Het derde oog van K. Schippers
Deze zomer, op 12 augustus, overleed K. Schippers, dichter, schrijver en ras-Amsterdammer. Van alle legendarische stadsflaneurs was hij me het meest lief. Ik zag hem vaak lopen in de buurt van zijn huis, het oud-Zuid van de van Baerlestraat. Hij keek naar alle bewegingen die zich in de stad voltrekken. Licht verlegen, nam hij met zijn hoofd in een ietwat schuine pose impressies in zich op.
Altijd waren het verrassende details, waarmee K. Schippers in zijn poëzie het ritme van de stad verwoordde. Lees zijn gedichten, drie, vier keer achter elkaar: ieder woord telt, het is nimmer pretentieus. Het is de taal van een jongen uit West, geboren in de van Speijkstraat 128. Schippers sprak met een licht Amsterdam accent, een beetje zangerig –een mengsel van Jordanees en gewoon Amsterdams, verre van bekakt.
Passerende trams en de haltes komen veel voor in zijn werk; hij wist dat er gekkigheid achter vandaan kon komen. Mime theater leek het wel, bijvoorbeeld een jongen en een meisje samen op een fiets zonder zadel.
Tussen 2016 en 2019 was K. Schippers stadsdichter: hij maakte een prachtige collectie van twintig gedichten over Amsterdam. Als observator van stadstaferelen, heeft hij velen, ook mij, sterk beïnvloed. Hij kende alle bioscopen die in de jaren vijftig in West floreerden, toen de televisie nog afwezig was in de huiskamers van modale Amsterdamse families: Olympia in de Bellamystraat, West End in de Jan Evertsenstraat, Victoria aan de Sloterkade, het Hallen Theater in de Jan van Galenstraat en Huize de Liefde op de Da Costakade.
De serie ‘Amsterdamse gedichten’ leerde me dat kinderen over een fabelachtig waarnemingsvermogen beschikken. Prachtig is zijn gedicht over de naderende bevrijding – Schippers was acht jaar oud in mei 1945: ‘voetballen bij de Hoofdweg, de familie van oom Maurits is dan al vermoord. Dat horen we pas later. (…) Onze vlag van verbandgaas hangt nog niet uit. Je weet dat je wordt bevrijd, zonder dat het je is verteld (…).’ Hij had het waargenomen en opgeslagen.
Sommige mensen hebben een derde oog, zo ook Schippers. Op De Clercqstraat 46 zit op de hoek met de Bilderdijkstraat een merkwaardige kloof, alsof er een hap uit de bebouwing is genomen. In de derde jaargang van de in eigen beheer uitgegeven Amsterdam (Scheur)Kalender 2022 hebben de samenstellers Ariella Legman en Bas van Lier ‘de kloof’ in de Clercqstraat opgenomen. In de voetsporen van Schippers beschrijven ze dat deze bedoeld was om de bewoners van het hoekpand aan de achterzijde licht en zicht op de binnentuin te gunnen.
Toen ik onlangs ter plekke polshoogte nam, leek het alsof ik K. Schippers hoorde, vanuit de verte, met een poëtische ode aan die kloof in de Clercqstraat.
Felix Rottenberg
December 2021
Delen: