De vaste route van Paulien Cornelisse
Op het Barlaeus gymnasium ontdekte Paulien Cornelisse hoe fijn ze het vond om op het toneel te staan. Ze speelde al in De Kleine Komedie en Carré. 'Toen het doek openging en ik de zaal inkeek dacht ik: wow, dit is echt een speciale sfeer.’
Paulien Cornelisse wandelt vaak en lang. Vanuit haar huis in de Watergraafsmeer zet ze iedere dag wel rond de 15.000 stappen, meestal stadinwaarts. Via de Linnaeusstraat om Artis heen bijvoorbeeld. Of richting de Utrechtsestraat, of een rondje Nieuwmarkt. IJkpunten zijn plekken waar iets lekkers te eten valt: Bakhuys in de Sarphatistraat, of Frank’s Smokehouse aan de Wittenburgergracht. En nog iedere keer als ze over de Vijzelgracht loopt denkt ze: ‘Shit, Panini is weg!’
Een lange wandeling maken vindt ze een fijne manier om haar hoofd leeg te maken: ‘Fysieke vermoeidheid is een prettige tegenhanger voor mentale inspanning.’ Ze heeft een druk leven: ze maakte een tv-serie over Japan (Tokidoki), werkt mee aan een podcast (Echt gebeurd) en deelt brei-patronen op instagram. Deze maand staat ze in het Bimhuis, samen met rietkwintet Calefax, in een voorstelling over ‘de melodie van taal’.
Vandaag begint de wandeling bij haar geboortehuis aan de Herengracht, vlak voor de Gouden Bocht. Paulien woonde hier tot haar zevende jaar, samen met haar ouders en twee jaar oudere broer. Ze heeft levendige herinneringen aan wat nu fancy de grachtengordel en de Negen Straatjes heet, maar toen een wat slordige buurt was, met leegstand en een krakerscultuur. En ook met gezellige buurtwinkels, die nadrukkelijk door het gezin Cornelisse werden gesteund: slagerij Korrel (‘altijd een plakje worst’) en bakkerij Année (‘wij verheugden ons op het bijna ondoordringbare mueslibolletje’). De melkboer kwam overigens aan huis en zette boodschappen en fléssen melk (‘toen al duurzaam’) voor de deur op de hoge stoep.
Paulien: ‘Vanuit ons raam aan de voorkant van het huis keken we uit op een van de eerste graffiti uitingen: ‘kereltje’ stond daar in keurig handschrift geschreven op de kademuur aan de overkant. Het was de tijd van krakersrellen. Mijn broer speelde thuis ME-tje met de deksel van de rieten wasmand als schild. En mijn neef belde eens huilend bij ons aan, omdat hij in een traangaswolk was gelopen. Op een gegeven moment was het duidelijk dat een bepaald pand aan de Keizersgracht binnen afzienbare tijd ontruimd zou gaan worden en dat was precies om de hoek bij onze kleuterschool in de Berenstraat. Toen heeft mijn moeder een brief aan de gemeente geschreven, of er in de planning van de aanstaande ontruiming rekening gehouden konden worden met de schooltijden. Daar is toen naar geluisterd!’
‘Het was ook de tijd dat junks de binnenstad onveilig maakten. Mijn vader hoorde een keer door de babyfoon dat het raam aan de voorkant van ons huis, waar de kinderkamer was, werd opengeschoven. Maar toen hij kwam aangestormd, was de vogel al gevlogen. Ik herinner me nog goed dat mijn ouders daar heel casual over deden. Om ons niet bang te maken natuurlijk, maar sowieso waren ze nogal relaxed. Als de kelder van het grachtenpand – we huurden de eerste etage en het souterrain – weer eens onder water was gelopen, vonden wij kinderen dat een feest, want dan mochten we met laarzen aan ontbijten.’

Ontdek Ons Amsterdam
Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?
Abonneer jeTerwijl we doorsteken richting Spui, vertelt Paulien over de verhuizing in 1983 naar de Albrecht Dürerstraat in Oud-Zuid. ‘Ik mocht met de verhuiswagen meerijden, maar dan had ik een dag school moeten missen en dat durfde ik niet aan. Ik had gehoord dat alles wat je op school leert wel eens teruggevraagd kon worden op je eindexamen. Best een zwaar besef voor een kind van zeven.’
Het gezin kwam terecht in een totaal andere buurt: geen krakers, maar senioren: ‘Hier gingen we ineens wél naar de supermarkt, want de lokale middenstand in de Beethovenstraat behoefde minder steun, vonden mijn ouders. Maar we fietsten wel om voor IJzerhandel Zuid aan de Ceintuurbaan, dat was een dierbare winkel. En onze zwemlessen kregen we niet meer in het Heiligewegbad, maar in het Zuiderbad.’
Op de basisschool, de Nicolaas Maes, was Paulien al bezig met verhalen en toneelstukjes schrijven. Misschien kon ze daar later haar beroep van maken, bedacht ze. Maar dan wel in Afrika: ‘Ik was geabonneerd op het blad SamSam en het begrip ‘De derde wereld’ leefde enorm. Als je later groot was, kon je eigenlijk niet iets doen wat je gewoon leuk vond, nee, het moest ook goed zijn voor de wereld.’
Op het Barlaeus gymnasium ontdekte Paulien hoe fijn ze het vond om op het toneel te staan en muziek te maken. Hoewel ze toen al dacht: ‘dit is wat ik wil’, koos ze voor een studie aan de UvA. Ze overwoog antropologie, maar het werd uiteindelijk psychologie. Ze werd ook lid van Crea, het cultureel studentencentrum dat destijds gevestigd was op het Binnengasthuisterrein.
Onze wandeling voert langs het monumentale, 19de-eeuwse gebouw aan het water en Paulien wijst: ‘Ik heb daar oneindig veel tijd doorgebracht. Ik speelde viool in het Crea orkest, ik volgde kleinkunstlessen en ik trad ook wel eens op in de Crea theaterzaal, met eigen sketches. Destijds dacht ik: ik doe dit gewoon omdat het zo leuk is en het doet verder niet ter zake. Maar terugkijkend zijn daar mijn ogen geopend voor wat ik eigenlijk echt wilde gaan doen: schrijven en optreden.’
Het voormalige ziekenhuiscomplex heeft nog een andere rol gespeeld in Pauliens (heel verre) verleden. Een van haar voorvaders is er geëindigd op de snijtafel van de afdeling chirurgie, waar artsen en studenten hun kennis medische kennis vergrootten door lijken te onderzoeken. Ze ontdekte deze geschiedenis toen ze meedeed aan het tv-programma Verborgen verleden.
‘Mijn verre voorvader was als baby te vondeling gelegd op de Prinsengracht met een briefje “Dit kind is niet gedoopt” en groeide op in het Burgerweeshuis. Als volwassene kwam hij wegens diefstal terecht in de gevangenis bij het Leidseplein. Daar stierf hij in een isoleercel en werd uiteindelijk gebruikt als studieobject voor studenten medicijnen in het Binnengasthuis. Een jammerlijk verhaal, en een goeie incentive om altijd links te stemmen. Omdat nu eenmaal niet iedereen opgroeit in ideale omstandigheden.’
Vanaf de Grimburgwal lopen we door naar de Kloveniersburgwal, de Aluminiumbrug over, rechtsaf. Aan de overkant zien we De Kleine Komedie, waar Paulien in 2008 voor het eerst optrad, nadat ze als tweede was geëindigd op het Leids cabaretfestival: ‘De Kleine Komedie is wel echt het theater waar iedere cabaretier van droomt. Al was het alleen al omdat dan je naam heel groot op de gevel komt te staan. Ik zou ook graag een keer in de Stadsschouwburg optreden, met al die balkonnetjes en dat rode pluche. Maar dat gaat nooit gebeuren, want ze hanteren nogal strenge regels over wat daar mag staan, meestal geen cabaret.’
Eind vorig jaar ging in de Stopera de voorstelling Operetta Land van Steef de Jong in première. Paulien Cornelisse schreef er het verhaal en het libretto voor: ‘Heel gek om niet op toneel te staan, maar in de zaal te zitten. Maar het was fantastisch om met zoveel mensen aan zo’n grote productie te werken. Heel anders dan ik gewend ben. Normaal ga ik met de trein naar een theater ergens in het land, ontmoet daar degene die mijn techniek verzorgt, doe mijn eigen make up en stap het toneel op. Aan een opera komen honderden mensen te pas. Als ze daar met een voorstelling klaar zijn, schieten meteen specialisten toe om de kostuums behandelen. Geweldig dat dat allemaal kan, dat daar geld voor is.’ Verderop zien we nog zo’n iconisch theater, Carré. Paulien stond hier voor het eerst in 2019: ‘Ik had het van tevoren een beetje gedownplayed in mijn hoofd, juist omdat het zo groots klinkt, maar toen het doek openging en ik de zaal inkeek dacht ik: wow, dit is echt een speciale sfeer.’
Vanaf de Magere Brug stappen we flink door richting Oosterpark. Paulien vertelt ondertussen dat ze op veel verschillende plekken in de stad heeft gewoond, soms kort, soms een paar jaar. In de Pijp, de Baarsjes, Westerpark, eigenlijk overal behalve in Noord en Zuid-Oost.
‘Toen ik voor het eerst een huis kon kopen, zocht ik naar een appartement in een oud schoolgebouw: dat leek me altijd geweldig. Ik had op de lagere school een vriendinnetje dat met haar hele gezin in een klaslokaal woonde en sinds die tijd heb ik dat altijd als ideale woning in mijn hoofd gehad. Ik vond zo’n verdieping in de Czaar Peterbuurt, in de Blankenstraat. Alles in één ruimte: koken, slapen, werken. Het deed me op een of andere manier ook denken aan de Herengracht, waar we in een huis woonden waarin ook niet alle ruimtes zo gedefinieerd waren. Daar sliepen we aan de ene kant van de kamer achter een kamerscherm en in de andere hoek stond een douchecabine.’
De fabrieksverdieping in de Blankenstraat verkocht Paulien toen ze in verwachting was, om in te trekken bij haar vriend en zijn twee zoons in de Copernicusstraat: ‘Die buurt paste beter bij gezinnen met kinderen, vond ik, maar ik moest er wel wennen. Als ik er vroeger kwam dacht ik: is dit überhaupt nog Amsterdam? Zo ver van het centrum?’
Dat valt dus best mee. We zijn in drie kwartier van de Amstel naar de Middenweg gelopen. Paulien is bijna thuis: ‘In zekere zin heeft de tijd hier stilgestaan, een beetje zoals in Oud-Zuid. Ik hou van het Christiaan Huygensplein, met zijn dorpse winkels en het ouderwetse chin. ind. Restaurant Wong Koen. En van de Linneaushof, dat qua bouw haast Engels aandoet. En de Ringdijk is ook prachtig met die lange bomenrij. In de herfst zie je vaak Chinese en Turkse mensen boven op die dijk tamme kastanjes rapen. In feite woon je in de Watergraafsmeer op de bodem van een meer. Iedere keer moet je die dijk overklimmen om eruit te komen en roetsj je weer naar beneden om erin terug te keren.’
Wie
Paulien Cornelisse (1976)
Studeerde psychologie aan de UvA. Schreef o.a. Taal is zeg maar echt mijn ding. M, maakt sinds 2008 cabaretvoorstellingen en schrijft om de dag een column op de voorpagina van de Volkskrant. Woont samen met podcastmaker Chris Baijema, hun zoon Wiek (8) en de twee oudere zoons van Chris, Joep en Teun.
Header: Paulien Cornelisse, foto Hans van den Bogaard
Delen: