Bijzondere stadsgezichten ontdekt van Renée Stotijn

Renée Stotijn verborg haar schilderijen in de keuken

Het was een bijzondere ontdekking die Esmee en Zaphira Stotijn deden na het overlijden van hun moeder Renée. Uit verscholen plekken kwamen honderden van haar tekeningen en schilderijen tevoorschijn.

Op 16 juni 2020 overlijdt de kunstenares en monumentenbeschermster Renée Stotijn. Bij het opruimen van haar huis aan de Weesperzijde weten haar twee dochters, Esmee en Zaphira, niet wat hen overkomt: in de handig getimmerde kasten en dubbele plafonds boven het keukentje liggen honderden tekeningen, pastellen, aquarellen en olieverfschilderijen verborgen. Portretten, stadsgezichten en stillevens, met een bijzondere voorliefde voor poppen.

Uit de curieuze vondst hebben de twee dochters een tentoonstelling samengesteld zoals ze de werken hebben aangetroffen in die kasten: zonder opsmuk of aanpassing, vaak zonder passe-partout of lijst. Het mag een wonder heten dat alles nog zo goed geconserveerd is gebleven, al zijn sommige kunstwerken wat aangetast door de tand des tijds – stof, deukjes, vochtplekken of scheurtjes. Het meeste is gedateerd en gesigneerd, maar er is weinig bekend over de onderwerpen – wie die mensen in de portretten zijn of waar in de stad hun moeder haar stadsgezichten maakte.

Renée Stotijn (1940) is de oudste dochter in een gezin met vier kinderen. Kort na haar geboorte verhuist de familie naar Amsterdam-Zuid, de Verhulststraat, vlak achter het Concertgebouw, waar vader Haakon Stotijn een aanstelling krijgt als solohoboïst in het Concertgebouworkest. Renée groeit op in artistieke kringen; de vermaarde fotografe Eva Besnyö fotografeert haar, als ze twee jaar oud is. Moeder Mieke ‘Melly’ Lindeman is een getalenteerde tekenaar en volgt jarenlang lessen aan een kunstacademie. Op latere leeftijd raakt Mieke politiek actief en is ze de drijvende kracht achter het wijkcentrum in de Vondelpark-Concertgebouwbuurt, vechtend tegen speculanten en voor het behoud van architectuur en monumenten. Zonder haar waren de Obrechtkerk en het Zuiderbad er niet meer geweest.

zBetoverd

Renée begint op haar vijfde te tekenen, raakt gefascineerd door de kunst van de Italiaanse renaissance en besluit dat zij zal gaan schilderen. Helaas ontstaan er problemen in het gezin. Haar ouders scheiden, wat in die tijd nog vrij ongebruikelijk is. De 12-jarige Renée is vastbesloten om met haar vader mee te gaan, wat leidt tot jaren van steeds wisselende huisadressen en verzorgsters. In 1957 vinden ze een vast adres aan de Weesperzijde, een stukje Amsterdam waar Renée door betoverd raakt. De woning hebben ze te danken aan Jannie Brandes-Brilleslijper, met wie Haakon en Mieke tijdens de oorlogsjaren bevriend zijn geraakt in het verzet.

Renée studeert in de jaren zestig aan de Rijksakademie. Les krijgt ze van onder meer Gé Röling (de vader van Marthe), Otto de Kat en Sierk Schröder, alle drie figuratieve kunstenaars. Ze volgt klassieke vakken als letter- en kostuumtekenen, kunst- en stijlgeschiedenis, boetseren en anatomie. Uitzonderlijk getalenteerd als ze is, krijgt ze de beschikking over een ‘loge’, een eigen atelier bovenin het Akademiegebouw, waar ze veel portretten maakt.

Ze wil leren decorschilderen en werkt eerst een jaar op een decoratelier en vervolgens zes jaar als restaurateur bij het Centraal Laboratorium van het Rijksmuseum. Tegelijkertijd geeft ze professionele rondleidingen in het Stedelijk Museum, het Van Gogh Museum en het Rijksmuseum aan kinderen en volwassenen. Met haar 1.53 meter is ze klein van stuk en ziet ze er jong uit – een keer vraagt een suppoost boos: “Waar is de docent toch gebleven?!”

Latrelatie

Behalve portretten legt Renée zich toe op landschappen en stadsgezichten, in aquarel. Ze is dol op de kleuren en op het licht van het Hollandse landschap, dat ze probeert te vatten in een rijk kleurenpalet. Ze is erg gesteld op Durgerdam en Marken en heeft een fascinatie voor de lokale klederdrachten. Ook bezoekt ze met haar zusje Marion meermaals kennissen in Schoorl, die hen opvangen na het overlijden van vader Haakon in 1964. Ze maakt talloze stillevens van voorwerpen in haar huis, zoals vazen, waaiers, hoeden en poppen. Als ze 32 is, wordt bij Renée borstkanker geconstateerd. Ze ondergaat een operatie, waarbij ook de zenuwen in haar arm beschadigd raken. Lange tijd is ze niet in staat te schilderen.

Vanaf de jaren zeventig heeft Renée een relatie met de violist Dick Bor. Samen vormen zij een bekend artistiek stel. Henk van der Meijden portretteert ze in De Telegraaf als een van de eerste latrelaties in Nederland: zij wonen bewust niet samen en zijn niet getrouwd, maar krijgen wel twee dochters. In 1978 organiseren Dick en Renée een concertreeks in het Concertgebouw onder de naam Schertsconcerten, waar Dick samen met pianist Polo de Haas en andere musici grappen en rariteiten op het podium presenteert. Renée ontwerpt de affiches en in de Spiegelzaal van het gebouw stelt ze haar werk ten toon. Ze zal daarna nog slechts een enkele keer exposeren.

Erfgoed

Gedreven door haar liefde voor 19de-eeuwse architectuur zet Renée Stotijn zich net als haar moeder vanaf eind jaren zeventig actief in voor het behoud van stedelijk erfgoed in haar buurt. Ze moet met lede ogen aanzien dat de grote Sint-Willibrorduskerk buiten de Veste op de hoek van de Amsteldijk en de Ceintuurbaan in 1970 wordt afgebroken. Renée organiseert buurtacties en schrijft bezwaarschriften voor behoud van de Eerste Oosterparkstraat en het deel van de Weesperzijde dat bekend staat als Het Streekje.

Haar grootste overwinning is de redding van de Nieuwe Amstelbrug van de architecten Hendrik Leguyt en Hendrik Berlage. Ze strijdt fel tegen de moderne aanbouw van het Concertgebouw – (“Mijn bemoeienissen gaan soms heel hoog. Zelfs tot aan de Raad van State.”) –, maar slaagt er niet in om de bouw te beletten, al scheelt het niet veel. Ondertussen blijft zij werken: “Ik schilder, omdat ik het niet laten kan. Als een ander naar het strand gaat, zit ik te schilderen.”

In 2018 keert de borstkanker terug. Hoewel de behandelingen en het herstel voorspoedig verlopen, blijkt zij na anderhalf jaar toch uitzaaiingen te hebben. Dan gaat het opeens heel snel. Op 16 juni 2020 overlijdt Renée Stotijn op 80-jarige leeftijd.

TENTOONSTELLING IN DE BEURS VAN BERLAGE RENÉE STOTIJN. VERBORGEN KUNST ONTHULD. VAN 31 JULI  T/M 12 SEPTEMBER 2021. ONDER VOORBEHOUD VAN CORONAMAATREGELEN.

OPROEP

Renée Stotijn maakte vele tientallen stadsgezichten en portretten. Vele zijn gesigneerd en gedateerd, maar bijna nooit is vermeld wat of wie het onderwerp van die schilderijen is. Ons Amsterdam en de dochters Zaphira en Esmee Bor roepen graag uw hulp in bij de identificatie van die schilderijen. U vindt een selectie op de tentoonstelling in de Beurs van Berlage, op de Facebookpagina’s van Ons Amsterdam en op Instagram (@schilderij_renee_stotijn).

TWEE MUZIEKFAMILIES

Renée Stotijn en Dick Bor stammen beiden uit beroemde muziekfamilies. Dick Bor (1944-2007) was een wonderkind op de viool en jarenlang concertmeester van het Nederlands Philharmonisch Orkest. Zijn broer Christiaan (1950) – ook wonderkind – was concertmeester bij het Orkest van het Oosten en 35 jaar artistiek leider van het Reizend Muziekgezelschap.

Renée’s grootvader Jaap Stotijn (1891-1970) was een bakkerszoon die in 1919 eerste hoboïst in het Haagse Residentie Orkest werd, waar zijn neef Constant (1912-1975) hem opvolgde. Constants broer Louis (1918-2013) werd in hetzelfde orkest solo-fagottist en assistent-dirigent, en later dirigent van het Nederlands Balletorkest en het Nationaal Studentenorkest.

Haakon Stotijn – Renée’s vader – werd in september 1940 bij het Concertgebouworkest aangenomen. Hij was daarnaast hoofdvakdocent hobo en ensemblespel aan het Amsterdams Conservatorium. De familie telt verder de mezzosopraan Christianne Stotijn (1977) en haar broer Rick (1982), contrabassist; zij zijn de kinderen van Peter Stotijn (1950), die jarenlang aanvoerder was van de contrabassen in het Residentie Orkest.

Zaphira & Esmee Bor april 2021

Beeld: Prins Hendrikkade, midden de Oude Kerk, links de Zuiderkerktoren, Renée Stotijn, 1966. Particulieren Collectie / Foto Wim Ruigrok

Delen:

Buurten:
Zuid
Dossiers:
Amsterdammers Kunst en cultuur
Editie:
April
Jaargang:
2021 73
Rubriek:
Verhaal
Tijdperk:
1950-2000 Vanaf 2000