Voordat ze bekend zouden worden met De Nieuwe Gids studeerden Jacques Perk, Aegidius Timmerman, Herman Gorter, Hein Boeken en Willem Kloos klassieke talen aan de Universiteit van Amsterdam. Hun hoogleraar Grieks was S.A. Naber. Ze hoopten door hem in de geheimen van ‘de Schoonheid van het oude Griekenland’ te worden ingewijd. De colleges van Naber bleken echter alleen over tekstkritiek en grammatica te gaan en ze verveelden zich er stierlijk. Timmerman heeft later in zijn roman Leo en Gerda een parodie gemaakt op een college van Naber. De hoogleraar oreert daarin: “Allercierlijkste krijgskameraden! Ik ben nu genaderd tot een plaats die de geleerde mannen, hoewel zij reeds meer dan twintig eeuwen daar vele slapeloze nachten aan hebben gewijd nog niet voldoende hebben kunnen verklaren.” Vervolgens beschrijft Timmermans twee pagina’s lang hoe de professor tot de slotsom kwam waarom de vertaling ”Teunis zat op een kurk” volgens hem zou moeten worden veranderd in “Teunis zat op een kruk”. Overigens had Naber ook een hekel aan de jongens. Naber, die wist dat Perk en Kloos gedichten schreven en al wat gepubliceerd hadden, zei tegen ‘meneer Perk’ dat hij nooit iets las dat jonger dan tien jaar was – zijn gedichten waren dus volstrekt niet interessant. Maar Perk liet zich niet van zijn stuk brengen. Hij wees naar de krant op tafel en vroeg hem of dat ook gold voor Het Nieuws van den Dag.
LUUT HUITINK, ‘EEN GURE JUPITER. OVER WILLEM KLOOS’, IN: BABEL. MAANDBLAD VAN DE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 12, NR. 6, MAART 2004.
Emma Los
Juli/augustus 2004