Het deftige fotoatelier van Albert Greiner aan de Nieuwendijk

Tussen de kaas- en snoepwinkels aan de Nieuwendijk bevindt zich een bijzondere gevel: het voormalige atelier van de fotograaf Albert Greiner. Boven de deuren van grillrestaurant San Abram op nummer 89 spelen mollige peuters met een grote platencamera. Hier werd ooit met flair gefotografeerd.

In 1852 meldde zich bij de Amsterdamse politie de ‘vreemdeling’ Albert Greiner, negentienjaar oud, Duitser, afkomstig uit Neustadt, Baden. Greiner stamde uit een familie van tekenaars, lithografen en fotografen; hij gaf op dat hij ‘koopman’ was en wilde gaan werken bij zijn broers Ferdinand en Haver op Nieuwendijk nummer 87 (na 1875 nr. 89). Hij ging op kamers bij de familie Schröder die woonde op St. Nicolaasstraat 25.  

Albert Greiner kon toen niet vermoeden dat hij een van de meest bekende Amsterdamse fotografen van de 19de eeuw zou worden en dat een groot aantal van zijn foto’s zou worden opgenomen in de collecties van musea en universiteiten en in het Koninklijk Huisarchief.  

Nadat zijn broer Ferdinand in de jaren zestig terugkeerde naar Duitsland bracht Albert diens fotoatelier tot bloei. Greiner werd een ware societyfotograaf. Hij was eerder technisch bedreven dan kunstzinnig begaafd, maar vooral een goed koopman – hij rekende drie keer zoveel als andere fotografen. Klandizie vond hij in kringen van de adel, notabelen, wetenschappers en stadsbestuurders, vooral voor kleine foto’s die als visitekaartje werden gebruikt.  

Aanstormende kunstenaars uit de betere kringen als Hendrik Berlage, Claude Monet, Alphons Diepenbrock en Karel Alberdingk Thijm (Lodewijk van Deyssel) lieten zich bij Greiner portretteren. Thijm liet in 1882 zelfs vier verschillende portretten maken. Als er een nieuwe glasplaat moest worden geprepareerd, liep hij naar zijn huis op de Nieuwezijds Voorburgwal 161 om een ander kostuum aan te trekken. Toneelspelers als Louis Bouwmeester en Theo Mann-Bouwmeester kwamen uit de theaters in de Nes, verkleedden zich in de kostuums van hun voorstelling en poseerden bij Greiner in een toepasselijk decor.  

Donkere kamer 

Op kamers in de St. Nicolaasstraat leerde Greiner tot zijn geluk Antonetta Storm kennen, een nicht van zijn hospita. Antonetta werd in 1859 zwanger van Albert terwijl zij nog als dienstbode werkte. In november 1861 kondigde de volgende baby zich aan. Het paar ging in 1866 ongehuwd samenwonen en trouwde na de geboorte van het vierde buitenechtelijke kind in 1867.  

Tijdens de zesde bevalling sloeg het noodlot toe. Antonetta kreeg bloedvergiftiging en stierf twee dagen later, op 25 januari 1869. De baby overleed kort daarna. Helena ‘Trees’ Storm, Antonetta's jongste zuster, zestien jaar oud, kwam direct over uit Breda om voor het gezin te zorgen. De geschiedenis herhaalde zich: ook zij beviel ongehuwd van een kind van Albert. Pas drie jaar later trouwde hij met haar. Op de huwelijksakte werd een aantekening gemaakt dat hij het kind van Trees echtte. 

Ondertussen groeide de zaak op de Nieuwendijk. Albert nam veel personeel aan, dat opmerkelijk lang in dienst bleef. Sommigen vierden er hun 25- of 30-jarig jubileum. Het pand aan de Nieuwendijk zat overvol, met een winkel, woonkamers, fotoateliers, een donkere kamer, retoucheerkamer, drukkerij en werkplaatsen.  

 

Verder lezen? Dit artikel verscheen in ons meinummer van 2023, dat is hier te bestellen.

Ontdek Ons Amsterdam

Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?

Abonneer je Arrow right Geef cadeau Arrow right

Header: Carte de visite van A. Greiner met twee honden / Gelders Archief

Delen:

Buurten:
Centrum
Dossiers:
Amsterdammers Kunst en Cultuur
Jaargang:
2023 75
Rubriek:
Voorproefje
Tijdperk:
1800-1900
Editie:
Mei