Brand in pension Johnny: Eén uitgang, geen brandtrap
Bij een brand in een pension met Marokkaanse gastarbeiders komen negen personen om het leven. De gebeurtenis leidde tot woede binnen de Marokkaanse gemeenschap en demonstraties voor betere huisvesting.


Ontdek Ons Amsterdam
Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?
Abonneer jeDe pensionbrand leidde ook tot woede en onvrede bij de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. De Marokkaanse consul in Rotterdam Hassan F. Fahari riep Marokkaanse gastarbeiders via de radio op om naar een bijeenkomst te komen in de Amsterdamse zaal Bellamy. Op 6 december kwamen daar enkele honderden Marokkanen bijeen. Ook wethouder Rossen was aanwezig. Fahari adviseerde zijn landgenoten ‘liever wat meer te betalen voor hun onderdak, dan in een gevaarlijk mensenpakhuis als Pension Johnny te gaan wonen’. ‘Ga beter wonen en wees voorzichtig met vuur; uit deze brand moeten wij voor altijd een les trekken’.
Niet alleen de Marokkaanse consul uitte zijn onvrede. De werkgroep DAR (Arabisch voor ‘huis’) stuurde enkele dagen na de brand telegrammen aan de regering en het Amsterdamse gemeentebestuur, waarin betere huisvesting voor de buitenlandse werknemers werd geëist en werd aangedrongen op beter toezicht op de brandbeveiligingsvoorschriften van pensions als Johnny. De voorzitter van DAR, predikant A. Dronkers, stelde: ‘De meeste gastarbeiders in Amsterdam leven wat de huisvesting betreft op de scherpe zijde van een scheermes. Het pension, dat is uitgebrand, was niet eens het slechtste.’
Verkocht en verraden
DAR organiseerde vervolgens op 12 december een protestmars. De verontwaardiging onder de buitenlandse werknemers was groot: ‘We zijn verkocht en verraden. Met mooie praatjes zijn we hierheen gelokt, maar kijk hoe we moeten leven’, aldus een van de betogers. Zo’n 1200 mensen liepen onder gezang van teksten uit de Koran vanaf de Dokwerker door de Amstelstraat naar het verwoeste pension. Op protestborden stonden de namen van de omgekomen arbeiders.
Bij het pension stonden ze stil en aan de deurpost werd een plank gespijkerd waaraan een aantal Marokkanen een grote krans hingen. Er werden bloemen gelegd. ‘Tien minuten lang zongen de demonstranten rouwliederen, waarbij sommigen hun tranen de vrije loop lieten. Ook het publiek, dat stilzwijgend toekeek, was diep onder de indruk,’ schreef De Tijd.
De stoet vervolgde naar de ambtswoning van burgemeester Samkalden op de Herengracht. Daar gaf een delegatie van vier buitenlandse werknemers een brief af waarin een betere logiesverordening en strengere controle op de veiligheidsbepalingen werd geëist.
Samkalden antwoordde: ‘De gemeente onderneemt stappen om een stichting op te richten voor huisvesting van buitenlandse arbeiders. U moet zelf melden waar u bedrogen wordt door Nederlanders. Dan zullen wij ze wel te pakken nemen.’
Geen sluitend bewijs
Op 17 december werd bekend gemaakt dat de tweelingbroers Adrie en Wiegert W. waren vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Om dezelfde reden werd ook de andere verdachte, Simon S., vrijgelaten. ‘Dat houdt in, dat wij het sluitende bewijs, dat het tweetal medeplichtig is, of de dader zou zijn van de brandstichting, die in de nacht van vijf december negen mensenlevens heeft geëist, niet hebben kunnen leveren,’ aldus hoofdinspecteur Valken. Alleen de 25-jarige Omar L. zat nog vast, maar niet voor de brandstichting: hij had bekend bij een helingszaak betrokken te zijn geweest. Voor de brand in Pension Johnny is nooit iemand veroordeeld.
Delen: