Boek & Papierhandel J. Vlieger
Papierwinkel Vlieger is een begrip in Amsterdam. De stamvader begon zijn winkel in ‘kantoor-, school en teekenbehoeften’ in 1869. Vlieger was de eerste driekwart eeuw ook een grote uitgeverij van prentenboeken: ‘vliegertjes’. Sprookjes, sinterklaasboekjes, abc-boekjes, poppenverhalen, noem maar op.
Jan Vlieger is 25 wanneer hij de kantoorboekhandel van Herman Koster, Halvemaansteeg 9, overneemt. Hij werkt er dan al dertien jaar. Zijn eerste catalogus verschijnt ruim een jaar later in de herfst van 1870 en is tevens zijn debuut als uitgever. Hij heeft schooltassen, tekenmappen, sigarenkokers, “prachtvolle cartonnages”, pennen, potloden, kastpapier, “odeur sachets”, inkt, verf- en passerdozen in de aanbieding, en vooral ook “14.000!!! nieuwste, fraaiste en goedkoopste PRENTENBOEKEN”. Het gaat welgeteld om negen titels met een gemiddelde oplage van 1500 exemplaren, maar ‘14.000!!!’ klinkt nu eenmaal veel indrukwekkender.
Van uitgever Karel Hermanus Schadd in de Kalverstraat heeft hij een partij drukvellen uit Engeland overgenomen met fraaie kleurenprenten. Er bestaat een levendige internationale handel in beeldmateriaal, wat mogelijkheden biedt om goedkoop prentenboeken te produceren: een uitgever die kant en klare drukvellen koopt, hoeft alleen nog de Nederlandse tekst erin te laten drukken. Maar sommige kleurenlitho’s die Schadd op de kop heeft getikt, hebben voorgedrukte Engelse onderschriften, die in een Nederlandse uitgave moeten worden weggewerkt met een ontsierend zwart balkje. Vlieger brengt deze kneusjes met succes aan de man.
Hij krijgt de smaak van het uitgeven te pakken en koopt op fondsveilingen restpartijen van andere uitgevers, die hij met een ander bandje of een aangepaste titelpagina verramsjt als eigen edities. Slechts van een deel is de eerdere uitgave te herkennen, want hij bekommert zich niet al te zeer om rechten en laat talrijke buitenlandse (en binnenlandse) edities namaken. Alles wat hem interessant lijkt voor zijn “jeugdige vriendjes”, zoals hij zijn doelgroep in advertenties betitelt, komt in Vliegers kraam te pas: bewerkingen van sprookjes of volksverhalen, bundels kinderliedjes en bakerrijmpjes, geïllustreerde jeugdverhalen, ‘verstripte’ bijbelverhalen, noem maar op. Vooropgesteld natuurlijk dat het goedkoop valt (na) te maken en goed kan worden verkocht.
Boek & Papierhandel J. Vlieger publiceert tussen 1870 en 1930 zo’n duizend prentenboeken, in enorme oplagen en met talrijke herdrukken – een ware stortvloed van bedrukt papier. Het merendeel ervan tijdens de jaren van Jan Vlieger zelf, die tot zijn dood in 1908 leidinggeeft aan het bedrijf.
Bulk
Vliegers uitdijende imperium van prentenboeken en kantoorartikelen is in de eerste plaats het resultaat van zijn onstuitbare werkdrift. Hij heeft ook de tijd mee, want in het laatste kwart van de 19de eeuw maakt Amsterdam een nieuwe opbloei door. En minstens zo belangrijk is dat de kleurenlitho als vlakdruktechniek rond 1870 inmiddels goedkoop genoeg is om ook in kinderboeken toepassing te vinden: handmatig inkleuren van afbeeldingen is niet meer nodig. Zonder de kleurenlitho had het prentenboek niet bestaan in de vorm die wij kennen en was Vlieger niet van de grond gekomen.
Hij publiceert hoge oplagen tegen lage prijzen, bij voorkeur in bulk. De goedkoopste prentenboekjes zijn floddertjes voor één cent, binnen het bereik van de arbeider die een aardigheidje wil meenemen voor zijn kinderen. Deze verkoopstrategie vraagt om een industriële productie. De meeste kleurenlitho’s in Vliegers prentenboeken worden gedrukt door Stoom-Steendrukkerij Amand in de Warmoesstraat, die zich na 1870 ontwikkelt tot een drukfabriek met een honderdtal werknemers. Catalogi geven een idee van de omvang en de opbouw van het fonds. De rubriek ‘Prentenboeken’ bestrijkt in 1907 achttien pagina’s, met 325 titels onderverdeeld in 35 series; de titels zijn geordend op formaat, aantal illustraties en papierkwaliteit, de variabelen die de prijs bepalen.
Sprookjes vormen een belangrijk deel van de prentenboeken in het Vliegerfonds. Roodkapje is tussen 1870 en 1907 goed voor zo’n 25 edities, Assepoester voor twintig. Van Kleinduimpje zijn er veertien bekend en van de Gelaarsde Kat elf, Sneeuwwitje blijft steken bij vijf. Een bestseller tot diep in de 20ste eeuw is De 10 kleine nikkertjes, een boekje dat stijf staat van de racistische stereotypen maar destijds werd verkocht als grappig aftelrijmpje voor kinderen.
Poppenverhalen
Gedateerde maatschappelijke opvattingen komen ook tot uitdrukking in de sinterklaasboekjes, eveneens een pijler van de uitgeverij. Vanaf 1880 geeft Vlieger Sint Nikolaas en zijn knecht uit van de Amsterdamse schoolmeester Jan Schenkman, dat dertig jaar eerder voor het eerst was verschenen. Zwarte Piet is dan nog niet echt ingeburgerd, maar wordt dankzij Vliegers grote oplagen opgenomen in de folklore en gecanoniseerd. Er verschijnen acht edities van Schenkmans boekje, bij elkaar enige honderdduizenden exemplaren – en dan hebben we het nog niet over allerlei andere sinterklaasboekjes.
Een populair en lucratief genre is het abecedarium, om te beginnen het “vanouds gerenommeerde” A is een aapje, waarvan hij in grote oplagen een stuk of vijf edities uitbrengt. De letterrijmpjes maken lang deel uit van het collectieve geheugen, maar zijn nu in vergetelheid geraakt. Vlieger zet allerlei thema’s om in letterrijmpjes, getuige het Bybelsch A.B.C., Fabel A.B.C. boek, Alphabet der nuttige voorwerpen, Alphabet van handwerken en beroepen, Dieren A.B.C., Rijm A.B.C., Speelgoed A.B.C., A.B.C. voor de kleintjes, A.B.C. voor meisjes, Wereld A.B.C., Zusjes A.B.C., A.B.C. van landen en volken en zowaar Het Fiets A.B.C.
Voor meisjes zijn er de poppenverhalen. Ze gaan over Martha, Maria, Bertha, Carolina, Johanna, Paulina en Wilhelmina, die met hun poppen spelen als ware het hun kinderen, ter voorbereiding op een toekomstig bestaan als echtgenote en moeder. Vlieger publiceerde 25 van deze rolbevestigende boekjes. En er is nog heel veel meer. Kinderliedjes en bakerrijmpjes uit de mondelinge overlevering vormen een ideale vulling voor talrijke geïllustreerde bundeltjes in massale oplagen. Mooie handel, loopt altijd. Gretig aftrek vinden ook de ‘vliegertjes’ over een moeilijk opvoedbare jongen, de spreekwoordelijk geworden Piet de Smeerpoets. Het is te veel om op te noemen. De bordspellen kunnen we hier slechts aanstippen.
Filialen
De zaken gedijen. Vlieger gaat in onroerend goed; hij koopt panden in de Halvemaansteeg en omgeving. Al in 1871 verhuist hij naar nummer 6 aan de overkant, waar de kruidenier ermee ophoudt. Die winkel is ruimer en heeft aan de achterzijde een pakhuisje. Hij laat zijn oog vallen op de nummers 4 en 2, krijgt op de hoek Amstel 54 in handen (destijds en nog steeds een café), evenals 52 en 50, en in de Schuitenvoerderssteeg – een doodlopend slopje – vijf huisjes achter zijn winkel. In 1902 dient hij bij de gemeente een plan in om alles te slopen en te vervangen door een nieuwbouwcomplex van vier verdiepingen, met een riante winkel in warenhuisformaat en achttien woningen. Hij krijgt geen toestemming.
Ook elders in de stad opent hij filialen, eerst in de Huidenstraat, later op het Damrak, in de Rapenburgerstraat en aan de Leliegracht. Met het oog op het toenemende vreemdelingenverkeer is de winkel op het Damrak gespecialiseerd in prentbriefkaarten, een fotografische nieuwigheid die kort voor de eeuwwisseling haar intrede doet. De firma groeit uit tot een belangrijke uitgeverij van prentbriefkaarten.
De drie zonen Frits, Abel en Gerrit zijn als jongens in de zaak komen werken en zetten die na de dood van hun vader voort, al loopt het tempo van de uitgaven flink terug. Tijdens de crisis van de jaren dertig komt het bedrijf in moeilijkheden, maar een faillissement wordt voorkomen door het grootste deel van het onroerend aan de gemeente te verkopen en vervolgens te huren.
Doorstart
Kleinzoon Gerrit Jan Vlieger (1912-1989) neemt in 1950 de leiding over. De filialen houden het een na het ander op te bestaan, de prentenboeken en de prentbriefkaarten verdwijnen uit het assortiment en de winkel gaat zich naast kantoorartikelen richten op kunstenaarsbenodigdheden en sierpapier. Kort na het overlijden van Gerrit Jan Vlieger wordt de winkel ingrijpend verbouwd, maar de kosten gaan de draagkracht van de nieuwe eigenaar te boven. In 1993 volgt er een doorstart in verkleinde vorm op Amstel 34, zo’n honderd meter van de bakermat in de Halvemaansteeg. Anno 2020 hebben de huidige uitbaters Mick Lemminga en Rob Willems duizend soorten papier in de aanbieding. Voor papier moet je anderhalve eeuw na de oprichting nog altijd bij Vlieger wezen, zoals elke Amsterdammer weet.
DIRK J. TANG EN SYTZE VAN DER VEEN SCHREVEN SAMEN MET JEANNETTE KOK, VLIEGER IN VOGELVLUCHT, 1869-2020. PAPIER EN PRENTENBOEKEN BIJ DE VLEET. UITGEVERIJ DE BUITENKANT, AMSTERDAM, JUNI 2020.
Beeld: Tegeltableau uit 1919, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van Vlieger. In het middenpaneel de ‘Vliegerhoek’ Halvemaansteeg-Amstel, daarboven de filialen Damrak, Leliegracht en Rapenburg. De winkels worden omlijst door de bestverkochte prentenboeken. COLLECTIE NEDERLANDS TEGELMUSEUM, OTTERLO.
Septembernummer 2020

Ontdek Ons Amsterdam
Wil jij alles weten over de fascinerende geschiedenis van Amsterdam?
Abonneer je
Delen: