Geschiedenis van een scheepswrak
Op 10 januari 1740 loopt de Rooswijk vast op een zandbank voor de Engelse kust. Het VOC-schip dat pas enkele dagen eerder de haven van Texel verliet, zal haar bestemming in ‘de Oost’ nooit bereiken. De kostbare lading en 237 bemanningsleden verdwijnen die nacht in de golven. Er zijn geen overlevenden.
Bijna drie eeuwen lag de Rooswijk op de bodem van de Noordzee; tot een team van maritiem-archeologen besloot het wrak te bergen. Martijn Manders, co-auteur van Rooswijk 1740 is de projectleider van deze opgraving. Samen met Laura van der Haar reconstrueert hij de laatste reis van het Amsterdamse schip en zijn onfortuinlijke bemanning. Hierbij springen de schrijvers heen en weer tussen heden en verleden.
Soms volgt het verhaal de archeologen, die munten en geheimzinnige kisten opduiken. Andere hoofdstukken spelen zich af in 1740 en laten de lezers kennismaken met de bemanning van de Rooswijk: een ambitieuze scheepsarts die hoopt op een eigen apotheek, een aan lager wal geraakte Duitser die denkt rijk te worden van de zilversmokkel, en Amsterdamse weesjongens die verlangen naar avontuur. Met gevoel en veel kennis beschrijven Van der Haar en Manders hoe al deze dromen stuklopen op een zandbank.
JANNA TOEPOEL
Rooswijk 1740: Een scheepswrak, zijn bemanning en het leven in de 18de eeuw
Martijn Manders en Laura van der Haar
- Uitgeverij Balans
- 335 blz.
- € 23,99 (paperback) of € 11,99 (e-book)
Delen: