De borden van Kan
In het Theater Instituut Nederland zijn duizenden documenten en voorwerpen bijeengebracht: Stille getuigen van bijna drie en een halve eeuw Nederlandse en vooral ook Amsterdamse theatergeschiedenis. Dit jaar presenteerde Ons Amsterdam een klein aantal objecten uit die rijke collectie, met het verhaal dat eraan verbonden is. Deze maand is de laatste aflevering van de reeks Theaterschatten.
Op de tafel een schaal met oliebollen, in de koelkast een fles Methode Champenoise. Op de bank zit de familie televisie te kijken, af en toe een blik werpend op de klok. Het wachten is op et nachtelijk uur, dat een nieuw jaar zal brengen. Kortom een traditionele oudejaarsavond. Den die is pas compleet met een oudejaarsconference, waarin een scherpe, geestige cabaretier de nationale gebeurtenissen van het afgelopen jaar op de korrel neemt. De laatste twintig jaar hadden we Youp, Freek en Seth en nieuwkomers als Jörgen Rayman e Lebbis en Jansen. Maar het was Wim Kan die als eerste een oudejaarsconference uitsprak. Al sinds de jaren dertig leidde hij samen met zijn vrouw Corry Vonk hun abccabaret. De programma’s waren een mengeling van conferences sketches en muzikale nummers. Maar de conferences van Wim werden een steeds belangrijker onderdeel van de shows. Sinds halverwege de jaren vijftig vulde Kan het deel na de pauze in zijn eentje met een lange conferences. Vanaf 1970 zou hij in navolging van Toon Hermans ‘one man shows’ gaan geven. Intussen had Kan zich in 1954 laten overhalen om op oudejaarsavond een conference voor de radio te houden, een terugblik op het politieke jaar. Er dreigde nog even een conflict toen de VARA een paar gedurfde uitspraken (ook over de VARA en de PvdA) uit de opname wilde knippen. Kan dreigde de uitzending niet door te laten gaan, waarna de VARA toch maar alles uitzond, het werd een doorslaand succes in de jaren daarop werd zijn radioconference met oudejaar langzaam maar zeker een traditie, niet alleen voor het publiek maar, ook voor de politici. Cabaretkenner Jacques Klöters schreef dat de oudejaarsconferences zelfs interessanter waren geworden dan de troonredes: ‘’Politici hoopten dat ze, hoe dan ook genoemd zouden worden, anders dreigde het gevaar dat ze niet meer mee zouden tellen.’’ Ondanks het succes, aarzelde Kan toen ook de televisie interesse toonde. Zou het wel werken op tv? Pas in 1973 gaf hij toe en verscheen zijn eerste oudejaarsconference op televisie: Zuinig over de drempel. De uitzending werd zo mogelijk en nog groter succes dan de radio-optredens en het bleek het meest bekeken programma tot dan toe. Dagblad Trouw schreef over de uitzending: ’’Daar steekt hij voor het eerst van zijn leven zijn hoofd door wat hij eens het doorgeefluik noemde en op slag vestigt hij zijn reputatie als een van de allergrootste televisiepersoonlijkheden. Hij trok een vol schaterend en schouwend over de drempel en overwon grandioos zijn eigen drempelvrees voor het kijkmedium.’’ Het televisiepubliek genoot van Kan, die gezeten op een stoel, met het glas in de hand, spiekend van de grote kartonnen borden die voor hem lagen de politici de oren waste. En men zag hoe de politici waarvan er altijd een aantal in de zaal zat, lachten als een boer met kiespijn: hopend dat ze niet te erg te kijk werden gezet, maar inwendig trots op het feit dat Kan over hen sprak. Oudejaarsavond 1982 was Kans laatste televisieoptreden. Hij was toen 71 jaar. Het was een niet al te succesvolle avond waar een uitgebluste Kan, die in september 1983 zou overlijden, wanhopig probeerde zijn oude niveau te halen, voor zich op het toneel van het Nieuwe de La mar lagen als altijd de spiekborden aan zijn voeten. Langzaam verzittend (‘’hè, hè, ik moet even anders gaan zitten’’), gleed hij met zijn oog over de borden om de woorden te zoeken die hem de volgende verhaallijn in herinnering zou brengen. Niemand nam het kwalijk . zoals hem eigenlijk niets kwalijk werd genomen, zelfs zijn niet-gelukte laatste oudejaarsconference. Voor de laatste maal had Kan het Nederlandse volk over de drempel geholpen, zij het enigszins struikelend. Het stokje was inmiddels overgenomen door Freek de Jonge, die op diezelfde oudejaarsavond zijn eerste oudejaarsconference op televisie gaf met de titel De openbaring. Daarin verwees hij naar de oude meester door het gebruik van een reusachtige spiekbrief. Al snel waren er andere cabaretiers die zich op de avond der avonden aan een groot publiek wilden presenteren, maar de enige concurrent die het scherm haalde was Seth Gaaikema. Ook hij kwam vanaf 1983 regelmatig met een oudejaarsconference op televisie. Gaaikema zag zichzelf als de opvolger van Wim Kan, maar moest het volgens de pers altijd afleggen tegen Freek, en later tegen Youp, die in 1989 zijn eerste oudejaarsconference deed. Typerend is dat zowel Freek, Seth als Youp, hoe verschillend ze ook zijn, Wim Kan noemen als een van hun belangrijkste voorbeelden. Freek de Jonge, die het jaar 2000 uitluidde in het Nieuwe de la Mar, voelde de geest van Wim Kan door het theater waren. En Youp van ’t Hek denkt op oudejaarsavond ook nog altijd even aan Kan. Omdat ‘’de oudejaarsconference is ontstaan bij kan en is ook van Kan. […] En ik vermoed dat iedereen dan denkt: eigenlijk was Kan leuker. En misschien hebben ze ook wel gelijk…’’
Delen: