Déjà vu: Narcostad. In samenwerking met Het Parool en Spui25
Op 10 oktober vindt voor de tweede keer Déjà Vu plaats, dé debatavond over actueel Amsterdam in historisch perspectief. Deze keer bespreken we hoe criminele drugsnetwerken zo'n sterke greep op de stad hebben weten te krijgen. Meld u snel aan, de eerste avond in Spui25 zat al direct vol.
Amsterdam is sinds de jaren zeventig een belangrijke marktplaats voor de (internationale) handel in drugs en een ‘brandpunt’ van georganiseerde criminaliteit in Nederland. Met die criminaliteit loopt het de spuigaten uit.
In het uitgaansleven is het gebruik van synthetische drugs eerder regel dan uitzondering. Uit de analyse van rioolwater blijkt dat in Amsterdam per dag bijna vier kilo versneden cocaïne wordt gesnoven. ‘Wat begon als een wereld van flower power, een global city met een cultuur van openheid en tolerantie, werd een omvangrijke en keiharde drugsmarkt waarin nieuwe criminele netwerken zijn ontstaan.’ Is het onze eigen schuld? Heeft Amsterdam zich door zijn eigen liberale cultuur laten ondermijnen? Hebben gebruikers van recreatieve drugs feitelijk bloed aan hun handen? Of is het gewoon altijd zo geweest, en heeft elke generatie zijn eigen drugsprobleem?
In dit programma bespreken we verleden en actualiteit met onder meer journalist Eric Slot van Moordatlas.nl, en mediawetenschapper Linda Duits.
Over de reeks Déjà vu
Met Het Parool en Ons Amsterdam onderzoekt SPUI25 vier keer per jaar de actualiteit van Amsterdam door naar het verleden te kijken.
Moderatie: Koen Kleijn, hoofdredacteur Ons Amsterdam
Aanmelden
Toegang tot de activiteiten van SPUI25 is gratis. Aanmelden is niet vrijblijvend. Wij rekenen op uw komst. Bent u verhinderd, dan graag doorgeven via [email protected] | T: 020 525 8142.
Lees hier over hoe drugsgebruik in de afgelopen decennia 'normaal' werd:
https://onsamsterdam.nl/partyen-met-pillen
Beeld: Collectie Stadsarchief. Waarschuwingsaffiche opgeplakt op een muur aan de kop van de Zeedijk naar aanleiding van de misdaad en het gebruik van verdovende middelen. Ino Roël, oktober 1981.
Delen: