Het moet, het kan, op voor het Plan

Hier gebeurde het: Jan van Galenstraat 4

Als uitweg voor de uitzichtloze crisis die de jaren dertig van de vorige eeuw teisterde, kwamen de sociaal-democraten met het Plan van de Arbeid. De campagne die de geesten rijp moest maken voor dit idee vond plaats in de nieuwe Centrale Markthal in West. Er waren ruim 40.000 aanwezigen. 

Vanuit acht locaties – zelfs vanuit Noord – trokken demonstratieve stoeten, begeleid door fanfarecorpsen, naar het Centrale Marktterrein. De opening zou plaatsvinden om acht uur ’s avonds, maar door de massale toeloop werd het een kwartier later. ‘Het duurde anderhalf uur voordat de stoeten waren samengesmolten,’ wist de NRC te melden. Aan alles was gedacht: luidsprekers, vlaggen, extra verlichting plus brandweer en ambulances voor het geval dat. 

In een lange toespraak hekelde partijvoorzitter Koos Vorrink de regering-Colijn die niet veel meer deed dan de crisis te laten uitzieken en de lasten afschoof op de zwakste schouders. Het Plan van de Arbeid wees de weg hoe het anders kon. Daarnaast beklemtoonde hij het belang van de democratie en fulmineerde hij tegen het fascisme en in één adem door tegen het communisme. 

De aanwezige communisten konden dat minder waarderen; de CPN had zich uitgesproken voor het Plan, maar de partij had net de koers verlegd tot het streven naar een volksfrontregering. Dat Moscovisch gebak liet Vorrink liever aan zich voorbijgaan. 

Na de toespraak werd de zaal verduisterd en marcheerden vaandeldragers, belicht door fel gekleurde schijnwerpers onder bazuingeschal over het middenpad naar het podium, waar de voorzitter van de Amsterdamse Bestuurdersbond Piet van Eck de menigte de gelofte van trouw aan het Plan liet nazeggen: ‘Op voor arbeid, vrijheid, brood! Op voor het Plan van de Arbeid!’   

Multiplier effect 
De kern van het Plan was dat de overheid drie jaar lang 200 miljoen gulden zou uitgeven aan openbare werken, verricht tegen normaal loon. Dat zou de koopkracht ten goede komen, wat tot economische opleving zou leiden. Met enkele maatregelen, zoals verlenging van de leerplicht, zouden 200.000 mensen weer aan werk geholpen kunnen worden, werd becijferd.  

Daarbij maakten de opstellers, van wie de belangrijksten Hein Vos en Jan Tinbergen waren, gebruik van het door de Engelse econoom R.F. Kahn ontdekte verschijnsel dat een betrekkelijk geringe financiële injectie in de economie een zichzelf vermenigvuldigd effect op inkomens kon sorteren, door hem het multiplier effect genoemd. Aan diens chef R.M. Keynes waren de Plan-opstellers ook schatplichtig. Zijn ideeën waren in Zweden met succes in praktijk gebracht. 

Naast de werkverruiming bevatte het plan gedetailleerde voorstellen om crises in de toekomst te voorkomen. Zoals overheidstoezicht op de bancaire sector, overgenomen van het eerder verschenen Belgische Plan van de Arbeid van Hendrik de Man, en een zekere ordening van het bedrijfsleven. Bevatte het Plan-De Man slechts zeven pagina’s, het Nederlandse telde er ruim driehonderd. 

Centraal Plan Bureau 
Op een speciaal congres van SDAP en NVV, eind oktober 1935 in Utrecht, was het Plan van de Arbeid ten doop gehouden. Het was opgesteld door het Wetenschappelijk Bureau, dat op het Paascongres van de partij een jaar eerder in het leven was geroepen. De naoorlogse PvdA-politicus Van der Goes van Naters herinnerde zich vijftig jaar later: ‘Toen beierden de klokken van de Dom, [partijleider] Albarda orgelde vanaf het spreekgestoelte zoals hij dat alleen kon en het Utrechts Stedelijk Orkest speelde de Eroica! Dat was toch prachtig verzonnen? (…) Ik heb dat een heel, heel positief congres gevonden.’  

De mineurstemming waarin de sociaal-democratie al jaren verkeerde – geen electorale winst, geen uitzicht op regeringsdeelname, vergeefse oppositie tegen de Haagse bezuinigingsdrift – was omgeslagen. Er was een alternatieve aanpak om uit de crisisellende te komen en dat was hoopgevend. 

Met veel elan werd grootse propaganda voor het plan op touw gezet. Overal werden affiches aangeplakt, er kwamen 659 plaatselijke Plan-commissies, anderhalf miljoen manifesten werden verspreid en er verschenen tal van boeken en brochures waarin het Plan werd uitgelegd, toegelicht en nader uitgewerkt. ‘Het moet, het kan, op voor het Plan’ werd er gezongen en ‘Wij willen ellende wenden’. Het koor De Stem des Volks zette die planliederen op de grammofoonplaat. 

Hoewel het Plan expliciet niet de weg tot een socialistische heilstaat uitstippelde, hebben andere partijen het botweg afgewezen. Pas na de oorlog zouden ideeën eruit gerealiseerd worden, zoals de Sociaal-Economische Raad, het Centraal Plan Bureau (waarvan Tinbergen de eerste directeur was) en de nationalisering van de Nederlandse Bank. 

Fecaliëndrogerij 
De Centrale Markthal, waar de Amsterdamse lancering van de Plancampagne plaatsvond, was 15 oktober 1934 in gebruik genomen door de groothandel in aardappelen, groente en fruit, tezamen met pakhuizen en insteekhavens op het 40 hectare grote terrein. De ontwerper van het immense gebouw van 100 bij 70 meter, Nico Lansdorp, was als hoofdarchitect van Publieke Werken verantwoordelijk geweest voor veel scholen en straatmeubilair, zoals AKO-kiosken. Het had hem een professoraat in Delft opgeleverd. 

Het Centrale Marktterrein was ooit de plek van de Centrale Belt. In 1884 waren de Kattenslootbelt (nu ter hoogte van de Jacob Catskade en de De Wittenstraat) en de Zeeburgerbelt (bij het Lozingskanaal) verhuisd naar deze locatie. Omdat men toen veel verwachtte van het te gelde maken van fecaliën ten behoeve van mest, kwamen er bij de belt onder meer een ammoniakfabriek, fecaliëndrogerij en sorteerloods.  

Ontdek Ons Amsterdam

Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?

Abonneer je Arrow right Geef cadeau Arrow right

Omdat die mestverkoop vies tegenviel, werd ermee gestopt en gekozen voor afvalverbranding. Toen in 1918 de Vuilverbranding in Noord van start ging, werd het Beltterrein verlaten, tot opluchting van de omwonenden. Tot 1927 lag het braak, waarna begonnen werd met de aanleg van de Centrale Markt. De overvolle en onoverzichtelijke markt aan de Marnixtraat (tussen Rozen- en Elandsgracht) die daar vanaf 1895 in de vroege ochtend gehouden werd, verhuisde in 1934. 

Culinaire activiteiten 
Het belang van de Centrale Markt is in de loop der tijd afgenomen, omdat grote supermarktketens op andere wijze aan hun winkelwaar komen. De Centrale Markthal kwam in 2006 zelfs leeg te staan. Er is nogal wat tijd overheen gegaan om voor dit rijksmonument een bestemming te vinden. De Nationale Maatschappij tot Restaureren en Herbestemming van Cultureel Erfgoed bv, ‘een ondernemende organisatie zonder winstoogmerk’ die BOEi als handelsnaam voert, heeft het gebouw in 2021 laten restaureren. Sinds het najaar vinden er culinaire en culturele activiteiten plaats. De heropening geschiedde zonder vlaggenparade. 

Het domein van de voedselhandelaren krijgt nu ten dele een woonfunctie. De groothandelsactiviteiten blijven er gevestigd. Food Center Amsterdam, zoals de inmiddels tot Centrale Groothandelsmarkt omgedoopte Centrale Markt in 1998 zonodig moest gaan heten, wordt geconcentreerd in het noordelijk terrein. Op het aan de Jan van Galenstraat gelegen terrein komen 1700 woningen, is het plan. Daarvoor zal uitgaanspaleis Marcanti (net zo weinig Italiaans als wijlen Willy Alberti: het is de afkorting van marktcantine) moeten wijken. 

Delen:

Buurten:
West
Dossiers:
Politiek
Editie:
Februari
Jaargang:
2022 74
Rubriek:
Hier gebeurde het
Tijdperk:
1900-1950