Ruzie in de Vergulde Halve Maan: Moord om een Baviaan

Op een rustige zondagmiddag in november 1646 staat herbergier Jan Jochemsz wat te praten met Pieter, een soldaat die dient onder Jacob Bicker, kapitein-majoor van het garnizoen in Amsterdam. Jochemsz, die ook wel ‘Jan de Pool’ wordt genoemd, is de waard in de Vergulde Halve Maan, een herberg aan de rand van de stad tegenover de Heiligewegspoort, ongeveer waar nu het Koningsplein overgaat in de Leidsestraat. De poort werd in 1637 gebouwd; Jochemsz kocht de herberg in 1642 van bierbrouwer Lodewijck de Bas. Het uithangbord met de halve maan is net te zien op het schilderij Kermis bij de Heiligewegspoort van Gerrit Lundens.
Dit was een druk stukje van de stad. Er kwamen veel soldaten, omdat direct naast de poort het Majoorsbolwerk lag, een bolwerk in de schans waar veel soldaten gedrild werden. Op het schilderij van Lundens lopen Amsterdammers van verschillende sociale klasse door elkaar. Er is een klein theater voor een voorstelling, een trommelaar kondigt een gevecht tussen honden en beren aan, en de schutterij houdt toezicht.

Acht rode ara’s 

Zoals in wel meer herbergen in die tijd, had Jan de Pool een aap in zijn nering. Niet zomaar een aap maar een baviaan, op mensapen na de grootste apensoort die bestaat. Het natuurlijk leefgebied van de baviaan bestrijkt Afrika bezuiden de Sahara, en het zuiden van het Arabisch schiereiland. Het dier zal met een van de vele schepen van de West- of Oost-Indische Compagnie in Amsterdam zijn gebracht. Kleinere apen en vogels werden vaak als handelswaar meegenomen door matrozen. 
Exotische dieren vormden een belangrijke bron van nieuwsgierigheid en vermaak. Ze werden vertoond op kermissen, jaarmarkten en in herbergen. Beroemd is herberg Blaauw Jan aan de Kloveniersburgwal, waar vogels, apen, leeuwen en soms zelfs mensen tentoongesteld werden. Op 16 augustus 1737 verkocht de kastelein van Blaauw Jan, Jan Mets, de dieren uit zijn menagerie aan zijn opvolger, Anthonij Bergmeijer. Daaronder waren acht rode ara’s en één blauwe, samen 400 gulden, een witte kaketoe voor 70 gulden, een 'manne leeuw' voor 3000 gulden en drie apen voor 55 gulden 
De dieren waren niet zelden het slachtoffer van mishandeling en verwaarlozing. Ook de baviaan van Jochemsz overkwam dat, met desastreuze gevolgen, zo blijkt een aantal verklaringen in het archief van de schout. 

Ontdek Ons Amsterdam

Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?

Abonneer je Arrow right Geef cadeau Arrow right

Een bloot mes 

Genoeglijk in gesprek met Jan Jochemsz breekt soldaat Pieter een tabakspijp in stukken en begint ‘malleus’ [met boos opzet] stukjes van de kleipijp te gooien naar de baviaan, die in het venster zit. Een stuk van de pijp belandt op de neus van het dier, dat flink begint te bloeden. Jochemsz ontsteekt in woede, en roept: ‘Jou contlicker, ge meucht dat wel beter maecken.’ Waarna Pieter, van wie de achternaam niet leren kennen, er vandoor gaat.  
De herbergier wil eerst zijn baviaan verzorgen. Hij probeert de wond te ontsmetten door die te betten met een scheut brandewijn. De baviaan, die natuurlijk schrikt van de pijn van de alcohol op de wond, is daar niet van gediend en bijt de herbergier in zijn hand, ‘die nu in stucken gescheurt heeft’. De gewonde herbergier stuurt zijn dienstmeid naar de stadsbode om de politie te alarmeren en gaat zelf verhaal halen bij Pieter thuis.  
Al scheldend en kijvend belanden ze weer voor de deur van de herberg en raken slaags, waarbij ze zo ‘aen ’t plockharen’ [vechten] slaan dat Pieter ‘onder de voet is gesmeten dattet gevest [handvat] van sijn degen die hij op sijde hadde plat is geworden’. Ze worden door omstanders uit elkaar gehaald. De vrouw van Pieter neemt hem zijn degen af, wellicht om erger te voorkomen, maar tevergeefs.  
Hoewel de herbergier tussen een heleboel mensen staat breekt Pieter met ‘een bloot mes’ in zijn hand door de menigte. Hij steekt Jan in de borst en gaat er als een haas vandoor. De herbergier overlijdt direct. 

Uiteraard stelt de ervaren schout Pieter Pietersz Hasselaer een onderzoek in. Er worden getuigenverklaringen opgenomen van een vrouw en twee mannen die het hele gebeuren van dichtbij hebben meegemaakt. Tot een veroordeling van of zelfs maar een zaak tegen Pieter lijkt het nooit gekomen te zijn. Hij is niet terug te vinden in de confessieboeken uit die tijd. Zou hij de stad ontvlucht zijn om nooit meer terug te keren? En is de baviaan zijn verwonding te boven gekomen? 

Header: Herberg de Vergulde Halve Maan lag op een drukke plek in de stad, tegenover de Heiligewegspoort. Het uithangbord met de halve maan is rechts te zien op het 17de-eeuwse schilderij Kermis bij de Heiligewegspoort van Gerrit Lundens. Amstrdam Museum

Delen:

Buurten:
Centrum
Dossiers:
Amsterdammers
Editie:
December
Jaargang:
2022 74
Rubriek:
Amsterdamse Akten
Tijdperk:
1600-1700