Niemandsland met kapsones: Een wandeling over het Zeeburgereiland
Weinig stukjes stad maken nu zo’n drastische verandering door als het Zeeburgereiland, de door water omringde driehoek tussen het Oostelijk Havengebied en IJburg. Dit voormalige baggerdepot was een eeuw lang een nogal troosteloos gebied waar vrijwel niemand kwam zonder dwingende reden. Nu moeten er aantrekkelijke woonwijken komen. Intussen is de ene helft een zandvlakte en de andere een chaos, soms met romantische trekjes.
Deels is onze tocht een déja vue: we maakten deze wandeling als eens eerder voor het meinummer van 1990. Er zijn herkenningspunten, maar vooral valt op hoeveel er sindsdien veranderd is.
We beginnen op een plek met zo’n acht eeuwen geschiedenis: de Zeeburgerdijk. En wel het alleroostelijkste deel: je komt er door vanaf de eindhalte van tram 7 en 14 (Flevoparkbad) onder de snelweg door te lopen, de Flevoparkweg bij de sporthal te kruisen en daar het oeroude dijklichaam te beklimmen. (Links bij de bocht van de Insulindeweg stond vroeger de Kriterion-benzinepomp. Waar bleef die? Dat zien we straks). We lopen rechtsaf de dijk op en dáár wordt de historie weer eventjes voelbaar. De oude Sint-Antoniesdijk was onderdeel van een tientallen kilometers lange zeedijk die in de 13de eeuw werd gebouwd langs de hele zuidoever van het IJ. Zo’n beetje hier én een halve kilometer westwaarts brak die zeedijk in 1561 door (lees erover op pag. 282-283 in dit nummer).
Vlak voor het eind van de dijk (nr. 633-641) staan twee aaneen gebouwde schattige oude huisjes. Dit was eens de herberg Zeeburg, in 1785 gebouwd op de fundamenten van de verdedigingsschans Seeborgh of Zeeburg. De herberg werd druk gebruikt door vissers en veehandelaren. Voor de hier aan land gebrachte varkens was onder aan de dijk – waar nu kunstmatige meertjes voor waterfiltering te zien zijn – een groot stallencomplex gebouwd. Dat werd eind 2002 door stadsarcheoloog Jerzy Gawronski en zijn team blootgelegd (zie Ons Amsterdam, februari 2003).
Vroeger maakte de dijk hier een scherpe bocht naar rechts en ging verder langs het tracé van de huidige Diemerzeedijk. Maar het verbindende stukje verdween in 1892 voor de aanleg van het Merwedekanaal, sinds 1952 Amsterdam-Rijnkanaal. Dus beklimmen we de ijzeren trappen van de hoge Amsterdamse Brug uit 1957, een schakel in de Zuiderzeeweg van Oost naar Noord. Meteen voorbij de kanaalmonding kijken we naar de Diemerzeedijk onder ons, met aan het begin Camping Zeeburg, waarover straks meer. In 1990 zagen we daar nog Jeugdland-Oost (voorheen Jongensland-Oost), in 1997 verhuisd naar de zuidoever van het Nieuwe Diep.
Hier dalen we weer de trappen af naar de Zuider-IJdijk en gaan die linksaf op. Voorbij het jachthaventje betreden we de zuidwestpunt van het Zeeburgereiland. In 1990 noemden we dat overigens nog Eiland Zeeburg. Maar in datzelfde jaar werd stadsdeel Zeeburg ingesteld en om verwarring te voorkomen kreeg sindsdien de naam Zeeburgereiland de voorkeur.
Baggerbergplaats
Met die Zuider-IJdijk begon het. Het alleroudste stukje, uit 1872, ligt verder noordwaarts, bij de toen aangelegde Oranjesluizen. In 1892, bij de aanleg van het Merwedekanaal, kreeg dat stukje zuidwaarts een verlenging: het werd de oostkant van de kanaalmonding en de westrand van het Zeeburgereiland. Al twee jaar eerder was er oostwaarts vanaf de sluizen een 4300 meter lange strekdam aangelegd in de stroomgeul van het IJ, om die te versmallen. Daardoor ging het water sneller stromen en werd het dichtslibben afgeremd. Intussen werd ook het Noordzeekanaal verdiept en werden de havenbassins gegraven in de toenmalige Stads-Rietlanden, die tussen pakweg 1870 en 1920 zijn omgevormd tot Oostelijk Havengebied. Het opgebaggerde slib werd opgeslagen ten zuiden van de lange strekdam. Om te zorgen dat de baggerberg daar bleef liggen, kwam er een derde dijk aan de zuidkant, van de plek waar wij nu staan tot halverwege de strekdam, die de driehoek sloot.
Op een kaart uit 1907 wordt door het kleurgebruik gesuggereerd dat toen het meest westelijke reepje eiland al begaanbare grond was, maar de rest nog nauwelijks. Rond 1910 werd de zuidwesthoek militair oefenterrein. In 1916 was de grond kennelijk zo stevig dat aan de noordkant het Marinevliegkamp Schellingwoude gevestigd kon worden, met een hangar en hellingbaan voor watervliegtuigen. In 1940 werd dat complex door de Duitse bezetters overgenomen, die er de grootste Nederlandse basis voor Luftwaffe-watervliegtuigen van maakten en bijna het hele eiland een militaire functie gaven.
Na de oorlog kwam de militaire luchtmacht er niet terug, maar wel bleven er een militair hospitaal en schietbanen van de Militaire Kaderschool. In 1962 trok het leger zich terug uit deze westkant van het eiland en acht jaar later ook van de rest. In 1957 was het eiland eindelijk redelijk bereikbaar geworden door de bouw van de Amsterdamse Brug (tussen Oost en het eiland) en de Schellingwouderbrug (tussen het eiland en Noord.) Daardoor kwam de weg vrij voor allerlei bedrijven en initiatieven die door hun overlast of bescheiden budget elders niet welkom waren: de grotere aan de IJzijde en talloze kleintjes aan de westrand.
Kunstenaars en kampeerders
We beginnen de rondgang maar met ons eigen subjectieve hoogtepunt: de charmante artistieke enclave rond de loods Zuider-IJdijk 25, hier even rechtsaf en dan (bij nummer 25) iets ‘landinwaarts’.
Tussen de hoge bomen vinden we de oude loods (nummer 26) die van 1974 tot diens dood het atelier was van beeldend kunstenaar Theo Niermeijer (1940-2005). Binnen en buiten staan overal zijn fantasievolle sculpturen van ‘oud roest’. Nu gebruikt de Braziliaanse kunstenaar Bruno Filho het atelier. Rondom de loods wonen en werken nog een tiental kunstenaars in kleurige woonwagens. Op houten bordjes staan teksten als ‘Museum Zeeburg’ en ‘One Peaceful World’. Hier zijn we helemaal terug in de hippiejaren van rond 1970. Een heel contrast met een eeuw geleden, toen precies hier een exercitieterrein lag, met schietbanen ernaast. Het einde van de idylle is echter in zicht, want over een jaar of vijf komen ook hier nette burgermanswoningen.
We lopen terug naar de hoek van het eiland en gaan rechtsaf de Zuider-IJdijk op. Vanaf de verharde rijweg beklimmen we voor een mooier uitzicht het eigenlijke dijklichaam links daarvan en lopen verder noordwaarts. Links zien we het Oostelijk Havengebied, rechts achtereenvolgens een hondentrainingsveld en een bonte verzameling loodsen met tientallen kleine bedrijfjes en wat ateliers. En Ponycentrum Jolly Jumper, al ogen de ponies niet erg jolly.
Een glimmend metalen bouwsel verbergt de ingang van de Piet Heintunnel, geopend in 1997. Vanonder het Spoorwegbassin racen rechts van ons vele auto’s het eiland op, over de IJburglaan rechtdoor naar IJburg of halverwege het eiland linksaf over de Schellingwouderbrug naar Noord. En sinds 2005 rijdt hier ook sneltram 26 richting IJburg.
Ongeveer hier lag van 1974 tot 1997 de roemruchte Camping Zeeburg, nu te vinden aan de Diemerzeedijk. Die huidige kampeerplaats is een stuk netter en saaier dan de oude. Camping Zeeburg werd ingericht door de gemeente als ‘troostprijs’ voor de straatarme buitenlandse hippies die niet meer gratis (op de Dam en in het Vondelpark) mochten slapen.
Duizendpoot Jan Kamp
De camping was een geldverslindende voorziening en naar de mening van de gemeente in 1983 ook overbodig geworden. De particuliere stichting die de exploitatie overnam, wilde de camping zo laagdrempelig mogelijk houden, met zo min mogelijk regels. De bezoekers vormden een prettig zooitje ongeregeld, als het echt moest getemd door de zwaarbebaarde, joviale reus Jan Kamp, een voormalige Groningse schipper, die in 1987 beheerder werd. De camping werd tevens werkervaringsproject voor jonge werklozen, psychiatrische patiënten en ex-verslaafden. Duizendpoot Kamp loste alles op; alleen aan administratie had hij een broertje dood. Dat leidde tot gigantische belastingaanslagen en ten slotte een knallend conflict tussen hem en het bestuur. De enige oplossing was (in 1996) het vertrek van beide partijen. In 1997 maakte de camping een brave doorstart op het voormalige Jeugdland-Oost.
Voorbij de tunnelingang aan onze rechterhand lag – wat meer naar achteren – tot voor kort het volkstuinencomplex Blijkmeer. “Het is De Enige Amsterdamse Vrije Tuin, wij geven elkaar geen boetes voor slordige heggen of onkruid”, staat nog op het internet te lezen. Begin 2009 werden alle tuintjes genadeloos weggevaagd. We zien nu nog slechts een grote vlakte hobbelig grasland, met hier en daar wat hoge bomen.
Waar de dijk een flauwe bocht maakt naar rechts, staan nog een paar kleine huisjes – mogelijk gebouwd voor personeel van de Oranjesluizen. Nummer 35 is nu te koop voor € 945.000,-. Die imposante sluizen uit 1872 zien we nu voor ons. We lezen de leerzame informatieborden en nemen kort een kijkje. Terug op het eiland lopen we haaks op onze oorspronkelijke route langs de noordkant. Het gaat hier straks veel drukker worden, want in de ‘Sluisbuurt’ is ondermeer een winkelcentrum gepland. Nu zijn hier nog een paar vrij grote bedrijven te vinden, een stuk grootschaliger dan aan de westkant, maar een aantal (zoals Snelbak Containers) liet zich al uitkopen. De grootste overblijver is Van Keulen Bouwmaterialen, aan onze rechterhand vlak voor de onderdoorgang van de Schellingwouderbrug.
Exit rioolwaterzuiveringsinstallatie
Deze brug naar Noord werd gelijk met haar zusje de Amsterdamse Brug in 1957 geopend. Als we er onderdoor lopen, stuiten we op een linie van hoge hekken die het hele oostelijk deel van het terrein afsluiten: één grote zandwoestijn. In 1990 liepen we nog helemaal rechtdoor tot voorbij de oostpunt van het eiland, waar de strekdam nog een heel eind doorloopt het IJmeer in. Dat kan nu niet meer, zelf al zouden de hekken er niet staan, want ten behoeve van de watervogels en vooral de pleziervaart is de dam in 2009 halverwege ‘doorgeknipt’.
Terug onder de brug door, gaan we zuidwaarts het eiland op, over een hobbelige weg parallel aan de afdalende Zuiderzeeweg, langs Van Keulen en de verdwenen volkstuinen. Waar de Zuiderzeeweg het maaiveldniveau bereikt, ligt het centrale kruispunt van het Zeeburgereiland. We steken de autoweg over naar het voet- en fietspad van de IJburglaan. In 1990 lag hier nog een stille smalle zijweg zonder naam, nu is het een drukke autoweg naar IJburg, met tramlijn 26 ernaast.
Bijna het hele eiland ten oosten van de Zuiderzeeweg en ten noorden van de huidige IJburglaan werd van 1982 tot 2006 in beslag genomen door de Rioolwaterzuivering-Oost: een gigantische batterij imposante bassins. Tot 1982 werd het rioolwater van Oost-Amsterdam nog ongezuiverd het Buiten-IJ ingepompt. Nadat al eind jaren tachtig was besloten om niet alleen op IJburg, maar ook op het Zeeburgereiland woningen te bouwen, dacht de gemeente nog tot ver in de jaren negentig dat de rioolwaterzuivering hier kon blijven, alle stank en lawaai ten spijt. Pas in 1998 werd bij nader inzien besloten een grote zuiveringsinstallatie voor de hele stad te bouwen in het Westelijk Havengebied; acht jaar later was die klaar.
Als herinnering aan het verleden mochten op het eiland drie van de kleinste bassins blijven staan. De twee meest westelijke worden herschapen tot het Annie M.G. Schmidthuis: een speels cultuurcentrum met een aan de schrijfster gewijde expositie, theater en filmzaal, restaurant en speeltuin op het dak. Het derde bassin wordt het kantoor van architectenbureau Faro.
Ten westen en zuiden van de bassins komen woonwijken. Tussen de westelijke huizenblokken is een sportpark gepland. Omstreeks 1990 dacht men nog aan 50% sociale huurwoningen, maar inmiddels is 30% de norm. De mooiste en duurste huizen komen te staan aan het IJ, aan de noordrand. Langs de IJburglaan zien we grote billboards die het eiland nu al aanprijzen als nieuwe woonparadijs. Daar bestaat enige scepsis over. Dankzij lijn 26 is het eiland veel bereikbaarder geworden, maar excentrisch blijft het. Bovendien is er veel verkeersoverlast. En geologen vrezen dat heien hachelijk is, omdat in deze ‘oergeul’ van het IJ de fameuze ‘eerste zandlaag’ vaak ontbreekt en misschien ook wel de tweede!
Studenten in containers
Vlak voor de kruising met de Ringweg-Oost zien we aan de linkerhand tot onze verrassing het eerder zoek gewaande tankstation Kriterion. Niet toevallig draagt het dezelfde naam als de bekende bioscoop: beide waren en zijn werkverschaffingsprojecten voor studenten, in 1945 bedacht door de jonge verzetsman Piet Meerburg, onlangs overleden. Net vóór het tankstation ligt een betegeld zijpad. Ongeveer hier komt de Kaapkotweg naar de nieuwe ‘Rio-buurt’.
We zouden rechtdoor kunnen lopen, over de Jan Schaeferbrug naar IJburg, het nieuwe woongebied in het IJmeer dat bij onze wandeling in 1990 nog Nieuw-Oost heette en alleen nog in gedachten bestond. Dat doen we nu maar niet – want we moeten weer terug langs hetzelfde stuk IJburglaan van daarnet. Een alternatieve route is er nog niet. Teruglopend kijken we voor de afwisseling naar de zuidkant van de laan. Daar is zowaar al een nieuw, wat somber ogend woonwijkje neergezet door corporatie De Key. Het blijken studentenflats, opgetrokken uit gestapelde containerwoningen.
We steken het kruispunt over en gaan vlak voor de futuristische vormgegeven tramhalte van tram 26 linksaf de ‘ventweg’ op. Aan onze rechterhand zien we allereerst een tijdelijke ‘Park + Ride’ voor toeristenbussen en daarachter een complexje oranjebruine prefab ‘blokhutwoningen’. Van 2001 tot 2005 was dit Asielzoekerscentrum Zeeburg. Nu wonen er studenten, die binnenkort weer moeten verkassen naar de containerwoningen aan de IJburglaan, want de hele zuidwestkant van het eiland wordt de moderne Baaibuurt-West. Verder doorlopend zien we rechts nog een terreintje dat kermisexploitanten gebruiken als winterverblijf. En dan staan we weer op de zuidelijke dijk. Rechtsaf komen we weer op bekend terrein en lopen weer naar de Amsterdamse Brug. Terug naar het ‘vasteland’!
Tekst: Peter-Paul de Baar
Juli-Augustus 2010
Zeeburgereiland, 3 juli 1987. Collectie Stadsarchief Amsterdam
Delen: