Maartnummer 2022

In dit nummer

Indisch Amsterdam

Jan en Leo Lucassen

Hoewel Den Haag bekend staat als de vestigingsplaats van Indische repatrianten, vestigden de meeste zich vanaf 1946 in Amsterdam. Met name in de nieuwe Westelijke tuinsteden, Geuzenveld en Slotermeer. Restaurants en toko’s openden hun deuren en in de Karel du Jardinstraat kwam een Indische hbs, een overbruggingsschool waar Indische kinderen die in de oorlog in de kampen hadden doorgebracht werden bijgespijkerd.

Molukkers in Mokum

Herman Keppy

Al aan het begin van de twintigste eeuw studeerden er Molukkers aan de UvA. Na de onafhankelijkheid van Indonesië kwamen er ook Molukse marinemannen en hun gezinnen naar Amsterdam, vanwege de aanwezigheid van het marine-etablissement Kattenburg. Zij bleven in dienst en gingen op in het stadsleven. Het zou hun integratie een stuk makkelijker maken dan die van de grote groep Molukkers die in dienst waren geweest bij de KNIL, het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, en elders in het land in geïsoleerde centra werden ondergebracht.

‘Verwijder Van Heutsz en je hebt een vrijheidsbeeld’

David Geneste

Frits van Hall leverde begin jaren 1930 het beeldhouwwerk voor het controversiële Van Heutsz-monument in Amsterdam-Zuid. Het moest Johannes B. van Heutsz eren, die rond 1900 zijn sporen had verdiend als ‘pacificator’ van Atjeh en later als gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. In progressieve kringen wordt Van Heutsz echter als koloniale onderdrukker gezien; de pacificatie van Atjeh was gepaard gegaan met talrijke oorlogsmisdaden. Wie voorbij deze goed/foutkwestie weet te kijken, ziet dat Van Hall, zelf van Nederlands-Indische afkomst, met zijn beeldhouwwerk vooral een ‘echt’ stuk Indië wilde laten zien.

In de ban van de Axel en Rittberger 

Guus Mater

Kunstrijden was lange tijd geen traditie in Nederland. Nederlanders reden afstanden, en deden dat op natuurijs. Dankzij Amsterdamse trainster Annie Smid-Verlee veranderde dat. Ze coachte Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel, die vanaf 1955 de medailles aaneenregen. Annie was zelf al heel vroeg in de ban geraakt van het kunstrijden. Als 9-jarige had ze in 1934 bij de opening van de kunstijsbaan in Amsterdam-Oost het Noorse fenomeen Sonja Henie over het ijs zien dansen. Voor haar verjaardag kreeg ze een paar kunstschaatsen, gekocht bij Zwartjes in de Utrechtsestraat. Ze spaarde zelf acht gulden voor een seizoensabonnement bij elkaar. 

Dwalen door Amsterdam: Tekeningen van Gerrit Lamberts

Erik Schmitz

Kunstenaar Gerrit Lamberts (1776-1850) tekende Amsterdam in een tijd dat het verval zichtbaar was:
als een verstilde stad waar het leven in een bedaagder tempo doorging. Lamberts bezocht
vertrouwde locaties in de stad, een straatje bij een bekend gebouw of een historisch poortje. En hij
tekende hofjes, kerkinterieurs, ambachtslieden op straat, en de paden buiten de stadsgracht. De
schetsen die hij ter plekke maakte in potlood of zwart krijt werkte hij thuis uit met pen en penseel.
Het bijzondere werk van Lamberts is vanaf 1 april te zien tijdens een grote tentoonstelling in het
Stadsarchief: Dwalen door Amsterdam. Tekeningen van Gerrit Lamberts, 1800-1850.

Luchtvaartpionier Italo Balbo

Renée Karsten

Op 1 juli 1933 landde Generaal Italo Balbo, de Minister van Luchtvaart en rechterhand van Benito
Mussolini, op het Buiten-IJ met zijn eskader van 25 vliegtuigen. Hoewel één van de vliegtuigen
verongelukte, waarbij een bemanningslid omkwam, werd in aanwezigheid van duizenden
toeschouwers Balbo feestelijk ontvangen. De kranten spraken van ‘een grootsche aviatische
prestatie’. Alleen Het Volk was kritisch: de vliegtocht zou als dekmantel dienen voor de ware aard
van het fascistische regime.

Vaste Route, Michiel Romeyn

Katja Kreukels

Een hobby van komiek, kunstenaar, Jiskefetter en rasechte Amsterdammer Michiel Romeyn is
verkeerd te fietsen en zo surrealistische plekken te vinden die hem fascineren en inspireren. Al
fietsend van de Berlagebrug, vlakbij zijn huis, naar de Oosterbegraafplaats vertelt hij over wat hij
tegenkomt. Daarbij neemt hij geen blad voor de mond. Hij kent elke grasspriet, elke tegel, maar thuis
voelt hij zich er niet meer. De stad is door de komst van yuppen en expats zo ingrijpend veranderd
dat het oude Amsterdam volgens hem verdwijnt.

De kelder van Rembrandt

Mark Ponte

Rembrandt van Rijn kocht in 1646 zijn huis aan de Jodenbreestraat 4, nu het Rembrandthuis. Om een
extra cent te verdienen verhuurde hij de kelder als opslag voor tabak. Een deel verhuurde hij aan de
Portugees-joodse koopman Daniël Pinto, die in het hoekhuis naast dat van hem woonde. Dat verliep
niet helemaal soepel. Uit de notariële akten komen problemen naar boven als geluidsoverlast, een
betalingsconflict, diefstal en zelfs een gewelddadig opstootje.

En verder:

  • Stadsnieuws
  • Standplaats Slotermeer. Een Indisch thuis in een nieuwbouwwijk.
  • Column Felix Rottenberg
  • Column Guus Luijters
  • 50 & 25 jaar geleden
  • Verschenen
  • Komt dat zien
  • Fijn dat u meeleest