Column: Mini-guerrilla met de gemeente
Al dagen werd de vuilnis bij ons op ‘het veld’ niet opgehaald. Het was de derde week van juni. Een paar muizen kropen door de berg met vuilniszakken naast de Amstelkerk. Toen ik op een late avond polshoogte ging nemen, telde ik drie ratten, waaronder een grote meneer die zich niet door mijn aanwezigheid liet verstoren.
De volgende ochtend belde ik met het algemene informatienummer van de gemeente Amsterdam: 14-020. Dat is een callcenter met gemeenteambtenaren aan de telefoon die alle klachten afhandelen. Eerst startte een bandje met de mededeling dat het gesprek werd opgenomen voor trainingsdoeleinden en de vraag of ze na afloop terug konden bellen voor een evaluatie. Vervolgens moest ik drie kwartier wachten.
De mevrouw van 14-020 van de gemeente luisterde aandachtig. Binnen drie dagen zou ik teruggebeld worden. “Ondertussen”, zei ik, “staat die rottende vuilnistroep meer dan een week op straat.” Dat vond ze vervelend. Ik besloot om een mini-guerrilla met de gemeente aan te gaan. Als de verantwoordelijke ambtenaren niet bereikbaar zijn, rest slechts het inschakelen van de volksvertegenwoordigers. Met een beetje zoeken op de website van de bestuurscommissie van het stadsdeel Centrum ontdekte ik dat Micha Mos van GroenLinks in het dagelijks bestuur verantwoordelijk is voor beheer en inrichting van de openbare ruimte. Het nummer van zijn secretaresse staat gewoon vermeld. Deze mevrouw Smit was een doortastend type: ze zorgde voor een snelle spreekuurafspraak met Mos.
Vanaf het balkon van mijn huis zag ik ’s middags een man op ‘het veld’ die de indruk wekte over bevoegdheden te beschikken. Een fijne Amsterdammer, zo bleek, al dertig jaar werkzaam bij de gemeente, geboren in een huis aan de Amstel en daarna met zijn ouders verhuisd naar Bos en Lommer, de Louise de Colignystraat. Hij was groepsleider-Oost van Gemeentewerken, waaronder het centrum valt. Ook ambtenaren als hij moeten het algemene klachtennummer gebruiken en afwachten. Hij vermoedde als oorzaak van de vuilnisberg de gevolgen van reorganisaties – bezuinigingen hebben de reserve aangetast. De stad beschikt in totaal over slechts twaalf kleine schoonmaak-veeg-wagentjes, die draaien 20 op 24 uur – dat is vragen om moeilijkheden.
We begonnen herinneringen op te halen aan de tijd vóór de invoering van de grijze vuilniszak. Elk gezin had één ijzeren vuilnisbak. Achter de vuilniswagen reed een karretje, een bakfiets met een watertank, waarvan de bestuurder met een grote borstel met sop razendsnel de vuilnisbakken schoonmaakte. Mijn vader had een ingenieus systeem ontwikkeld: met oude kranten gaf hij ‘onze’ vuilnisbak van binnen een beschermlaag van papier tegen smerig vuil. “Ja”, zei de groepsleider tegen mij, “vroeger waren de mensen veel aardiger, ze namen verantwoordelijkheid.”
Twee dagen later was de vuilnisberg in de vroege ochtend geruimd.
Dit artikel komt uit het Septembernummer 2019.
Beeld: Henk Thomas
Delen: