Harry Botschuijver. 100% stemming op ieder feest
Harry Botschuijver was humorist, conferencier, tekstdichter, uitgever, zanger en feestarrangeur. En hij was de grootvader van André Hazes.
De smartlap Eenzame Kerst stond december 1976 binnen twee weken op nummer 1. Het was het debuut van volkszanger André Hazes. Zijn neef Tonny Le Roy had hem een melodietje voorgespeeld en naar eigen zeggen schreef Hazes daar ‘in een half uur’ een tekst op. Hij was geïnspireerd door een gesprek met een caféganger, die hem had verteld dat hij in de gevangenis had gezeten en dat zijn vrouw er toen met een ander vandoor was gegaan. In de stormachtige carrière die volgde, getekend door drank en huwelijksproblemen, werd André Hazes wel eens gevraagd van wie hij zijn talent had. Zijn vader, Joop Hazes, had een clowns-act op feestavondjes. Er werd gezegd dat hij eigenlijk zanger had willen worden, maar dat hij noodgedwongen schilder, tramconducteur, glazenwasser en barkeeper was – en alcoholist.
Hazes’ moeder Miep zou – volgens André – een goede stem hebben gehad. Ze zong Amsterdamse liedjes en Italiaanse wijsjes van de radio, met een eigen tekst. In 1977, in de roes van zijn eerste succes, zei Hazes dat zij zou meezingen op de kerst-lp die hij dat jaar wilde maken. Het talent kwam dus van moederskant.
In 1980 schreef het AD: ‘Het schrijverstalent heeft André Hazes van zijn opa, de niet zo erg bekende Amsterdamse tekstdichter Harry Botschuijver. “Dat zegt mijn oma tenminste. In ieder geval rijm en dicht ik alsof het niks is.”’ Een paar jaar later herhaalde Hazes dat nog eens tegen De Telegraaf: ‘Ik ben natuurlijk wel muzikaal, dat heb ik waarschijnlijk van m’n moeder, die zingt ook goed en vooral van m’n opa en opoe, die vroeger, in de tijd van Louis Davids, een variété hadden. Een soort cabaret. Harry Botschuijver heette m’n opa; oudere Amsterdammers kennen ‘m misschien nog wel’.
Dol-komisch
Over deze Harry Botschuijver is niet zoveel geschreven als over zijn beroemde kleinzoon. Toch was zijn carrière, in kleinere kring, interessant. Hij werd op 14 november 1898 geboren als Arie Botschuijver, zoon van timmerman Bart Botschuijver en Johanna Wilhelmina Engelsma. De curieuze naam Botschuijver is te herleiden tot de visserij: vissers op bot gebruikten een houten slee, die in ondiep water over de modderige zeebodem werd geschoven.
Na de lagere school volgde Arie een opleiding aan de avond-ambachtschool voor timmerlieden Concordia Inter Nos. Hij trouwde in juli 1922 met Wimmetje ‘Wil’ Oosterbaan en zij kregen vijf kinderen: Johanna Wilhelmina (‘Miep’), Jansje, Willy, Jeannette en Ary. Willy trouwde in 1947 met W.J. le Roy, Miep trouwde in april 1942 met Franciscus Johannes ‘Joop’ Hazes en werd de moeder van zes kinderen, onder wie André.
Kort na zijn huwelijk moet Arie zijn eerste schreden in de wereld van het amusement hebben gezet. Niet als Arie, maar als ‘Harry’ Botschuijver. Hij werd humorist-conferencier, lid van de Nederlandsche Artisten-Organisatie, en moet al snel enige bekendheid hebben verworven, al is daar weinig concreet bewijs van terug te vinden.
De eerste vermelding van zijn werk is te vinden in het weekblad De Arbeid van 8 februari 1930, waar een optreden van Harry wordt aangekondigd op een feestavond van Sportcentrale Ontwaakt in Frascati. Twee jaar later treedt hij een paar keer op voor de VARA-radio. Hij heeft dan een succesnummer, Een dagje potverteeren van de spaarkasvereeniging De Spaarduit, dat hij daarna vaker zal uitvoeren.
Geholpen door zijn radiobekendheid rijgen de schnabbels zich aaneen. Zo treedt hij in februari 1932 op bij de Eerste Apeldoornsche Accordeonvereeniging K.D.O. De reactie in de lokale krant is gunstig, al is er wat twijfel over zijn zangstem: ‘De bekende humorist-conferencier en auteur Harry Botschuijver, bij velen reeds bekend door zijn radiovoordrachten, wist met zijn origineel repertoire de vele aanwezigen op smakelijke wijze te amuseeren. Ernst en luim, pittige en vermakelijke geschiedenissen, vaak dol-komisch, waarom hartelijk gelachen is. In het bijzonder releveeren we “de Spaarduit”, het succesnummer van den heer Botschuijver, aan wiens declamatorische talenten we geenszins twijfelen, doch wiens stem minder bekoorde, wat dan ook aan meerdere nummers afbreuk deed’.
Amusante Beschaafde Ontspanning
Als Harry kort daarop in Schiedam optreedt is de pers ook positief. Hij begon het feest met ‘het organiseeren van een polonaise’ en trad daarna op als conferencier. ‘Zijn moppen droegen meermalen ’t Amsterdamsch karakter, want ’t terrein van handeling was wel eens het Rembrandtplein, de Jordaan, de Keizersgracht enz. Zijn liedjes waren voor het meerendeel hier onbekend en vooral die, waarin Amsterdamsche typen voorkwamen, waren zeer levendig, zoo b.v. het verhaal van de potverterende spaarclub! (...) Dat hij: “ik hebt” zei en eens “leggen” inplaats van “liggen”, zal hem niet al te zwaar aangerekend zijn door de feestvierenden.’
Botschuijver moet dus in de jaren dertig een zekere praktijk als artiest hebben gehad. Kranten vermelden optredens op een feestavond van een Vrouwenclub uit Utrecht, bij het jubileum van een muziekgezelschap in De Doele in Enkhuizen, op een feestavond voor de leerlingen van de vakcursus voor bakkersgezellen in IJmuiden, enzovoort. Het is niet goed na te gaan of hij daarmee ook in zijn onderhoud kon voorzien.
Waarschijnlijk verdiende Botschuijver meer met de uitgave van liedjes en voordrachten op papier. Die werden aanvankelijk uitgegeven door Bureau A.B.O. (Amusante Beschaafde Ontspanning), gevestigd op Mesdagstraat 19, het huisadres van Harry’s ouders. Hij verhuisde daarna naar de Van Helt Stocadestraat, waar Botschuijvers Voordracht-Onderneming een kleine tachtig voordrachten uitgaf. Die werden ook verkocht in de boekhandel en feestartikelenwinkel van J.W. Botschuijver in de Tweede v.d. Helststraat 17, mogelijk zijn broer Johannes Wilhelmus – die overigens in het derde elftal van Ajax speelde.
Gijssie zoekt een meissie
Botschuijvers voordrachten waren te koop in kantoorboekhandels en feestartikelenwinkels in het hele land en voorzagen duidelijk in een behoefte. In de uitgaven door A.B.O werd duidelijk gemaakt dat ze voor amateurs bedoeld waren, die bij feestelijke gelegenheden met een feestgedicht of grappige toespraak voor de dag moesten komen en kennelijk zelf geen inspiratie hadden. Voor 25 cent leverde Botschuijver allerlei komische voordrachten, met de garantie ‘100 % stemming op ieder feest’.
Voor heren waren er verhalen over Gijssie – Snuggere Gijssie wint de 100.000, Snuggere Gijssie zoekt een meissie; voor dames waren er Netje de baker en Netje de filmactrice. Dan waren er speciale voordrachten voor een heer en dame (De doove hospita en haar stotterende commensaal), twee dames (Juffrouw Blom en Juffrouw Krom of We houden niet van roddelen) of drie dames (De drie oude vrijsters van het park), en ten slotte voor één of meerdere kinderen (Het Bloemenventje of De arme en de rijke jongen).
Een andere uitgave bood kant-en-klare toespraken op rijm voor zilveren en gouden huwelijken, jubilarissen of verloofde paartjes. Botschuijver adverteerde ook als maker van jubileumverzen: als men de feiten uit het leven van het bruidspaar opstuurde dan maakte Harry er een feestgedicht van, desgewenst op muziek. Voor verenigingen schreef hij een clublied, voor bedrijven een jubileum-revue, gedichten, feestliederen, slagzinnen: Botschuijver was van alle markten thuis.

Ontdek Ons Amsterdam
Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?
Abonneer jeEr waren verder boekjes met kinderspelen, boekjes met moppen (Om te gillen, een serie Knalwitsen, Lachvitaminen), die hij zelf samenstelde, boekjes met rijmpjes voor Sint Nicolaas en Kerstmis, en boekjes met schlagers. Voor pakjesavond gaf Botschuijver een vouwblad uit met zo’n honderd gedichtjes die je kon uitknippen en dan op een passend cadeau plakken.
Lachpioniers
Na de oorlog keerde Harry Botschuijver terug op het toneel met Johnny Touring, geboren als Jan Hieselaar, een Amsterdamse humorist en acteur. Hij ontleende zijn artiestennaam aan de achternaam van zijn moeder, Toering. Het duo gaf optredens als Revue en Cabaretgezelschap en als De Lachpioniers.
In dat gezelschap trad ook ‘het jeugdige accordeon-phenomeen Willy le Roy’ op, echtgenoot van Botschuijvers dochter Willy. In de Hazes-biografie van Bert Hiddema komt hij voor als Wim Leroy, ‘een conferencier/accordeonist die op bruiloften en partijen de stemming erin probeert te houden met liedjes en moppen die een lange baard hebben.’ Het was Wims zoon Tonny die voor André de muziek van Eenzame Kerst zou schrijven.
De families Botschuijver, Le Roy en Hazes woonden in de Pijp dicht bij elkaar. In de jaren veertig woonde Harry op Gerard Doustraat 62 II, waar toen ook de Uitgeverij Harry Botschuijver gevestigd was. Toen zijn dochter met Joop Hazes trouwde woonden zij enige tijd in. Ze verhuisden in 1945 naar de overkant, Gerard Doustraat 67 III, waar André Hazes zou opgroeien. In 1970 gingen ze naar Gerard Doustraat 72 II.
Het is onbekend wat voor rol opa en opoe Botschuijver in de verdere artistieke ontwikkeling van André Hazes hebben gespeeld. Het leven van de familie Hazes was een tranendal (‘Een kutjeugd kun je niet uit je lijf snijden,’ zei André later) maar volgens biograaf Hiddema hadden opa en oma Botschuijver een houten huisje op het strand van Bakkum, waar de kleinkinderen wel eens een week mochten doorbrengen. Oma Wil was volgens Hiddema ‘gul en hartelijk; Opa Harry schreef teksten voor eigen liedjes, trad op op feesten en partijen, had een schitterende verzameling sigarenbandjes en hij produceerde boekjes met liedjes: Wereldmelodieën najaar (1954), De beste stemmen uit de Jordaan (1955) of Top-songs van Dorus (1957).
Jopie Hazes
Een van die boekjes was Succesliedjes van Jopie Hazes en anderen. Joop Hazes was Harry’s oudste kleinkind, zoon van Miep en de oudste broer van André. Hij zong op Jordaanfeesten voor platenwinkel De Draaitafel, op de Lindengracht. In 1957 en 1958 bracht His Master’s Voice twee singles van hem uit, Meisje doe die kauwgom uit je mond (1957) (met op de b-kant Moeder, wanneer mag ik mee) en Jopie (1958), maar beide zonder veel succes.
Dat de jonge André ook zong, op straat en op het biljart in het café waar zijn vader werkte, en dat hij in 1959 mocht optreden in het televisieprogramma van Johnny Kraaijkamp, lag dus in de lijn van de familie en het familietalent.
Harry Botschuijver overleed op 11 juni 1966, 67 jaar oud. Opoe Wil stierf in augustus 1984 in Geldrop.
Delen: