Schuchter uit de kast op de Keizersgracht

Zoos voor jongeren die ‘zo’ zijn

Op Keizersgracht 717 werd 40 jaar geleden geschiedenis geschreven. Vanaf september 1967 was de benedenetage elke zondagavond een toevluchtsoord voor homojongeren. “Zou ik het mijn ouders vertellen, dan slaat mijn vader mij zeker het huis uit,” aldus een bezoeker. In de bestaande homobars mochten minderjarigen niet naar binnen.
 

Op zondag 24 september 1967 gaat op Keizersgracht 717 de eerste sociëteit voor minderjarige homofielen van start. Zoos luidt de naam, een soos voor jongeren die ‘zo’ zijn. Zoos is elke zondagavond geopend van 8 tot 11 uur. De toegangsprijs is twee kwartjes, alcohol wordt niet geschonken. De minimumleeftijd voor de bezoekers is zestien jaar en heterojongeren zijn ook welkom. Aanvankelijk bezoeken zo’n 50 jongeren per avond de homosociëteit, maar na een paar jaar is dat aantal verdrievoudigd.
De jaren zestig mogen dan het decennium zijn van de seksuele revolutie, uit de kast komen als homoseksueel vergt in deze jaren nog heel wat moed. Op 30 december 1964 interviewt het VARA-programma Achter het Nieuws twee homostellen, die met hun rug naar de kijker zitten. De twee mannen en twee vrouwen blijven liever anoniem, maar in dezelfde uitzending verschijnt de bekende ontwerper Benno Premsela wél als eerste homoseksueel openlijk op de tv. Het ijs is gebroken. Aanleiding voor de uitzending is de oprichting van de stichting Dialoog, een centrum voor voorlichting over homoseksualiteit. Het COC is daar de initiatiefnemer van. Sinds Premsela in 1962 voorzitter van het COC werd, treedt de homogezelligheidsvereniging meer in de openbaarheid en krijgt ze allengs een politieker karakter. Sommige homo’s zijn niet blij met de nieuwe koers en zeggen hun lidmaatschap op. Eén lid laat het COC weten: “Dit is heel gevaarlijk wat u doet.”
In januari 1965 brengt Dialoog een gelijknamig tijdschrift uit, dat zes keer per jaar verschijnt en drie jaargangen beleeft. In de redactie van Dialoog, ‘het tijdschrift voor homofilie en maatschappij’, hebben uitgever Johan Polak en schrijver Gerard van het Reve zitting. De meeste andere redacteuren doen onder pseudoniem mee. Boodschap van Dialoog is dat homofilie ‘gewoon hetzelfde’ is als heterofilie. Op het woord ‘seksueel’ of ‘seks’ rust in de jaren zestig, het is bijna onvoorstelbaar, nog een taboe.
Dialoog krijgt veel reacties, ook van homojongeren die te kennen geven dat zij gelijkgeaarde leeftijdsgenoten willen ontmoeten. Vanaf het vierde nummer van het blad is Henk Branderhorst redactiesecretaris. Hij is tevens directeur van de Amsterdamse afdeling van Ruimte, dat jongerencentra in de grote steden exploiteert. Ruimte, voortgekomen uit de socialistische AJC (Arbeiders Jeugd Centrale), wil homojongeren de mogelijkheid geven elkaar te ontmoeten en besluit met Zoos van start te gaan. Op 10 september 1967 is de oprichtingsvergadering met een aantal homojongeren die de kar willen gaan trekken. Landelijke media zoals de Volkskrant en het VARA-televisieprogramma Ying Yang (met Sonja Barend) maken er melding van en verlenen het initiatief zo bekendheid.

Beatdansend
De bezoekers van Zoos kiezen hun eigen bestuur. De 20-jarige Jos Holtkamp wordt voorzitter en hij doet als student pedagogiek ook onderzoek in Zoos. Zijn verslag is bewaard gebleven in het Homodok-Lesbisch Archief, dat onlangs onderdak heeft gekregen in de nieuwe centrale bibliotheek op het Oosterdokseiland. Holtkamp in zijn scriptie: “Er zijn gemiddeld 10 à 15 paren beatdansende jongeren actief.” De jonge homo’s komen niet alleen uit Amsterdam, maar uit heel Nederland, zo blijkt uit dit onderzoek.
Rob L. is 18 jaar en heeft in de krant over de opening van Zoos gelezen. Hij woont in Den Helder en gaat met de trein naar Amsterdam. Op de Keizersgracht aangekomen, durft hij niet naar binnen te gaan. Later loopt hij nog eens langs Zoos. Pas bij de derde keer overwint hij zijn schroom. “Ik was blij dat er iemand was die met mij begon te praten.” Een 17-jarige jongen uit Antwerpen komt één keer per maand naar de Keizersgracht. Hij kan zich niet elke week een retourtje Amsterdam veroorloven.
Bezoeker Gottfried Roos vindt de leeftijdsgrens van zestien jaar niet te laag. Hij zegt in De Groene Amsterdammer van 14 juni 1969: “O nee, van mij mag iemand komen als ie twaalf is, ik merkte op m’n veertiende al dat ik homoseksueel was. Nou, daar sta je dan. Je moet dan door het park rondzwerven of naar een urinoir gaan. Je mag ook niet in bars. Er zou gewoon geen leeftijdsgrens moeten zijn. Ik wist het in ieder geval al op m’n veertiende en ik weet dat van anderen ook. De een weet het op z’n twintigste, de ander op z’n tiende.”
Holtkamp noteert de volgende uitspraak van bezoeker Rudi L., 19 jaar: “Mijn ouders weten het absoluut niet. Zou ik het ze vertellen, dan slaat mijn vader mij zeker het huis uit. Ik weet precies hoe hij over die flikkers denkt. Over twee jaar, wanneer ik meerderjarig word, zorg ik er wel voor dat ik op kamers ga wonen.”
De maximumleeftijd van Zoos-bezoekers is vastgesteld op 23 jaar en dat is opmerkelijk. De wettelijke meerderjarigheid begon toen op 21 jaar (pas vele jaren later is dat 18 jaar geworden). Het bestuur krijgt speciaal toestemming van de Amsterdamse zedenpolitie om de leeftijdsgrens te verhogen van 21 naar 23 jaar. Dat daarmee ook meerderjarigen de sociëteit kunnen bezoeken, betekent een stap in de richting van afschaffing van artikel 248bis. Dit strafwetsartikel uit 1911 is de belangrijkste aanleiding geweest voor de oprichting van Zoos. Elke homo kent de tekst zo’n beetje uit het hoofd: “De meerderjarige die met een minderjarige van hetzelfde geslacht, wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, ontucht pleegt wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren.” De wet waarschuwt de meerderjarige homo, maar zadelt ook de minderjarige op met een probleem. Vanwege deze wetsbepaling krijgen homojongeren geen toegang tot homocafés en tot de sociëteit van het COC. Ook al zijn ze 18, 19 of 20 jaar, ze kunnen elkaar niet ontmoeten en verkeren in een isolement.
Ouders van Nu publiceert in maart 1970 een reportage over Zoos, geschreven door historicus Richter Roegholt. “Het was een primeur voor Nederland en misschien wel voor de hele wereld,” bericht Roegholt. Zijn toon is geruststellend, maar hij wil wel ingaan op een prangende vraag die ongetwijfeld bij veel ouders leeft: kan het voor een puber geen kwaad naar Zoos te gaan? Roegholt verwijst naar het decembernummer van Ouders van Nu, waarin psychiater Kees Trimbos heeft besproken of iemand door verleiding homofiel kan worden. Trimbos bestrijdt dat: een heterojongere die een homoseksueel experiment aangaat, verandert niet van seksuele geaardheid. De ware aard komt toch weer bovendrijven. Homoseksualiteit is niet te genezen, ook niet door een huwelijk, en moet volgens hem beschouwd worden als “een variant van de menselijke natuur”.

Fijn rellen
Tijdens Zoos-avonden doet zich soms een probleem voor. Er zijn bezoekers, zo’n vijf per avond, die “opvallend gedrag” vertonen. Het gaat om “heupwiegende bewegingen, geaffecteerd, gillerig taalgebruik”. Andere bezoekers ervaren hen als stoorzenders, maar het bestuur voelt er niets voor hen te verwijderen. Het is de bestuurders gebleken dat deze jongeren afkomstig zijn uit “lagere sociale milieus”. Een Zoos-bezoeker: “Nou ja, as mijn baas ’t weet dan knalt ie me eruit, hè. Ik zal daar mal zijn om het an z’n neus te hangen. Dat zou wel een giller zijn, hoor, als ik het hem vertelde. Het idééé! Door de week moet ik dus oppassen, hè, nou ja, maar in het weekend gaan ik fijn rellen. Ik vind er hier geen barst an, ze doen zo geleerd. Ik ga zo naar Jamaica, daar is het veel leuker, daar kan je tenminste iemand versieren.”
De Jamaica Inn in de Voetboogstraat was in de eerste naoorlogse decennia de bekendste homobar in de stad. Het café was vanaf 1948 tot de sluiting in 1980 in handen van ex-wielrenner Gerrie Pelser. Jamaica was een in Amsterdam unieke tent voor heren en hoerenjongens, die door Pelser gekoppeld werden. De jongens moesten drankjes aannemen van oudere homo’s. Deden ze dat niet, dan kwamen ze er bij Pelser niet meer in.
In de homocultuur van de jaren zestig echter verdween de ‘bisnis’ (betaalde seks) naar de zijlijn en kregen homojongeren vooral belangstelling voor elkaar. Zoos is een uiting van die veranderende cultuur. Het concept krijgt dan ook al snel navolging: vanaf 1968 ontstaan vergelijkbare trefcentra voor homojongeren in Rotterdam (Apollo), Utrecht (Pann), Den Haag (Laan 28), Leiden (Mix), Arnhem (Gosh) en Tilburg (Ziant). Gelijktijdig komen in diverse universiteitssteden studentenwerkgroepen homoseksualiteit tot stand. Op 21 januari 1969 resulteert deze opkomende homojongerenbeweging in de eerste homodemonstratie van het land: ruim 100 jongeren en studenten betogen op het Binnenhof voor afschaffing van artikel 248bis.
Een jaar later komen demonstrerende homo’s opnieuw in de publiciteit. Homostudenten willen op 4 mei 1970 een krans leggen op de Dam ter nagedachtenis aan de homo’s die door de nazi’s vervolgd en vermoord zijn. Het comité nationale dodenherdenking wijst het verzoek af. Twee homostudenten proberen toch een krans te leggen, maar worden samen met veertien uitdelers van pamfletten gearresteerd wegens ordeverstoring. Na deze tweede homodemonstratie begint de pers sympathie op te vatten voor de homobeweging.
In maart 1970 gaat Zoos tijdelijk dicht. Het zaaltje op de begane grond van de Keizersgracht kan de toeloop niet meer verwerken. De besturen van Ruimte en Zoos zoeken naar een oplossing, maar die komt enkele maanden later uit een geheel andere hoek. Op 27 januari 1971 gaat de Tweede Kamer akkoord met de afschaffing van artikel 248bis. Alleen de christelijke partijen SGP en GPV en de Boerenpartij stemmen tegen. Vanaf dat moment kunnen homojongeren terecht in de vele homobars die in Amsterdam, maar ook in andere steden, in de jaren zestig en zeventig als paddenstoelen uit de grond schieten. Zoos heeft baanbrekend werk verricht.

Delen:

Jaargang:
2007 59

Gerelateerd

Comedie aan de Middenweg
Comedie aan de Middenweg
Recensie 12 april 2013
Amsterdamse NSB-zangkoren
Amsterdamse NSB-zangkoren
Recensie 12 april 2013
King in de RAI
King in de RAI
Recensie 1 april 2013