Fred Petter en de spoorwegstaking van 1903
Fred Petter groeide op in het luthers weeshuis Wittenberg. Het straatarme weeskind was een doorbijter, en ontwikkelde zich tot een belangrijke vakbondsleider in dagen van groot sociaal onrecht.
‘Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm het wil’ staat op de beroemd geworden poster, waarop een spoorwegmedewerker een trein tegenhoudt die het Centraal Station uitrijdt. In januari 1903 legden stakende spoorwegwerkers het hele land plat.
Aanleiding was een staking onder veemarbeiders in de Zaanstreek. De spoorwegvakbonden verklaarden zich solidair, ook de bond Eendracht maakt Macht, die werd geleid door Fred Petter.
Binnen een mum van tijd breidde de staking zich uit over het hele land. Vooral de snelheid en omvang van het protest waren nieuw, en maakten diepe indruk op de bevolking. De spoorwegen, die symbool stonden voor vooruitgang, snelheid en economische voorspoed, bleken ineens kwetsbaar.
De leden van Eendracht maakt Macht waren eigenlijk helemaal niet zo radicaal en zochten liever naar samenwerking met de directeuren, in het belang van hun geliefde spoorwegmaatschappij. Petters medewerkers voelden zich echter behandeld als ‘onwillige paarden’, die ‘steeds met de zweep gedwongen moesten worden’, of als een machine ‘die slechts met kolen gevoed behoeft te worden om er werkkracht van te vorderen’.
Totale verwaarlozing
Voor veel stakers werd Petter een held. Hij was overal aanwezig tussen medestakers en reed solo in ‘zijn machine’ naar stakers elders in het land. Naar eigen zeggen was hij dag en nacht op zijn post, met hooguit één sneetje brood als rantsoen. Toen aan een machinist gevraagd werd om Petters locomotief ergens op te halen, riep deze dat hij ‘geen machine van Petter zou aanraken’.
De staking was een hoogtepunt in Petters leven, dat ongelukkig was begonnen. Frederik Hermanus (Fred) Petter werd in 1866 geboren in Leeuwarden. Zijn vader overleed toen hij één jaar oud was; zijn moeder hertrouwde en verhuisde met Freds stiefvader en twee oudere zussen naar Amsterdam. Toen kort hierna ook zijn moeder overleed vertrok zijn stiefvader en liet de drie kinderen alleen achter.
Omdat Petters moeder nog maar kort bij de lutheranen in Amsterdam was aangesloten, hadden de kinderen in principe geen recht op een plek in het luthers weeshuis, maar onder de indruk van de ‘totale verwaarloozing der kinderen’ maakte dat een uitzondering. Petter en zijn zussen werden ‘aangeboden’ in het weeshuis aan de Nieuwe Keizersgracht, in gebouw De Wittenberg. Fred was zo ondervoed dat hij nog lang extra medicijnen nodig had en ook later last van zijn gezondheid zou houden.
Straffen en belonen
De lutherse diaconie was een van de grootste en machtigste instellingen voor sociale zorg in 19de-eeuws Amsterdam. In vergelijking met andere weeskinderen hadden de lutherse wezen het niet slecht. De kinderen kregen onderwijs in het gesticht of gingen naar de armenschool. Ze sliepen op dezelfde zaal (jongens en meisjes gescheiden) en groeiden met elkaar op. Maar het regime was streng en was gericht op straffen en belonen.
Ook problematisch was dat in het weeshuis kinderen en oudere behoeftigen samen werden verzorgd. Kinderen werden zo geconfronteerd met de snoeiharde kant van armoede. Hoewel het weeshuis een ‘geregelde, eerzame en godsdienstige leefwijze’ eiste, en ‘lichtzinnigheid’ en drankmisbruik tot uitsluiting konden leiden, was alcoholisme er een terugkerend probleem.
Toen een van de oudere mannen na diverse waarschuwingen weer dronken thuiskwam werd hem de volgende ochtend definitief de deur gewezen. In blinde paniek pakte hij een mes, rende naar buiten en probeerde zich voor de ogen van iedereen midden op straat de hals af te snijden.
In het weeshuis sloot Fred Petter een hechte vriendschap met een andere weesjongen met wie hij regelmatig op het matje van de bestuurders werd geroepen. Ze werden omschreven als onverschillig en ondankbaar. Petter kon het echter toch goed vinden met de ‘huisvader’ van het weeshuis, die zijn ontwikkeling zou blijven volgen.
Zwemles
Vanaf 1884 werden de lutherse kinderen gescheiden van de ouderen en ondergebracht in het nieuwe weeshuis aan de Weteringschans. Petter, zijn vriend en drie andere jongens werden echter geplaatst in het gezin van een hoefsmid op de Govert Flinckstraat.
Petter, klein uitgevallen – hij was 1.61 meter – ontpopte zich als aanvoerder van de groep. Hij stapte naar de bestuurders van het weeshuis met een voorstel: hij wilde zwemles voor zichzelf en zijn vrienden, in ruil beloofde hij betere schoolresultaten. Zijn verzoek werd ingewilligd. Bij het eerstvolgende rapport behaalden alle jongens daadwerkelijk mooie cijfers. Dat hij, eenvoudige weesjongen, zó op de bestuurders durfde af te stappen was een waagstuk, maar de onderhandeling was een succes.
In het gezin van de smid gold Petter als een doorbijter. Toen hij met zijn beste vriend de werkplaats van de Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij in de Rietlanden wilde bezoeken ‘had Petter den voet verzwikt’, aldus de huisvader die met de jongens vergezelde, maar ‘de flinke Petter is toch ook mede gegaan’.
Machinist
In het najaar van 1886 slaagde Petter als machinist op de ambachtsschool. De opleiding was eigenlijk te duur, maar omdat een van de oprichters (Holtzman) én de directeur (Dudok van Heel) ook bestuurders van het luthers weeshuis waren, kwam Petter toch in aanmerking. Hij kwam daarna als machinist in dienst bij de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM). In juni 1896 was hij betrokken bij de oprichting van de Vakvereeniging van Machinisten en Leerlingen-machinist der Nederlandsche Hoofd- en Locaalspoorwegen ‘Eendracht maakt Macht’.
Petter schreef zich nooit uit als lid van de lutherse kerk, maar hij sloot zich niet aan bij de lutherse vakbond Maarten Luther. Lutheranen, die toch al niet veel op hadden met het wereldlijk gezag of de politiek, gingen er vanuit dat de standensamenleving een vast gegeven was, en vanuit die gedachte lag de oplossing van het arbeidersvraagstuk in overleg tussen werknemers en werkgevers. Staken werd afgekeurd, een strategie die Petter in beginsel ook voorstond.
Petter en Eendracht maakt Macht waren voorstanders van samenvoeging van alle spoorwegvakbonden, maar de concurrerende Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel (NV), geleid door de sociaaldemocraat Jan Oudegeest, was daar tegen, de twee bonden bestreden elkaar openlijk en fel. Het kwam niettemin tot de oprichting van de Federatie van Spoorwegorganisaties, en Petter werd hier voorzitter van. In 1903 besloot ook de NV van Oudegeest mee te gaan in de fusie. Door de staking zou dat niet doorgaan.
Worgwetten
De grote Spoorwegstaking van januari 1903 was een succes. De spoorwegdirectie en aandeelhouders werden er zó door overvallen dat ze weinig anders konden dan de eisen van de stakers inwilligen. Maar de rust keerde niet terug. De regering Kuypers ontwierp daarom ‘worgwetten’, wetgeving om staken bij de spoorwegen en overheid voortaan te verbieden, iets waar in het land breed verzet tegen werd aangetekend.
Petter en Oudegeest richtten samen een Comité van Verweer op, waarin alle sympathiserende organisaties van het land zouden samenwerken. De spanning liep na de Spoorwegstaking steeds verder op. Onheilspellend schreef Petter: ‘Mocht, hetgeen ik niet hoop, een vonk, een vonk in die opgegaarde en steeds vermeerderde brandstof geworpen worden, dan zal de uitbarsting te geweldiger zijn, naarmate men nu die brandstof wil omkuipen’.
Binnen de bonden en het Comité ontstond echter onenigheid. Petter werd verweten dat hij door ‘kinderlijke ijdelheid’ het leiderschap niet wilde delen, en dat hij voor eigen belang was gegaan, voor ‘God, Gezin en Eigendom’. Niet hij, maar Oudegeest werd voorzitter van het Comité van Verweer. Petter raakte daarop overspannen, en vertrok naar een kuuroord bij Arnhem om te worden verpleegd. De bonden kondigden aan op 6 april een nieuwe spoorwegstaking te organiseren.
Ontslagen
Nu waren de spoorwegmaatschappijen echter beter voorbereid. Met steun van de regering lieten ze cruciale plekken in Amsterdam door militairen bezetten, en overal was de politie in het geweer. De staking mislukte. Desalniettemin werd een landelijke, algemene staking tegen de ‘worgwetten van de regering uitgeroepen, op 9 april.
Daags daarvoor keerde Petter terug uit zijn herstellingsoord en sprak ’s avonds in Amsterdam met het Comité van Verweer in het gebouw van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB). Op de vraag hoe het overleg daar ging, zei Petter: ‘Beroerd’.
Wat er overlegd werd, werd niet bekend, maar toen de Tweede Kamer op 9 april de anti-stakingswetgeving goedkeurde (en alleen de toezegging deed dat er een onderzoek zou worden ingesteld naar de arbeidsomstandigheden bij de spoorwegen) bliezen de bonden de staking af. Het besluit trof veel stakers als een donderslag bij heldere hemel. De gevolgen waren rampzalig: ongeveer tweeduizend spoorwegarbeiders werden ontslagen, of in rang verlaagd.
Ook Fred Petter ontkwam daar niet aan. Toen hij vroeg in de ochtend van de 9de april weer naar zijn kuuroord terugkeerde, waar hij op kosten van de HIJSM werd verpleegd, werd hij in de trein herkend door een hoofdambtenaar van de Maatschappij, die wist dat Petter officieel ziek was. Op de vraag of hij mee zou hebben gestaakt, als hij niet ziek was geweest, antwoordde Petter bevestigend. Dat leidde eerst tot het stopzetten van de betaling van zijn verpleging, en daarna tot zijn ontslag.
De bittere concurrentie met Oudegeest deed zich gelden. Petter werd openlijk beschuldigd van misbruik van geld van zijn Bond. In maart 1904 werd hij daar officieel van vrijgepleit, maar zijn rol aan het front van de arbeidersstrijd leek uitgespeeld. In 1906 was hij nog betrokken bij de oprichting van de vereniging Ons Belang, die opkwam voor de ontslagen stakers.
In 1914 verhuisde hij naar Haarlem waar hij als chef-monteur en werktuigkundige een behoorlijke maatschappelijke positie opbouwde. Of hij contacten onderhield met andere weeskinderen is onbekend. Zijn beste vriend stierf vlak voor deze ontslagen werd uit het weeshuis. Petter overleed in Haarlem in 1952 op 82-jarige leeftijd.
Verder lezen? Dit artikel verscheen in ons novembernummer van 2022, dat is hier te bestellen.

Ontdek Ons Amsterdam
Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?
Abonneer je
Delen: