Koffie en kanaries van Hellevoetsluis
In de 17de en 18de eeuw kozen jaarlijks 50.000 Nederlandse mannen het ruime sop. Talloze zeemansvrouwen die aan wal achterbleven moesten het in hun eentje zien te rooien. Over hun dagelijks leven is weinig bekend, maar dankzij door het Sailing Letters-project opgedoken brieven in Britse overheidsarchieven weten we nu meer. Het bestaan was hard, door geldgebrek, maar ook omdat de vrouwen hun liefdespartner misten.
Vóór hun vertrek machtigden zeelieden hun echtgenotes vaak om de zakelijke transacties te regelen en bijvoorbeeld een winkeltje te bestieren. Sommige zeemansvrouwen speelden een belangrijke rol in de handel in voedsel en bier of exotische producten. Minder kapitaalkrachtige vrouwen verdienden wat geld met huishoudelijke klussen als spinnen, naaien of wassen. In het uiterste geval namen zij hun toevlucht tot prostitutie.
Zo ver hoefde de Amsterdamse Hendrikje de Cerff-Ten Broek niet te gaan. Zij had geen kinderen en had voldoende geld dankzij een achtergelaten schuldbrief van haar man Christiaan: een stuurman die in 1779 maandenlang in Hellevoetsluis moest wachten totdat zijn schip eindelijk mocht uitvaren. Naast zijn gage verdiende hij flink aan de handelsgoederen die een stuurman mocht meenemen op zijn heen- of terugreis naar en van de Kaap of Batavia. Hendrikje fungeerde als tussenpersoon in die privéhandel. Met de briefjes aan haar ‘liefhebbende man’ stuurde zij van alles mee, zoals glazen voor de scheepschronometer, voedsel, laxeerpillen, een zeemansjas en een mandje met schone was.
Christiaan bestelde bij zijn vrouw kanaries, die schippers en stuurlieden vaak aan boord hadden. Hendrikje wilde ze graag komen brengen, maar hij liet haar weten dat ze niet welkom was in Hellevoetsluis. (Ze heeft de vogels aan hem opgestuurd.) Rond 5 december ontving Christiaan nog een sinterklaasgeschenk: een dukaat en allerlei lekkers verstopt in een lading koffie en met Nieuwjaar een liefdesverklaring in dichtvorm om mee te nemen op zijn jarenlange reis naar de Oost.
Hij verdiende goed aan zijn reizen en overleefde en passant de Engelse verovering van VOC-schepen in de Saldanhabaai, maar was weinig thuis. Het huwelijk bleef kinderloos. Overzee had Christiaan wel een zoontje gekregen met een inlandse. Maar of het thuisfront daarover is bericht…?
MARIJKE VAN DER WAL, DE VOORTVARENDE ZEEMANSVROUW. OPENHARTIGE BRIEVEN AAN GELIEFDEN OP ZEE (ZUTPHEN 2010).
Maarten Hell
Februari 2011
Delen: