Een monument onder het IJ
In 1957 besloot de regering in Den Haag dat Amsterdam naast de Schellingwouderbrug (geopend in 1957) en de in aanbouw zijnde Coentunnel geen derde verbinding met ‘Noord’ nodig had. Amsterdam reageerde getergd. Een “vernederende behandeling”, vond Het Parool“Deze negatieve gevoelens moeten worden weggevaagd door een positieve geest van fierheid en zelfstandigheid.” Amsterdam trotseerde de regering en begon op 2 oktober 1961 zelf met de werkzaamheden. De aanleg was een waagstuk: dit was een van de eerste ‘afzinktunnels’. Negen caissons werden afgezonken tot een diepte van ruim twintig meter beneden NAP. De trommelvliezen van de bouwers ‘kraakten’. In 1968 ging de tunnel open.
Voor Harry Bijl is de geschiedenis van de tunnel vooral een verhaal van Amsterdams doorzettingsvermogen, gedreven door een visie op de ontwikkeling van de stad en de regio die verder ging dan die van de ministeries in Den Haag. Het boek is daarmee ook onderdeel van een voortgaande discussie over nieuwe oeververbindingen – die Amsterdam graag wil, maar voorlopig door ‘Den Haag’ worden tegengehouden.
KOEN KLEIJN
EEN MONUMENT ONDER HET IJ
- Harry Bijl
- Uitgave gemeente Amsterdam
- 256 blz.
- € 19,95
Maart 2019
Delen: