Hoek Paleisstraat-NZ Voorburgwal, 4 augustus 1877: Trefpunt voor het Amsterdamse Fleet Street

‘Ach, hoeveel zachte stukjes werden dáár niet gecomponeerd’

Op 4 augustus 1877 opende restaurateur Eduard Meijer hotel en café Palais Royal op de hoek van de Paleisstraat en de Nieuwezijds Voorburgwal. Het werd een vaste stek voor redacteuren van de dagbladpers in de buurt.  

Het hôtel et café met de deftige naam Palais Royal was een initiatief van Eduard Meijer, de voormalige chef-kok van het Poolsche Koffiehuis (later Hotel Polen), tussen Kalverstraat en Rokin. Ooit was hij daar als twaalfjarig ventje begonnen in de bediening en nu stond hij op het punt een eigen horecazaak te openen op een al even prominente locatie. Op 4 augustus 1877 meldde een apetrotse Meijer in chocoladeletters aan het krantenpubliek dat zijn zaak van start ging in een verbouwd pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal, op de hoek van de nieuwe Paleisstraat ter plaatse van de verdwenen Stilsteeg. De hotelnaam ontleende hij aan het tegenovergelegen Koninklijk Paleis, waar zijn gasten op uitkeken. 

Kamers op de bovenste etages waren goedkoper, vermoedelijk vanwege de geringere oppervlakte en plafondhoogte. Eduard Meijer verzorgde ontbijt en, na reservering, ook diners. Als zoon van de in de buurt populaire straatzanger Kees Meijer, alias Meijer de Rijmer, wist hij hoe hij klanten moest lokken: met stunts en vermaak. Zo liet hij in 1879 de ‘grootste spiegel van Nederland’ (7 bij 3,5 meter) in zijn hotel plaatsen en opende hij een biljartzaal met drie biljarttafels. 

In de loop der jaren kocht Eduard Meijer steeds meer buurpanden aan om zijn uitdijende klantenkring in alle comfort te kunnen ontvangen. Voor de eerste verbouwing schakelde hij de bekende architect Isaac Gosschalk in. Na uitbreiding bestond het hotel in 1880 uit veertig logeerkamers en salons, bad- en toiletkamers en zalen voor diners, biljarten en conversatie.  

Goedkope daghap 

Precies op tijd voor de Wereldtentoonstelling van 1883 wist Meijer het aantal kamers tijdelijk op te schroeven tot 65, met vijf bedden per kamer, waarvoor hij nu kon adverteren met het predicaat ‘grand hôtel’. In de restauratiezaal was plaats voor ruim honderd personen, die à la carte gerechten of een dagschotel konden bestellen of aanschuiven aan de nog goedkopere table d’hôte.  

De goedkope daghap en het café waren koren op het molentje van de journalisten en redacteuren van de dagbladpers die in de buurt werkten, vooral na demping van de Nieuwezijds Voorburgwal in 1883. Mede vanwege de nabijheid van het telegraaf- en postkantoor schreven correspondenten uit andere steden hun stukjes in Palais Royal. Tussen vier en zes uur ‘s middags, als de provincie- en stadseditie waren gedrukt, was het een drukte van belang aan het ‘journalisten-tafeltje’. Ter ontspanning speelden dagbladschrijvers van allerlei gezindten een spelletje kruisdomino met minieme financiële inzetten. Ook enkele Tachtigers, zoals Albert Verwey en Frederik van Eeden, spraken af in Palais Royal. 

Vanwege de vaste journalistieke klandizie en het toenemende vreemdelingenverkeer naar Amsterdam moest Meijer in 1896 andermaal uitbreiden. Ditmaal ging het ten koste van de naastgelegen boekdrukkerij van Matthijs J. Portielje. Hij liet architect Gerrit van Arkel een nieuw hotelpand ontwerpen, met dakterrassen en in het midden zelfs een forse koepel, zoals die ook het tegenovergelegen stadhuis sierde. Om de financiering rond te krijgen en vanwege een probleem met de drankvergunning, liet Meijer in 1901 een naamloze vennootschap oprichten ter bestiering van zijn zaak.  

Elektrische bordenwasser 

Drie jaar later struikelde hij van het balkon van de eetzaal op de eerste verdieping: hij maakte een onfortuinlijke landing op het plaveisel van de Nieuwezijds Voorburgwal en overleed in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. Zijn opvolgers als exploitanten waren zijn sportieve zoons: Eduard junior – tevens Nederlands kampioen lange afstandszwemmen en een legendarische reddingzwemmer in de Amsterdamse grachten – en de eveneens behoorlijk zwemmende August Meijer.  

De broers, die mede dankzij de externe financiers ook zwommen in het geld, lieten Van Arkels hotelpand alweer vervangen door nieuwbouw van kolossale afmetingen. Het ontwerp van Kropholler en Staal was geïnspireerd door Amerikaanse commerciële architectuur.  

Met het razendsnel neergezette nieuwe gebouw van 1905 kromp het aantal logeerkamers weliswaar tot veertig, maar het Palais Royal beschikte nu over meer zaalruimte. Indrukwekkend waren verder de moderne telefoon-, wek- en brandalarmsystemen, alsmede een reusachtig kookfornuis van 5,5 bij 1,5 meter en een elektrische bordenwasser. In de keuken voerde de Zwitserse chef Rudolf Schardt de scepter. Hij had het vak geleerd in Parijs en was in 1901 om duistere redenen ontslagen bij Hotel Krasnapolsky.  

Alle vernieuwing ten spijt gingen de zaken bergafwaarts voor het Palais Royal. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam het toerisme naar de hoofdstad grotendeels tot stilstand en kelderden de inkomsten voor de uitbatende broers. In 1921 verkochten zij het pand aan de Nederlandse staat, die er een Postgirokantoor wilde laten bouwen. 

W Hotel 

Het Volk bracht het bericht op 14 augustus 1920 met een nostalgische voetnoot: ‘ach, hoeveel zachte stukjes werden dáár niet gecomponeerd’. Na sluiting van Palais Royal zou het trefpunt van de Amsterdamse Fleet Street zich deels verplaatsen naar Café Scheltema, waar ook schrijvers zoals het Oostenrijkse ‘hotelmens’ Joseph Roth graag vertoefden en dronken. 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Ontdek Ons Amsterdam

Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?

Abonneer je Arrow right Geef cadeau Arrow right

In 1924 begon de sloop van het huizenblok tussen Nieuwezijds en Spuistraat en tussen Paleis- en Raadhuisstraat, waarbij ook het tot dan toe gespaarde achttiende-eeuwse huis van de Italiaanse tabaksgigant Crevenna van de aardbodem verdween. Op 19 december 1927 opende het door Joop Crouwel ontworpen Postgirokantoor, ook bekend als het ‘Geldkantoor’. Zeven jaar later betrok de Rijkstelefooncentrale de bovenverdieping, terwijl een sigarenwinkeltje beneden op de hoek de naam Palais Royal in ere hield.  

In 2000 kwam op de begane grond een supermarkt van Albert Heijn, met de stenen trappen als zitplaatsen voor studenten, zwervers en toeristen. Vijftien jaar later opende – na verbouwing naar ontwerp van Office Winhov – het W Hotel, met circa 230 kamers en een verwarmd zwembad op het dak. Hiermee kreeg deze locatie zijn historische horecabestemming terug, al zijn scribenten ver te zoeken in het nieuwe ‘Luxury Boutique Hotel’. 

Schietende gast en vergiftigde kok 

Onder leiding van de broers Meijer kwam het Palais Royal tweemaal in de publiciteit met merkwaardige incidenten. In juli 1908 weigerde een lastige gast te vertrekken, na een maandenlang verblijf. Toen August Meijer en twee hotelknechts hem uit zijn kamer kwamen zetten, beschoot de man hem met een revolver. De atletisch gebouwde hotelier wist zijn aanvaller tijdig te ontwapenen, zodat de zaak met een sisser afliep.  

Een volgend voorval vond plaats in de snikhete zomer van 1912. Chef-kok Schardt ontdekte dat zijn patissier ‘zelfs in de keuken zijn genegenheid toonde voor een lid van het vrouwelijk personeel’. Vanwege dit ongewenste gedrag kreeg de banketbakker zijn ontslag aangezegd. In de week erna voelde de kok zich gaandeweg steeds beroerder worden, tot hij plotseling overleed. De betrokken arts vermoedde dat er iets niet pluis was en in braaksel en ontlasting van de chef waren sporen van arsenicum gevonden. Zou zijn laatste maaltijd – tuinbonen met spekjes – zijn vergiftigd?  

De politie verhoorde de ontslagen patissier en het vrouwelijk personeelslid en de kranten wisten wel raad met de affaire: ‘Uit wraakneming heeft men den chef-kok van het hôtel “Palais Royal” met arsenicum vergiftigd.’ De laboratoriumonderzoekers bleken echter een vergissing te hebben begaan, toen bij sectie daarvoor geen aanwijzing werd gevonden. Met een ingezonden brief ontkrachtte een betrokken arts het arsenicumverhaal: het ziektebeeld leek meer op een voedselvergiftiging. Al met al geen beste reclame voor het hotel-restaurant. 

Delen:

Buurten:
Centrum
Dossiers:
Amsterdammers
Editie:
Augustus Juli
Jaargang:
2022 74
Rubriek:
Hier gebeurde het
Tijdperk:
1800-1900