De Nederlandse Vrouwenclub bestaat 100 jaar

Een kleine vijftig jaar lang was in twee statige panden aan de Keizersgracht een hotel-restaurant voor vrouwen gevestigd: de Nederlandsche Vrouwenclub/Lyceumclub. In april viert de Club haar honderdjarige bestaan.

Op 10 en 11 april 1929 was er feest aan de Keizersgracht, een vrouwenfeest. Op dag één was er een avond vol muziek, goochelen, toneelstukjes en dans. Een van de weinige mannelijke aanwezigen dichtte een ‘nabetrachting’ die begon met ‘Ik stond er als het genus MAN!/ En ’k wil u gaarne toevertrouwen: ’t was er een kreuz-fideele [ jolige] boel,/ ook voor een MAN best uit te houden’. Op dag twee was er een uitgebreid diner met ‘na-avond’, waar alleen vrouwen aanwezig waren. Ze zongen het lied Waar kloeke vrouwen samen zijn, geschreven door componiste Catharina van Rennes. Een foto herinnert aan dit feest: ruim zestig vrouwen (de meesten met hoed) opgepropt achter bloemstukken en een groot album. 

Achter deze foto schuilt een van die vergeten wetenswaardigheden uit de twintigste-eeuwse geschiedenis van Amsterdam: een kleine vijftig jaar lang was in twee statige panden aan de Keizersgracht 580-582 een hotel-restaurant speciaal voor vrouwen gevestigd. Het heette de Nederlandsche Vrouwenclub/Lyceumclub en was in 1924 geopend. De dames op de foto vierden het vijfjarige bestaan. Het lied van Rennes was hun clublied, de bloemstukken en het album waren cadeaus ter gelegenheid van dit eerste lustrum. 

Beschutte plek 

De Nederlandsche Vrouwenclub was (en is) een ‘Lyceumclub’. Het concept was komen overwaaien uit Engeland, dat van oudsher talloze herensociëteiten kende, maar niets vergelijkbaars had voor dames. De schrijfster Constance Smedley had daarom in 1903 een ‘lyceumclub’ voor dames opgericht, met die naam verwijzend naar het oud-Griekse Lykeion, een plek buiten Athene waar Aristoteles ooit zijn filosofenschool was begonnen. Ook vrouwen met intellectuele en/of artistieke ambities hadden recht op zo’n beschutte plek om met elkaar van gedachten te wisselen, vond Smedley.  

Na de oprichting van de Londense Lyceumclub reisde ze stad en land af om haar clubgedachte te propageren. In 1904 deed ze ook Nederland aan. Ze vond gehoor onder vrouwen van naam, zoals Lizzy van Dorp, Top Naeff, Thérèse Schwartze en Sientje Mesdag. Er werden vergaderingen belegd en er kwam zelfs al een clubblaadje, De Vonk, maar om met Top Naeff te spreken: de vonk doofde weer snel en een Nederlandse Lyceumclub kwam er voorlopig niet. Een lange reeks nieuwe pogingen volgde, maar terwijl het in Dordrecht (1912), Deventer (1916) en Den Haag (1921) wél lukte om vrouwenclubs op te richten, gingen de initiatieven in Amsterdam steeds als een nachtkaars uit.  

In juli 1922 meldde Evolutie, het blad van Wilhelmina Drucker, besmuikt dat zich in Amsterdam ‘voor de zoo-en zooveelste maal’ een comité had gevormd om een clubgebouw voor vrouwen op te richten. Maar deze scepsis bleek onterecht: op 3 januari 1923 werd ten huize van mevrouw Jenny Tweer-Westerman (Vondelstraat 78) inderdaad de Nederlandsche Vrouwenclub opgericht.  

 

Dit artikel verscheen in ons maartnummer van 2023, dat is hier te bestellen.

Ontdek Ons Amsterdam

Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?

Abonneer je Arrow right Geef cadeau Arrow right

Header: Het restaurant van de Nederlandse Vrouwenclub aan de Keizersgracht in 1954. Archief Nederlandse Vrouwenclub/Lyceumclub Amsterdam

Delen:

Buurten:
Centrum
Dossiers:
Kunst en Cultuur
Editie:
Maart
Jaargang:
2023 75
Rubriek:
Voorproefje
Tijdperk:
1900-1950 1950-2000