Neem een jaarabonnement voor maar €31,45
Dat de mannen tegenwoordig maar onbetrouwbare verleiders zijn roepen ouders in de achttiende eeuw al en net zo tevergeefs. De mooie, jonge Brechje weet haar aanbidder nog net een zwoele blik toe te werpen voor haar vader in paniek zijn hoed in haar gezicht duwt. Het is al erg genoeg dat zijn dochter er met deze flamboyante vogel vandoor wil, schandalig oogcontact op straat kan hij daar niet bij hebben.
Twee immigrantenfamilies uit Gotland bouwden in de 18de eeuw een groot handelsnetwerk op vanuit Amsterdam. Al snel hoorden ze bij de toplaag van de stad.
Ons Amsterdam bestaat dit jaar 75 jaar. Het ‘geïllustreerd maandblad, gewijd aan de hoofdstad des lands’, verscheen voor het eerst op 1 januari 1949 als uitgave van de Gemeentelijke Commissie Heemkennis.
Aan de Plantage Middenlaan opent deze maand het Nationaal Holocaustmuseum – tachtig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Waarom heeft dat zo lang geduurd?
Met een sigaret op de lip en een schop in de hand neemt Henk Daansen het op tegen de auto’s in de Langestraat. De Jordanees is het spuugzat dat de geparkeerde voertuigen voor zijn deur het uitzicht verpesten. Zijn oplossing? Een stel olievaten en een wc-pot.
Zeventiende-eeuws theater was een feest voor de zintuigen. De bonte kostuums, grote gebaren en hevige emoties inspireerden Rembrandt tot het afbeelden van acteurs en scènes die ook gespeeld werden in de toneelstukken van zijn tijd.
Twee broers uit de Watergraafsmeer vormen de start van een ware honkbaldynastie. De familie Urbanus speelde voor Amsterdam, Nederland en zelfs in de Verenigde Staten. Meesterwerper Han Urbanus gooit in zijn loopbaan maar liefst 1900 strike-outs.
Ooit liet hij visitekaartjes drukken met zijn echte naam erop: Francisco Rodríguez. Maar iedereen die hij het gaf vroeg hem direct: ‘Wie is Francisco?’. Paco, zo kent iedereen de eigenaar van Pacomer, de Spaanse delicatessewinkel in de Pijp, die binnenkort haar deuren sluit.