Het snordersbedrijf in crisistijd
Na ruim 150 succesvolle voorstellingen in Amsterdam ging de revue "'n Geel bandje, meneer!" begin jaren dertig op tournee door het land. Met al evenveel succes: het fenomeen snorders, mensen die als illegale taxichauffeurs wat probeerden bij te verdienen, was wijd en zijd bekend.
Vanaf 1 augustus 1931 werd in de Plantage Schouwburg aan de Fransche Laan (nu Henri Polaklaan) "'n Geel bandje, meneer!" opgevoerd. Aan deze revue van Meyer Hamel werkte een keur van artiesten mee:
Heintje Davids. Hany Boda. Piet Köhler en Jan Blok. en in een latere bezetting Lou Bandy, Willy Walden en Wiesje Bouwmeester. Operadiva Faniëlla Lohoff. een danspaar en een ballerina zongen en dansten de scènes aaneen.
![]()
Natuurlijk waren er ook revuemeisjes: de Gele-Bandgirls
![]()
Men lachte om de slimme manoeuvres waarmee ze aan de sterke arm der wet probeerden te ontsnappen. Snorren was niet nieuw. Al in de 18de eeuw vervoerden 'aapjeskoetsiers' zonder vergunning klanten naar donker Amsterdam'.
Het was een kleine groep kleurrijke figuren die zich erop beriep het beroepsgeheim in acht te nemen en wiens aanwezigheid stilzwijgend werd getolereerd. Maar met de opkomst van gemotoriseerd verkeer groeide het aantal illegale chauffeurs in de jaren twintig en dertig explosief.
Delen: