Pesthuis, ziekenhuis, woonhuis
Op 30 juli 1630 werd de eerste steen gelegd van het ‘Pestilenciehuys’ oftwel het Pesthuis. Dat verreest in de ‘Stadts- of Godtshuyspolder’, op de plek waar voordien herberg de ‘Blaauwe Zak’ had gestaan en later het Wilhelmina gasthuis zou worden gebouwd.
Het geheel ommuurde Pesthuis werd in 1635 in gebruik genomen. De 340 bedden (‘krebben’) die het telde, waren vanaf dat moment goed bezet: nog in het jaar van ingebruikneming brak een grote pestepidemie uit. Duizenden Amsterdammers stierven, alleen in 1636 al 17.193. Het waren niet alleen pestlijders die er werden opgenomen, maar eenieder met een besmettelijke ziekte onder de leden: van rode loop tot pokken en schurft. In 1732 werd het complex vrijwel geheel door brand verwoest, later werd het herbouwd. In 1893 werd het buiten gebruik gesteld en uiteindelijk is het in 1937 afgebroken. Daartoe was overigens al in 1900 besloten.
Twee jaar voordat het Pesthuis zijn functie verloor, op 28 mei 1891, had koningin Wilhelmina naast het complex de eerste steen gelegd van het Wilhelmina Gasthuis. Het ziekenhuis zou uiteindelijk vrijwel het hele gebied tussen Eerste Constantijn Huygensstraat en de Nicolaas Beetsstraat ten zuidwesten van het Jacob van Lennepkanaal beslaan. Nadat het Pesthuis in 1937 was afgebroken werd de Tweede Constantijn Huygensstraat doorgetrokken, voordien liep deze dood op de muur van het Pesthuis. Waar een deel van de 340 ‘krebben heeft gestaan, bouwt Het Oosten nu twee complexen: Wilhelmina (opgeleverd) en Andreas (oplevering: maart 2002) met 63 koopwoningen, 21 sociale huur en ruimte bedoeld voor kinderopvang. Alle kopers komen uit het stadsdeel.
Wim Ruigrok is fotograaf & Eric Slot is freelance journalist.
December 2001
Bron header: afkomstig uit de Beeldbank van het Stadsarchief van Amsterdam.
Delen: