde 2/Weteringschans 140-A: De lange arm van Stalin, 10 juni 1937

Café-restaurant A.P. Scheltema op de hoek van het Westeinde en de Weteringschans was een vooral door zakenmensen bezocht etablissement. Een onverdachte plek voor de ontmoeting op 10 juni 1937 tussen een Russische topspion die bekend stond als Ignace Reiss en de Nederlandse revolutionairsocialistische politicus Henk Sneevliet, die niets van Stalin moest hebben. Reiss vertrouwde in het café aan Sneevliet toe dat hij wilde breken met het Sovjetregime en vroeg diens hulp. Hij zette zijn leven op het spel met zijn breuk met Moskou en kon dus wel wat steun gebruiken. Op 5 september 1937 werd hij in de buurt van het Zwitserse Lausanne vermoord. Wat was er misgegaan?

De revolutionaire socialist Henk Sneevliet (Rotterdam, 1883) woonde sinds 1924 op de Overtoom (nr. 468-II), vlak bij de Pieter Langendijkstraat. Hij was voor de Eerste Wereldoorlog onder andere vakbondsbestuurder geweest van de Nederlandsche Vereeniging van Spoor-en Tramwegpersoneel. Eerst in Nederland, daarna in Indië, tot hij door het gouvernement in Batavia het land werd uitgezet omdat hij de Russische Revolutie toejuichte. Sneevliet stond aan de wieg van de Partai Komunis Indonesia. Hij woonde namens deze partij in 1920 het congres van de Komintern bij, won toen het vertrouwen van Lenin en werd naar China gestuurd, waar hij een rol speelde in de oprichting van de Chinese Communistische Partij. Ma-lin noemden de Chinezen hem, een verbastering van zijn schuilnaam Maring. Terug in Nederland werd hij voorzitter van de linkse vakcentrale NAS. De machtsgreep van Jozef Stalin en de uitschakeling van diens rivaal Leon Trotski brachten hem ertoe te breken met Moskou. Hij werd leider van een links-radicale partij, waarvoor hij in de Tweede Kamer kwam. Toen Ignace Reiss zijn hulp inriep, had hij net een verkiezingsnederlaag geleden en was hij zijn zetel kwijtgeraakt.
Reiss zag in Sneevliet een geestverwant: iemand die geloofde in de idealen van de Russische Revolutie, maar inzag dat Stalin met zijn schrikbewind die idealen verkwanselde. Ook beschikte de Nederlander over een uitgebreid internationaal netwerk en dat zou hem (Reiss) goed van pas kunnen komen. Hij was geboren als Ignace Poretsky in het oosten van het toenmalige Polen (nu Oekraïne), maar opereerde als spion onder verschillende namen. Amsterdam was in 1928/1929 zijn uitvalsbasis en daar stond hij bekend als Ignace Ludwig of Ludwik. Een charmante man, die als kunstliefhebber weinig moeite had om bevriend te raken met linkse kunstenaars, zoals met stadsbeeldhouwer Hildo Krop. Als dekmantel had hij zich ingekocht in een winkel in kantoorartikelen en speelgoed in de Warmoesstraat (nr. 74), waar een partijgenoot van Sneevliet, Sjef Swart, bedrijfsleider werd. Ook met Sneevliet raakte 'Ludwig' bevriend, maar die vriendschap bekoelde toen Swart er met de vrouw van Sneevliet vandoor ging (naar de Sovjet-Unie).

 

Loetje
Bij de ontmoeting op 10 juni 1937 in café-restaurant A.P. Scheltema op het Westeinde kostte het Reiss moeite om het vertrouwen van Sneevliet te herwinnen. Een dag later werd het gesprek voortgezet. De showprocessen die Stalin regisseerde om zich te ontdoen van de kopstukken uit het begin van de revolutie, waren voor Reiss het breekpunt om zich nog langer in te zetten voor het Russische regime. Kort ervoor was de top van het Rode Leger letterlijk onthoofd: acht maarschalken waren ter dood veroordeeld. Hij had bewijzen dat Stalin het op een akkoordje met Hitler wilde gooien, terwijl hijzelf als meesterspion al zijn energie inzette om illegaal wapens naar Spanje te sluizen in de strijd tegen Franco en om communisten die in Duitsland gevaar liepen hun land uit te krijgen. Sneevliet zegde zijn hulp toe, op voorwaarde dat Reiss zijn breuk wereldkundig zou maken.
Voordat Reiss naar Parijs vertrok, bezocht hij nog wat Nederlandse kennissen. Sommigen hadden hem hand- en spandiensten verleend, zoals het verbergen van valse paspoorten en geld. Hildo Krops atelier op de Plantage Muidergracht was daar ideaal voor. Echt spionagewerk verrichtte de schilder Han Pieck, de weinig productieve tweelingbroer van de succesvolle tekenaar Anton Pieck. Han Pieck was inrichter van de Nederlandse inzendingen op jaarbeurzen en bereisde heel Europa. Met een diplomatieke pas op zak was hij een ideale koerier voor de Russische geheime dienst (GPOe). Zijn belangrijkste wapenfeit was dat hij op slinkse wijze de Spaanse republikeinse regering aan oorlogsvliegtuigen wist te helpen. Ook slaagde hij erin een ambtenaar van het Britse Foreign Office over te halen om geheime informatie over te briefen aan Reiss. Het echtpaar Pieck noemde Reiss/Ludwig/Ludwik vertrouwelijk 'Loetje', vertelde Han Piecks weduwe Bernie aan Igor Cornelissen. De oud-journalist van Vrij Nederland publiceerde in 1989 het spannende boek De GPOe op de Overtoom, een belangrijke informatiebron voor dit artikel.

 

Afscheidsbrief
Een maand na het treffen in Scheltema verbleven twee medewerkers van de GPOe (een Rus en een Fransman) in Amsterdam om uit te zoeken met welke spion Sneevliet contact had gehad. Ze deden onder andere een poging tot inbraak bij hem thuis op de Overtoom, maar vertrokken onverrichter zake naar Parijs. Onbekend is wie de Sovjetambassade in Parijs had ingelicht over de ontmoeting op het Westeinde. Duidelijk is wel dat er meteen alarm was geslagen in Moskou. Een agent met de naam Spiegelglas – striptekenaar Hergé van Kuifje had de bedenker kunnen zijn – moest de zaak coördineren.
Op 17 juli gaf Reiss zijn afscheidsbrief – én een ooit ontvangen hoge onderscheiding – af bij de Parijse ambassade. Zijn verwachting werd beschaamd dat de brief ongeopend naar Stalin doorgestuurd zou worden. Een bevriende spion waarschuwde hem (deze Walter Krivitsky liep later ook over en moest dat eveneens met de dood bekopen). Hij dook onder. Een kopie van de afscheidsbrief had hij aan Sneevliet gestuurd, evenals aan enkele vertrouwelingen. Sneevliet bezocht een week later de naar Parijs uitgeweken zoon van Trotski, Leon Sedov, maar vertelde hem niet wie de 'afvallige' was. Hij vertrouwde Sedovs secretaris niet.
Uiteindelijk was het een van Reiss' vertrouwelingen die de afscheidsbrief had gekregen, Gertrude Steinbach, die hem in de val lokte, waarna twee Moskou getrouwe spionnen hem doodschoten. De auto waarin hij ontvoerd werd, was gehuurd door de vriendin van Sedovs secretaris. Sneevliets wantrouwen was terecht geweest. Na de moord op Reiss werden zijn weduwe Elsa Poretsky en hun twaalfjarige zoon opgevangen op de Overtoom. De latere schrijver Sal Santen, die een verhouding had gekregen met Sneevliets stiefdochter Bep Blaauw, moest die twee bewaken. Hij werd voorzien van een revolver, maar durfde niet te vertellen dat hij nog nooit zo'n ding in handen had gehad.


A.P. SCHELTEMA
Café A.P. Scheltema, waar dit drama begon, bestond van 1930 tot 1959 en werd beheerd door de zoon en later door de kleinzoon van A.P. (Ab) Scheltema. Ab sr. had vanaf 1879 een horeca-imperium opgebouwd, dat in de jaren dertig vier café's, een hotel en een bierbottelarij annex wijnhandel omvatte. Hij begon in een van de kleine huisjes naast de Nieuwe Kerk en verhuisde naar een pand naast het Handelsbladgebouw op de Nieuwezijds Voorburgwal toen die in 1908 werden afgebroken: het fameuze etablissement Scheltema, trefpunt van journalisten. Het café van Ab jr. op het Westeinde werd niet bevolkt door nieuwsgierig journaille en leende zich dus beter voor een geheime ontmoeting.

 

Collectie: Stadsarchief Amsterdam

 

Marius van Melle & Niels Wisman

Februari 2017

Ontdek Ons Amsterdam

Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?

Abonneer je Arrow right Geef cadeau Arrow right
Delen:

Buurten:
Centrum
Dossiers:
Politiek
Editie:
Februari
Jaargang:
2017 69
Rubriek:
Hier gebeurde het
Tijdperk:
1900-1950