Comedie aan de Middenweg

Carré en de Kleine Komedie zijn genoegzaam bekend, maar wat weten we van nog van Het Monnikje of Van Lier’s Schouwburg? Dankzij de grote Amsterdamse inbreng in een nieuw verschenen repertorium van Nederlandse theaters is veel informatie over obscure en verdwenen toneellocaties bijeengebracht. Bijvoorbeeld over 18de-eeuwse theaters van de Joodse gemeenschap. Zo organiseerden Hoogduitse Joden in een pakhuis op de Oude Schans vanaf 1707 ieder jaar rond Poerim openbare voorstellingen. Rond diezelfde tijd vroegen Portugese Joden het stadsbestuur toestemming Spaanstalige komedies te mogen vertonen in hun ‘Pakzolder’ op Vlooienburg (nu Waterlooplein). De regenten wezen dit af, omdat zij concurrentie voor de Groote Schouwburg vreesden.
In de 20ste eeuw maakte het eveneens Joodse Tip-Top Theater in de Jodenbreestraat furore met een combinatie van bioscoopvoorstellingen, variéténummers en muziek. Voor zover dit alles niet werd overstemd door het geschreeuw van marktkooplui en het gekraak van pindadoppen door de bezoekers.
Het theateroverzicht wordt voorafgegaan door een verhandeling over tijdelijk theaters. Tot de opening van de eerste vaste Nederlandse theaterzaal in 1637, de in 1772 afgebrande Amsterdamse Schouwburg op de Keizersgracht, maar ook daarna, waren reizende toneelgroepen een gewoon verschijnsel. Als de Schouwburg zomers was gesloten, trokken de acteurs en actrices van kermis naar jaarmarkt om inkomsten te vergaren. Bij goed weer konden zij op open plankier (‘schavot’) spelen, bij regen boden tot theater omgebouwde ruimtes of tijdelijke toneeltenten uitkomst. In Amsterdam waren opvoeringen van ‘vreemde’ toneelspelers vanaf 1683 tot ver in de 18de eeuw verboden vanwege het schouwburgmonopolie. In 1774 probeerden de Duitse theaterentrepreneurs Abt en Schroeder daarom in de Watergraafsmeer een vaste schouwburg te maken van hun demontabele tent. Deze ‘Hoogduitsche Comedie’ aan de Middenweg had loges, staanplaatsen en twee zitbanken voor de familie van de Watergraafsmeerse bestuurders, die zelf op het balkon plaatsnamen. In 1777 werden tent en toebehoren verkocht.

Bob Logger e.a. (red.), Theaters in Nederland sinds de zeventiende eeuw, Theater Instituut Nederland/P.S. Items, 2007.

Maarten Hell

Juli/augustus 2007

Delen:

Editie:
Augustus Juli
Jaargang:
2007 59
Rubriek:
Recensie