Redding Pintohuis spaarde Nieuwmarktbuurt

Oude tegenstanders blikken terug

Pintohuis in vlakte

 

Op 3 september 1998 droeg de Stichting de Pinto in het Pintohuis over aan het Amsterdams
Monumenten Fonds. Bij die gebeurtenis zaten in de zaal oud-wethouder Lammers als commisaris van het AMF en Geurt Brinkgreve, in 1971 een van de oprichters van de Stichting de Pinto. Ruim 25 jaar geleden waren zij de hoofdfiguren in de strijd om het monumentale pand Sint Antoniesbreestraat 69.

 

Het Pintohuis stond begin jaren zeventig op een kaalgeslagen vlakte wachten op sloop. Brinkgreve en zijn medestanders slaagden erin het pand te behouden en te restaureren. Dat betekende ook dat de historische rooilijn in stand bleef en er later, na de aanleg van de metrobuis, weer huizen terug konden komen op de plaats waar die hadden gestaan. De tegenwerking van Publieke Werken, onder verantwoordelijkheid van wethouder Lammers, was groot. Die dienst wilde massale kantorenbouw in de Nieuwmarktbuurt en een radicale verbreding van de Sint Antoniesbreestraat. Mede door Brinkgreves actie kon dat niet doorgaan. Hoe kijkt dit tweetal terug op de strijd van toen en wat vinden ze van het resultaat?

De afspraak is bij Tisfris. Han Lammers (67) en Geurt Brinkgreve (81) kennen het terras op de hoek Sint Antoniesbreestraat en Zwanenburgwal, maar de naam van het café is hun onbekend. Ik leg uit dat die is gekozen omdat het op de brug bijna altijd waait. Lammers: "Ja, Geurt, zo zie je maar, we hadden deze tochthoek ook vol moeten bouwen. "
We zitten op een historische plek. Hier werd de revolutie tegen de stadsvernieuwingsplannen uit e jaren vijftig beslist. Links tegenover Tisfris staat het rond 1605 gebouwde huis dat in 1651 door de rijke joodse familie De Pinto werd betrokken.


Stadsvernieuwing stoppen

In de strijd tegen de vierbaansweg en de metro dwars door de Nieuwmarktbuurt nam het pand een strategische positie in. Of zoals Brinkgreve in 1975 schreef: "De inzet van de strijd om het Huis de Pinto is de wil geweest om deze soort stadsvernieuwing te stoppen bij de Sint Antoniesluis en niet te laten voortvreten tot de Nieuwmarkt en wellicht nog verder. Behoud van het Huis de Pinto was onmogelijk zonder het te restaureren en de restauratie van dit pand zou zinloos zijn zonder herbouw en restauratie van het omringende bouwblok. Herstel van het blok De Pinto [bracht] de noodzaak mee om verdere rehabilitatie van de buurt weer vast te knopen aan de bijna afgebroken draden van het historisch stadspatroon. Het ging er om de bres te dichten die de ontwerpers van Stadsontwikkeling in 1953 hadden geprojecteerd."

Toen Han Lammers op 1 september 1970 wethouder werd, verzetten Geurt Brinkgreve en anderen zich al zeventien jaar tegen het wederopbouwplan voor de Nieuwmarktbuurt. Dat plan voorzag in de omvorming van de Sint Antoniesbreestraat tot een vierbaansweg, als e verbinding tussen de al verbrede Weesper- en Jodenbreestraat en de Prins Hendrikkade. Voor de geplande kantoren en hotels langs die snelweg moest onder meer het Pintohuis-blok wijken. In 1968 had Lammers 'voorganger, Roel de Wit, Brinkgreve beloofd dat het Huis de Pinto niet meteen zou worden gesloopt. Die toezegging kwam na een brief waarin veertien organisaties als Stadsherstel, Bond van Nederlandse Architecten en Hendrick de Keyser pleitten voor een ander bouwplan voor de Nieuwmarktbuurt. In september 1969 besloot de gemeenteraad de architecten Herman Hetzberger, D.C. Apon en Aldo van Eyck een nieuw plan te laten maken, maar wel mét de vierbaansweg en een parkeergarage voor 1000 auto's. Een van wethouder Lammers' eerste daden was intrekking van het sloopplan voor het Pintohuis. Een jaar later richtte Brinkgreve de Stichting de Pinto op, samen met de oud-raadsleden dr. J.Z. Baruch en Luuk Schimmelpennink. Het tij was gunstig, al zouden de golven nog hoog worden. Brinkgreve en Lammers wisten zandzakken te vinden, maar waren het oneens waar die gelegd moesten worden.

Vanaf het terras hebben we uitzicht op het Pintohuis, sinds 1975 een filiaal van de Openbare Bibliotheek, en de woningen eromheen.

Zijn jullie er tevreden over?

Lammers, gedecideerd: "Natuurlijk, ik heb de maquette indertijd gezien hoor." Brinkgreve: "Ik had het iets anders willen hebben. Ik had graag een reconstructie gewild van alles wat er stond en niet alleen een historische reconstructie van de panden lans de Sint Antoniesluis." Over de bebouwing langs het tot Sint Antoniesluis omgedoopte stukje Zwanenburgwal zijn beiden enthousiast. Lammers: "Het was een verstandige zet van jou, Geurt, om het Leprozenpoortje daar te herbouwen. Door dat poortje kwam op een verrassende manier ruimte voor een extra pand. " Dat 17de-eeuwse poortje stond 350 jaar lang in de Lazarussteeg (vlak naast de Mozes en Aäronkerk). Toen het Leprozenhuis in 1867 werd vervangen door een politiebureau en laboratoria van de universiteit, bleef het poortje staan, tot het voor de aanleg van het Mr. Visserplein moest verdwijnen. In overleg met Bureau Monumentenzorg, dat de poort had opgeslagen, nam architect Ronstadt hem op in het bouwplan voor de Sint Antoniesluis.

Mooi zicht op de Zuiderkerk

Lammers: "Dat was een prachtige oplossing om uit de problemen te komen. Ik was allang blij dat er een plan lang. Alle extra's en tierlantijnen hoefden voor mij eigenlijk niet. Ik wilde de buurt opbouwen. Jij ook, maar we hadden soms andere ideeën."

Hij vertelt over een vergadering met Publieke Werken over de Nieuwmarktbuurt. De ambtenaren vroegen of ze die kale vlakte rond het Pintohuis maar niet zo moesten laten, omdat je dan vanaf het Mr. Visserplein mooi zicht op de Zuiderkerk had. Een goeie grap, vinden Lammers en Brinkgreve nu. De toenmalige raadscommissie wees het openlaten van die ruimte af.

Jullie hebben een paar keer fors met elkaar in de clinch geleven.

Lammers kijkt verbaasd en Brinkgreve reageert: "We waren al een eind op weg. Wij zouden de bouwgrond in erfpacht krijgen, er was rijkssubsidie toegezegd en toen bood het Grondbedrijf de grond aan de Algemene Woningbouw Vereniging aan. Ik protesteerde en toen riep jij op 15 februari 1974 een vergadering bijeen. Ik had een brief van de koningin bij me, waarin zij beloofde de actie voor het behoud van Huis de Pinto te steunen." Lammers: "Jaaaa, da's waar."

Brinkgreve: "En toen vroeg ik je of ik hare majesteit misschien moest schrijven dat de plannen door het gedrag van het gemeentebestuur niet door konden gaan." Lammers, sussend: "Maar het is toch goed gekomen?"

Brinkgreve: "Nee, Publieke Werken bleef ons woningproject traineren en jij vond dat we weer met Stadsontwikkeling moesten praten, hoewel we dat al twee jaar deden. Publieke Werken wilde de rooilijn terugleggen, de straat verbreden. Toen greep jij in door een stip op de kaart te zetten en te roepen: 'Tot hier mag worden gebouwd.' Maar daarna kreeg ik bericht dat ik niet meer mee mocht doen aan het overleg over onze plannen. Ik werd persona non grata verklaard, zonder dat daar een verklaring voor werd gegeven." Lammers veert op. "Daar zijn wij toch zeker niet op ingegaan?" Brinkgreve: "Je begrijpt het niet, het was een brief van jóu."

Lammers, na een korte stilte: "Dat was dan niet best... Die ambtelijke diensten zijn net mensen, ze leveren prestigegevechten. Raar, het kan nooit een brief van B&W zijn geweest; zo schrijven ze niet over personen. Het moet een brief van de dienst zijn geweest, of een notitie van de dienst aan mij."

Brinkgreve: "In ieder geval mocht ik niet meer komen. Als mijn opvolger stuurden we mr. J. Oranje en die was nog feller dan ik."

Lammers: "Soms is de ergste opvolger de beste keus."

De ambtelijke diensten bleven het plan van de stichting tegenwerken. Ze wilden de bouw stilleggen, omdat er een grote, gevaarlijke gasleiding zou liggen. Later bleek dat die al jaren was afgekoppeld. Een aanvraag voor rijkssubsidie voor de woningbouw bleef in een ambtelijke la liggen, maar dankzij ingrijpen van minister Gruijters kwam die subsidie er toch. Brinkgreve: "De diensten zaten vast aan hun eigen denkbeelden."

Lammers: "Het ging allang niet meer om de zaak zelf en ik kon niet alles weten. Ik had het meest te maken met mijn eigen dienst Publieke Werken, daar had ik het al druk genoeg mee. Woningen bouwen op de metrobuis, dat was mijn grootste zorg. Het maken van een infrastructuur zodat de buurt weer kon worden volgebouwd. Wethouder Louis Kuijpers bemoeide zich met de woningbouw. Nee, grote conflicten heb ik niet met Brinkgreve gehad, hij is een diplomaat. De ergste dingen heeft hij als raadslid gezegd."(Brinkgreve werd in 1958 KVP-raadslid en trad in 1967 af nadat de raad het bouwplan van de Algemene Bank Nederland in de Vijzelstraat goedkeurde.)

Brinkgreve: "Lammers en ik hadden bij de acties tegen de bank goed samengewerkt. De verhoudingen waren ook goed toen hij in 1970 wethouder werd en het waagde tegen de wenst van de dienst in het sloopplan voor de Jordaan in te trekken. Tijdens onze acties voor het boud van het Pintohuis werd de verstandhouding minder."

Het blijft even stil. De twee kijken elkaar aan. Lammers neemt nog maar een slok en zegt dan: "Maar Geurt, laten we eerlijk zijn, het staat er nu allemaal toch mooi bij."

Brinkgreve, wijzend naar de huizen in de Sint Antoniesbreestraat: "Daar hadden twee lagen vanaf gemoeten."

Een staat in de straat

We praten over de bijeenkomst in de Zuiderkerk in oktober 1970, waar de Raad voor de Stedebouw bijeen was en Hertzberger, Apon en Van Eyck hun alternatieven indienden. Onvergetelijk was de striemende toespraak waarin Aldo van Eyck duidelijk maakte dat de verkeersdoorbraak een ramp voor de buurt zou zijn. De architecten verlieten vervolgens uit protest tegen de gemeente de zaal.

Je keek toen niet bepaald vrolijk, Han. Je had de pest in...

Lammers: "Dat zal wel. Ik heb altijd een goede verstandhouding met mijn dienst gehad en dan zorgen die architecten voor het zoveelste probleem, het hield maar niet op."

Maar had je juist niet blij moeten zijn dat die architecten de verkeersdoorbraak een ramp vonden?

Lammers lacht: "Een wethouder kan in het openbaar zijn tegenstanders niet steunen, zo simpel is dat."

We hebben het over de staat in de staat die Publieke Werken toen was en dat die dienst te veel zijn eigen gang ging bij het Pintohuis. Lammers: "De conflictkans was in die periode zo groot, dat je het niemand kon kwalijk nemen dat er soms ruzie kwam. Maar ik ben altijd tegenstander geweest van het ontmantelen van die dienst. Daar zat de kennis. Rijkswaterstaat kwam bij Publieke Werken vragen hoe ze het best bij Schiphol konden werken. De aanleg van het ondergrondse deel van de luchthaven was een Amsterdamse zaak. Een staat in de staat? Dat wordt het als je als politicus zo'n dienst met rust laat, als wethouder moet je er bovenop zitten en de politieke partijen horen lieden aan te nemen die zo'n dienst aankunnen. Ze wilden een tunneltje onder de Rozengracht hebben en daarvoor huizen slopen. Ik vond dat niets. Als ik gelijk zou krijgen, zou dat een omwenteling in het denken betekenen. Bijna iedere week was die zaak in B&W en dat ging burgemeester Samkalden behoorlijk vervelen. Maar die tunnel is er niet gekomen. Later is Publieke Werken toch opgesplitst in kleinere diensten. De kennis is nu weg."

Brinkgreve: "Je kan beter met bekwame tegenstanders te doen hebben dan met achterbakse." Hij kijkt neer newMetropolis, het groene wetenschapscentrum dat de doorkijk over de Oudeschans op het IJ en Noord blokkeert.

Lammers: "Ik zwijg. Er gaan soms dingen fout."

Brinkgreve knikt instemmend. "Dat winkelcentrum op de Nieuwezijdse Kolk is ook zo'n voorbeeld.

Lammers: "Dit soort kwaad straft zichzelf, het Maupoleum is ook gesloopt."

Lopend naar het Pintohuis zegt Lammers: "Je kan je toch nauwelijks voorstellen dat het hier één grote kale vlakte was."

Brinkgreve: "Toen hier werd gevochten, zat ik in het Pintohuis om de boel te beschermen. De actievoerders en ik knokten voor het zelfde doel, maar op een andere manier."

Lammers: "Is op deze plek dan gevochten?"

Brinkgreve: "Ja Han, hier werd tegen de metroaanleg gevochten. Er waren in het voorjaar van 1975 ontruimingsrellen en hier, vóór het Pintohuis, hadden de actievoerders barricades opgericht van ons steigermateriaal en terwijl op straat actievoerders met de politie knokten, zat ik met wat mannen van de aannemer en een paar honden binnen."

Lammers: "Maar laten we eerlijk zijn, die metro is toch een succes."

Brinkgreve: "Dat is zo, ik gebruik hem ook met plezier, maar ik vraag me af of er niet andere bouwmethodes mogelijk waren geweest, of een tracé, zodat er minder schade was veroorzaakt."

Lammers: "Maar die grote weg ging niet door, de gemeenteraad wees het plan met één stem verschil af. Die kantorenbouw ging ook niet door. De Nieuwmarktbuurt is weer gezellig."

"En het Pintohuis gaf de doorslag," bromt Geurt Brinkgreve.

F.L.C. Heddema is oud-redacteur van Het Parool.

Uit: Ons Amsterdam februari 1999

Delen:

Buurten:
Centrum
Dossiers:
Politiek
Editie:
Februari
Jaargang:
1999 51
Rubriek:
Tijdperk:
1950-2000