Op 14 september 1925 werd in het tot Paleis op de Dam het 650-jarig bestaan van Amsterdam gevierd met een exclusief banket. Prins Hendrik was gastheer. De vooraanstaande genodigden, onder wie ministers en industriëlen, hielden tafelredes over de glorieuze geschiedenis van de stad.

De laatste spreker was de socialistische wethouder Floor Wibaut. Hij gooide het over een andere boeg, en zei:

‘Ik ga niet terug, geen 650 jaar, ook geen 50 jaar, zelfs geen 20. (…) Men zal van mij niet anders verwachten, dan dat ik het eerst over “morgen” spreek. (…) De betekenis “morgen” van het woord welvaart, zal een gans andere zijn dan de betekenis van dit woord in de geschiedenis van Amsterdam van vroegere tijden. (…) Welvaart betekent “morgen” niet meer de rijkdom van regentenfamilies. Niet meer de schatten-opeenhoping door ondernemende kooplieden uit alle werelddelen bijeen gehaald. “Morgen” betekent welvaart: de voorziening in alle redelijke behoeften, stoffelijk, geestelijk, cultureel, voor het leven van de grote massa der werkers, van de arbeidersklasse.’

Had Wibaut dan geen belangstelling voor de geschiedenis? Toch wel. Zo steunde hij de enorme historische tentoonstelling over Amsterdam die dat jaar in het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum te bewonderen was. Een van de meest prominente stukken op de tentoonstelling was De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis, dat Rembrandt ooit voor het stadhuis had gemaakt.

Het schilderij toont hoe de Bataafse leider Claudius Civilis andere stamhoofden oproept een eed te zweren op een verbond tegen de Romeinen. Dit verhaal van de Bataafse Opstand werd al sinds de 16de eeuw gebruikt als stichtingsmythe van een vrijheidslievend Nederlands volk, terwijl de Bataafse leiders juist Romeinse staatsburgers waren die verstrikt waren geraakt in een interne machtsstrijd. Ze waren geen vrijheidsstrijders en het hele concept ‘onafhankelijkheid’ was hun vreemd.

Ontelbare identiteiten

De Bataafse Opstand is een voorbeeld van het gebruik van geschiedenis voor de vorming van de Nederlandse natiestaat als een ‘verbeelde gemeenschap’. Nationale identiteit is een product van de verbeelding, opgebouwd uit collectief bewaard gebleven herinneringen, verhalen die steeds weer opnieuw worden verteld, symbolen met een culturele betekenis en ‘nieuwe tradities’.

Door globalisering, individualisering en toegenomen migratie is de natiestaat de laatste decennia minder in staat om zo’n gevoel van thuishoren, loyaliteit en solidariteit op te wekken, vooral omdat een nationale identiteit maar al te vaak wordt ingekaderd als een onveranderlijke eendimensionale culturele of etnische identiteit.

Daarom is een sterke lokale identiteit een welkome aanvulling op de nationale identiteit. Een lokale identiteit laat mensen de ruimte om gelijktijdig vele andere collectieve en individuele identiteiten aan te nemen, omdat wij, zo schreef de Nederlandse antropoloog Sinan Çankaya, ontelbare identiteiten hebben.

Nieuwmarktprotesten

De laatste keer dat Amsterdam zijn bestaansjubileum vierde, was in 1975. Die viering duurde een heel jaar, met een groot aantal festiviteiten en culturele activiteiten. In de RAI werd een miniatuurversie nagebouwd van het historische stadscentrum met zijn karakteristieke grachten.

Maar terwijl ouders met hun kinderen naar de RAI kwamen om Amsterdam in het klein te zien, werkte het gemeentebestuur enkele kilometers verderop aan plannen om grote delen van datzelfde historische centrum te slopen. De plannen voorzagen in de sloop van een deel van de Nieuwmarktbuurt, een van de oudste gedeelten van de stad, voor de aanleg van een metro en een vierbaansweg dwars door het hart van de stad. Buurtbewoners, krakers en andere activisten gingen de straat op om te protesteren.

Zoals we weten zijn die protesten helaas uitgelopen op gewelddadige botsingen met de politie. Maar ze hebben ook geleid tot hernieuwde waardering voor het historische centrum van de stad. Een groot deel van de Nieuwmarktbuurt werd van de ondergang gered. De gemeente kwam met nieuwe plannen voor stadsvernieuwing die het behoud van het historische en architectonische erfgoed mogelijk maakten.

Kwakoe Festival

In de zomer van 1975 werd aan het andere uiteinde van de geplande metrolijn een klein voetbaltoernooi georganiseerd door nieuwe Amsterdammers uit Suriname, de toenmalige kolonie die datzelfde jaar onafhankelijk zou worden. In de loop van de tijd zou het voetbaltoernooi uitgroeien tot het Kwakoe Festival, een van de meeste geliefde evenementen van Amsterdam.

De organisatoren van het voetbaltoernooi woonden ver weg van het stadscentrum en de historische grachtengordel. Maar Afro-Caribische en andere immigrantengemeenschappen hebben altijd deel uitgemaakt van de geschiedenis van de Nieuwmarktbuurt. Onderzoek door ons eigen Stadsarchief laat zien dat er al sinds de 17de eeuw een Afro-Atlantische gemeenschap heeft bestaan in Amsterdam. Nog eerder arriveerden de eerste Joodse gemeenschappen in Amsterdam, en een kleine 300 jaar daarna begonnen Chinese immigranten zich in de stad te vestigen.

Extinction Rebellion

Amsterdam is altijd een stad geweest van maatschappelijke bewegingen, zowel grote als kleine. De afgelopen jaren zagen we dat universiteitsgebouwen werden bezet door studenten, dat activisten van Extinction Rebellion en Black Lives Matter, boeren en tegenstanders van de lockdown de straat op gingen, en dat jonge mensen de afstandsregels in de wind sloegen om elkaar te ontmoeten in het park.

Dit zijn allemaal heel verschillende groepen, bewegingen en protesten, maar ze hebben mij wel laten inzien dat het zo vaak de acties van gewone mensen zijn die de loop van geschiedenis van onze stad bepalen.

Eind 19de eeuw kwamen de arbeiders uit de Jordaan plotseling en met geweld in opstand, waarmee ze de politieke elite en de bestuurders volkomen verrasten. Niet lang daarna kwam er nieuwe wetgeving om de leefomstandigheden van arbeiders te verbeteren. En nog een voorbeeld: staan we er wel eens bij stil hoe anders onze stad zou zijn zonder de vrouwenbeweging?

Gastarbeiders

In 1975 werd de geschiedenis van al deze bewegingen amper gevierd, en nergens afgebeeld in de musea of bij het familiegebeuren in de RAI. Er werden ook geen verhalen verteld over de werkers op de scheepswerven in het noorden van de stad, in hun voortdurende strijd tegen de armoede. Of over arbeiders in andere delen van de stad, zoals Floradorp, de Jordaan of de Pijp, die probeerden hun verarmde buurten te ontvluchten. En al evenmin over de ‘gastarbeiders’ uit Zuid-Europa, Turkije en Marokko.

Al deze groepen hebben onze stad veranderd en vernieuwd. Zij hebben Amsterdam jong gehouden. Dat vieren we als de stad straks 750 jaar bestaat. Bijna honderd jaar geleden stelde Floor Wibaut het gebruik van geschiedenis door elites aan de kaak. Maar ‘morgen’, om met Wibaut te spreken, kan onze rijke geschiedenis van iedereen zijn.

Header: Foto Flickr