Na de oplevering in 1891 werd de Magdalenakerk lange tijd gezien als het hoogtepunt van de kunde van Cuypers en ook als een vooraanstaande uiting van de neogotische stroming in Nederland. Maar al in de jaren vijftig en zestig werden de mankementen in de fundamenten zichtbaar en in 1964 sloot de kerk. De sloop liet op zich wachten. De gemeente had geen duidelijk plan over wat er in de plaats moest komen. Dit zorgde ervoor dat bewoners jarenlang naar half afgebrokkelde muren moesten kijken.
Uiteindelijk veranderde de grote verwaarloosde driehoek in de Spaarndammerstraat vanzelf in een soort parkje. Het ‘Magdalenaparkje’ ging het in de volksmond heten. In 1973 werd het omgedoopt in het Domela Nieuwenhuisplantsoen. Sindsdien is het parkje, en de buurt eromheen meerdere malen gerenoveerd. Vandaag de dag zijn de contouren van de Magdalenakerk nog altijd zichtbaar in het Domela Nieuwenhuisplantsoen. Rondom het lager liggende parkje zijn de stenen muurbogen nog steeds zichtbaar. Ook de stalen ‘Kathedraal’ met klimop aan het begin van het plantsoentje herinnert aan het statige gebouw dat er ooit stond.
In 1970 waren de buurtbewoners de verwaarloosde resten van de Magdalenakerk zat en kwamen in opstand. Dit artikel kunt u hier lezen.
Beeld header: Maria Magdalenakerk vanuit het zuidoosten 1964. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 95.818.
Beeld intext: Maria Magdalenakerk tijdens de sloop 1968. Stadsarchief Amsterdam.