Japanse bedrijven in Amsterdam

Voor Japan vormt de Amsterdamse regio een cruciale toegang tot Europa. Omgekeerd is Japan een uiterst belangrijke en gekoesterde investeerder voor Amsterdam. Yasunori Sugiyama, directeur van de Bank of Tokyo, en Marcel van Aelst, vice-president van de raad van bestuur van de Japanse Okura-keten, vertellen over deze relatie die al 413 jaar duurt.

Ondanks een twintigjarige bankencrisis is Japan nog steeds de derde economie ter wereld. De aanwezigheid van Japanse bedrijven in de regio Amsterdam is even discreet als groot. Na de Verenigde Staten is Japan zelfs de grootste investeerder hier.
Ook in vergelijking met de rest van Europa betekenen Amsterdam en Amstelveen veel voor Japan; na Londen en Düsseldorf staat Amsterdam in Europa op de derde plaats. Prominente bedrijven zijn onder andere het Okura Hotel, Canon, Sony en Yakult. De Bank of Tokyo was het eerste Japanse bedrijf dat zich in 1963 vestigde in Amsterdam; op 4 juli was dat exact 50 jaar geleden. Het werd gevierd in het Okura Hotel in de Ferdinand Bolstraat.
The Bank of Tokyo-Mitsubishi UFJ (Holland NV) zit tegenwoordig in het World Trade Center aan de Zuidas, op de vijfde verdieping van Toren D aan de Beethovenstraat. Het is vroeg in de ochtend. In de enorme lichte hal van het WTC heerst een gedempte drukte. Mannen in strakke pakken en vrouwen in scherpe mantelpakken haasten zich naar de tientallen liften. Glimmende gangen. Internationale bedrijvigheid.

Spil in Amsterdams zakenleven
Yasunori Sugiyama, directeur van de Nederlandse vestiging van de Bank of Tokyo, ontvangt mij in de directiekamer. De jurist is een spilfiguur in het Amsterdamse zakenleven: tot voor kort was hij voorzitter van de Kamer van Koophandel van Japanse bedrijven in Amsterdam. Hij ging mee met de grote handelsmissie naar Japan in september vorig jaar, onder leiding van Eberhard van der Laan en Jan van Zanen, burgemeester van Amstelveen.
Sugiyama, uiterst voorkomend, spreekt Engels: “Dit is mijn tweede periode in Amsterdam. De eerste was van 1990 tot 1994; ik was toen 30 en net afgestudeerd. Onze twee zonen zijn hier geboren. Het is prettig leven in Amsterdam voor een gezin met kleine kinderen. Daarna ging ik naar Londen, het grote financiële centrum, maar ik vond die stad te groot om er aangenaam te leven. Amsterdam is beter, heeft een prettige omvang. Ik woon in Buitenveldert. Alles is hier; er zijn veel Japanse restaurants.”
Er zijn ongeveer 450 Japanse bedrijven in Nederland, waarvan ruim driekwart in Amsterdam en omgeving. Sugiyama: “Amsterdam vormt een poort naar Europa, met Schiphol en de haven van Rotterdam. Deze regio is logistiek erg handig. Bovendien maakt de Nederlandse belastingstructuur investeren hier gunstig. Ook zijn de Nederlandse regering en het Amsterdamse stadsbestuur benaderbaar. Ze helpen ons prima en ik waardeer die steun. Nederlanders zijn open en vriendelijk. Onze bedrijven groeien hier.” 
Bij de Nederlandse vestiging van de Bank of Tokyo werken meer dan 100 mensen: een klein deel Japanners en verder tientallen nationaliteiten. Sugiyama: “Maar wij zijn ook het hoofdkantoor voor Wenen, Praag en Warschau; dan komen we op 180 mensen. Wereldwijd werken er meer dan 100.000 mensen bij onze bank. Het is de grootste van Japan en de grootste Aziatische bank in Nederland.”
Plotseling pakt hij van zijn bureau een fraaie oude ingelijste prent van het eiland Dejima alias Decima. Dejima was van 1641 tot 1859 een Nederlandse handelspost in de baai van Nagasaki. En dat was heel bijzonder. Alleen Chinezen en Nederlanders hadden destijds contact met het isolationistische Japan. Voor alle andere naties was het land gesloten. Sugiyama: “Er is vier eeuwen geschiedenis tussen Japan en Nederland en dat heeft geen enkel ander land. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk kwamen later; er is een sterke band tussen onze landen.”

Schip De Liefde
Het begon allemaal met De Liefde. Zo heette het eerste Nederlandse schip dat op 19 april 1600 de Japanse kust bereikte. De Liefde vertrok twee jaar eerder met vier andere schepen en voer via de zuidpunt van Zuid-Amerika naar Azië, over de Stille Oceaan. Alleen De Liefde bereikte Japan. De Japanners zagen met verbazing de Hollandse barbaren arriveren, maar schoten ze wel te hulp. Dat vormde het begin van de nu 413 jaar durende relatie.
De Hollanders vertrokken met een brief van shogun Tokugawa waarin hij verklaarde open te staan voor handel met Holland. De Hollanders bevielen, ook omdat het ze louter om de handel te doen was. Anders dan de Portugezen en Spanjaarden waren ze er niet op uit Japanners te bekeren tot het christendom. 
Gezanten van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (voor de helft Amsterdams eigendom) brachten een antwoord van stadhouder prins Maurits naar het Japanse hof. Shogun Ieyasu gaf daarop een handelspas aan de leider van de gezanten: het begin van de lucratieve handelsbetrekkingen met Japan. De uitzonderlijke pas uit 1609 wordt nu bewaard in het Nationaal Archief.
Twee eeuwen lang waren Nederlanders de enige westerlingen die handel mochten drijven op Japan. Het kunstmatige eiland Dejima was maar 120 bij 75 meter (niet meer dan een voetbalveld) en de Nederlanders mochten er slechts eens per jaar af. Dan reisden zij voor een ultrakorte audiëntie naar het hof van de shogun die onzichtbaar bleef achter een gordijn. Dejima werd in 1859 gesloten, vijf jaar nadat Japan door de Amerikanen was gedwongen zich voor handel te openen.
Eind juni 1862 bezocht voor het eerst een Japans gezantschap Amsterdam. En in 1863 kwam een aantal Japanse juristen en technici op studiereis hierheen. Een van hen, de jonge werktuigkundige Ookawa Kitaro, zou niet meer thuiskomen. Hij overleed onverwacht in 1865 en werd op de Oude Westerbegraafplaats begraven. Na de ruiming daarvan volgde een herbegrafenis op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Met gemeentesteun werd daar in 1983 een replica van zijn oorspronkelijke grafmonument geplaatst. Toen autofabrikant Nissan in dat jaar overwoog zich in Amsterdam te vestigen, sleepte wethouder Jan Schaefer de verkenners mee naar Ookawa’s monument. Dat hielp: Nissan koos definitief voor Amsterdam.
De Amsterdamse ingenieurs Cornelis van Doorn en Johannis de Rijke verrichtten tussen 1872 en 1903 belangrijke waterbouwkundige werken in Japan; zij worden daar nog steeds geëerd. De Tweede Wereldoorlog, met de Japanse verovering van Nederlands-Indië, vormt de zeer zwarte bladzijde in de betrekkingen. Maar in de loop van de jaren vijftig ontwikkelde Japan zich tot een moderne economische grootmacht. In 1963 vestigde de Bank of Tokyo zich als eerste Japanse bedrijf in Amsterdam. Een andere mijlpaal was de opening van het luxueuze Okura Hotel aan de Ferdinand Bolstraat in 1971.

Gezichtsverlies
Marcel van Aelst bekleedt een bijzondere positie. Na een succesvolle carrière bij het Amsterdamse Okura Hotel is hij nu ‘vice chairman’ van de hele Okura-groep, inclusief de Nikko Hotels: een concern met 80 hotels, 48 delicatessewinkels, fabrieken en meer. Hij is na de heer Okura zelf de tweede man in dit grote Japanse bedrijf. Hij is net terug van een lang zakelijk verblijf in Japan. Hij studeerde in 1970 af aan de Hogere Hotelschool Den Haag en hielp mee met de opening van het Okura in 1971. “Ik ben binnen de firma opgeklommen, toen ik terugkwam in de groep na 20 jaar internationaal gewerkt te hebben. Ik vlieg in mijn huidige functie veel heen en weer naar Japan; daar ben ik zo’n 120 dagen per jaar.”
We ontmoeten elkaar in de directiekamer onder de lobby van het 22 verdiepingen hoge gebouw. Bij oplevering was het op één na hoogste gebouw van de stad; alleen de ‘Shelltoren’ (gebouw Overhoeks) in Noord was hoger. Het hotel vormt een opvallend symbool voor de aanwezigheid van Japanse bedrijven in Amsterdam en ook van het Japanse toerisme naar de hoofdstad, al bestaat de bezetting van het hotel maar voor 14% uit Japanners.
Wordt het hotel getroffen door de crisis? Van Aelst: “De crisis merk je duidelijk, al heb ik dit jaar niet te klagen. Het restaurant Ciel Bleu met twee Michelin-sterren, op de bovenste verdieping, draait goed. Daar is geen omzetdaling. En ook de kamers lopen goed. Op 30 april, bij de inhuldiging van koning Willem-Alexander, hadden we vijftien vorstenhuizen hier.”
De Japanse (bedrijfs)cultuur zou gedisciplineerder, vormelijker en loyaler zijn dan de Nederlandse. Van Aelst: “Voor de Japanners is ‘zero defect’ essentieel; dat je geen gezichtsverlies leidt. Het was bijvoorbeeld een ernstig gezichtsverlies voor de toenmalige directeur van de Amsterdamse vestiging dat het Amsterdamse operagebouw niet hier in de Ferdinand Bol kwam.” Dat zou volgens de oorspronkelijke gemeenteplannen komen op het Oude RAI-terrein. Dat ging niet door. Opera en stadhuis werden samen een ‘Stopera’ op het Waterlooplein. Van Aelst pakt een boek over het hotel en laat een ontwerptekening zien. Zoals het stadhuis nu verbonden is met het muziektheater, was dat ook de bedoeling met het hotel. Er waren twee verbindingen gepland met de opera. Dat was de reden om het hotel juist op die plek tussen Pijp en Rivierenbuurt te bouwen. “De gemeente kwam zijn belofte niet na – en daarom bleef het bij één Okura-hotel in heel Europa. Dat gezichtsverlies had dus grote gevolgen. Okura breidde verder uit in Azië. Premier Van Agt is nog naar Tokio gegaan om excuses aan te bieden. Iedereen binnen de firma weet dit; het komt steeds terug, hoewel ikzelf vind dat we naar de toekomst moeten kijken.” 
Het hotel heeft een luxueuze uitstraling. Maar Van Aelst benadrukt dat het een openbaar gebouw is, waar iedereen welkom is om te komen eten of drinken, ook in de bar op de hoogste verdieping met het weergaloze uitzicht over de stad. Het Okura heeft vijf restaurants en twee bars. De laagste kamerprijs is € 210. Van Aelst: “De duurste suite kost € 12.500 per nacht. Dan heb je wel de hele 17de en 18de verdieping, 485 vierkante meter, met een bioscoop. Dat zijn heel andere dimensies. Daardoor krijgen wij veel bekende artiesten, politici en staatshoofden. Ik geef nooit namen, maar het is bekend dat de Russische president Poetin hier onlangs was.” 
Er wonen rond de 4.000 Japanners in Amsterdam en Amstelveen. Ondanks hun grote economische rol blijven zij op de achtergrond. Van Aelst: “Japanners zijn gereserveerd en bescheiden, maar je kunt echt op ze bouwen. Zij zijn traditioneler dan de Nederlanders. Amsterdam is een ‘open society’, een stad van ‘seks, drugs en rock-’n-roll’, Japan is veel conservatiever, beleefder en gedisciplineerder.” Of het nu daardoor komt of niet, maar de meeste Japanse expats houden het op een tijdelijk verblijf van een paar jaar. Hoe prettig het leven in Amsterdam ook is.

Delen:

Jaargang:
2013 65

Gerelateerd

"Ik woon in De Baarsjes! En jij?" Rondrit met Eberhard door zijn Amsterdam.
"Ik woon in De Baarsjes! En jij?" Rondrit met Eberhard door zijn Amsterdam.
Vaste route 8 oktober 2017
Roel van Duijn over zijn rol in de Amsterdamse revolutie
Roel van Duijn over zijn rol in de Amsterdamse revolutie
18 mei 2014
De vaste route van Noraly Beyer
De vaste route van Noraly Beyer
Vaste route 24 januari 2014