Column Felix Rottenberg: Archief van Amsterdam
Van de legendarische columnist Nico Scheepmaker trof ik een boekje op het vakantiestapeltje van een goede vriend. Ik begon het gretig te lezen. De eerste zeventien woorden grepen mij meteen: ‘de meest democratische vraag die je iemand kunt stellen is die naar zijn (of haar) eerste herinnering.’ Wat een mooie benadering: een vraag over het geheugen van je medemens omschrijven als ‘meest democratisch’.
Dit blad is bijzonder door de gedreven zoektochten van redacteuren, medewerkers, historici en ‘zondagshistorici’: fijne fanatieke verzamelaars van verhalen en anekdotes die met elkaar de geschiedenis van Amsterdam vertellen. Het is altijd plezant, zoals de Vlamingen het uitdrukken, om in de Van Woustraat of Johan Huizingalaan aangesproken te worden door een stadsgenoot, die ‘even wil reageren op ‘jouw stukkie’.
Het zijn nooit betweters, de aansprekers. In tegendeel, ze willen zich laten verrassen door nog niet vertelde of vergeten geheimen van de stad. Een paar maanden geleden bepleitte ik in dit hoekje dat het de hoogste tijd is voor een boek over de beladen geschiedenis van de Weesperstraat. Dat is er al, liet lezer Rob van het Groenewoud in een mail weten, ‘door mij geschreven en vorig jaar in eigen beheer uitgegeven’.
De vraag waar je geheugen begint kan zich ook beperken tot: ‘wat zijn je eerste impressies van Amsterdam?’ Mijn ouders verhuisden in 1959 van de gemaltraiteerde Nieuwe Keizersgrachtbuurt naar de grens van Nieuw Zuid. Ik herinner me het tuinpad dat uitkwam op een wijd gestrekte zandvlakte, opgespoten boerenland. Dit zijn de eerste beelden in het archief van mijn geheugen over Amsterdam.
Maar mijn beeldenarchief over de stad wordt voortdurend aangevuld. Onlangs nog. Een afspraak in Geuzenveld leidde tot een vermoeiende fietstocht. Ik heb, vanwege de toenemende onveiligheid voor brave fietsers, mijn zwarte elektrische Van Moof definitief aan de kant gezet. Zonder pardon word je rechts gepasseerd door namaakfietsers die snoeihard elektrisch rijden en met koptelefoons op idiote capriolen uithalen. Daarom reed ik op een ouderwetse damesfiets via Oud en Nieuw West naar Geuzenveld. Er kwam geen einde aan, het leek alsof ik onderweg was naar Beverwijk.
Eenmaal aangekomen in Geuzenveld werd ik verrast. Om de hoek van mijn bestemming trof ik het Teldershof. Ben Telders en Wiardi Beckman (naar hem is een straat genoemd in Slotermeer) waren de morele leiders van het verzet tegen de nazi’s. Telders stierf een paar maanden voor de bevrijding in concentratiekamp Bergen-Belsen, Beckman in Dachau. Het waren helden, die door hun principiële volkenrechtelijke opvattingen – Telders als leider van de liberalen en Beckman die van de sociaaldemocraten – de oorlog in Indonesië wellicht hadden kunnen voorkomen.
Dat is waar een hofje in Geuzenveld je aan herinnert.

Ontdek Ons Amsterdam
Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?
Abonneer je
Delen: