Het Eurovisie Songfestival van 1969 in Spanje was geen gelukkige editie. Maar liefst vier winnaars bleken er te zijn, toen de punten waren verdeeld: Engeland, Frankrijk, Spanje en Nederland met Lenny Kuhr. Het leidde tot veel onvrede. De Scandinavische landen hielden het evenement voor gezien als er geen nieuwe puntentelling zou komen. Oostenrijk was al afgehaakt: het land had willen niet optreden ter meerdere glorie van dictator Francisco Franco.

Niet vreemd dus dat aan het eind van dat jaar het gerucht de ronde deed dat de editie van 1970 de laatste zou zijn. De vraag was ook wie die mocht organiseren. Van de vier winnaars hadden Spanje en Engeland meteen al voor de eer bedankt. Loting moest de doorslag geven: Frankrijk of Nederland. Tijdens een vergadering van de European Broadcasting Union kwam de kersverse Nederlandse Omroep Stichting (NOS) als winnaar uit de bus. Of verliezer, zoals een BBC-official met enig leedvermaak vaststelde, want het aantal deelnemers was inmiddels naar een magere twaalf landen gezakt.

De NOS liet zich niet gek maken en verklaarde in een persbericht: “Het is bekend dat het Eurovisiesongfestival wat betreft populariteit in dalende lijn is. En inderdaad doen er steeds minder landen mee. Dat neemt niet weg dat ons tot nu toe nog niets bekend is over het verdwijnen van dit festival. We willen echt niet aan een begrafenisplechtigheid meewerken.” Gevraagd naar de concrete plannen zei een NOS-woordvoerder dat er in elk geval niet met geld gesmeten zou worden, zoals in Madrid wel was gebeurd. “Dat kunnen we gewoon niet opbrengen. Als we echter een gok mogen doen, dan dachten we aan [een investering van] twee ton.”

Zeedijk

Als locatie koos de NOS voor het auditorium van de RAI aan het Europaplein. In het moderne complex waren alle faciliteiten voor een ingewikkelde live-uitzending voorhanden en de internationale gasten konden zich vermaken in de hoofdstad. De bekendste was de Britse Mary Hopkin, haar Those Were the Days was overal in Europa een hit geweest. Spanje kwam met een onbekende zanger genaamd Julio Iglesias, die net een loopbaan in de voetballerij in rook had zien opgaan. De Nederlandse voorronde leverde een damesgroep op: The Hearts of Soul uit Harderwijk. De zusjes Bianca, Patricia en Stella Maessen wisten bekende namen als Ben Cramer en Bonnie St. Claire te verslaan.

Het succes was voor The Hearts of Soul snel gekomen, herinnert Bianca Maessen zich vijftig jaar later. In een club op de Zeedijk had VARA-coryfee Kees van Kooten de groep in 1969 zien optreden. “Hij zat daar materiaal te schrijven en we raakten in gesprek. Hij heeft ons toen bij de VARA aangeprezen.” Bij het muziekprogramma Puntje, puntje, puntje… van Sonja Barend mochten de zussen hun televisiedebuut maken. Daarna ging het vlot: een platencontract bij het label van Pim Jacobs en veel koorwerk voor andere artiesten.

NOS-hoofd amusement Warry van Kampen schoof voor de Eurovisie-uitzending zijn beste mensen naar voren. De muzikale leiding kwam in handen van Dolf van der Linden en dat verbaasde niemand, want de dirigent van het Metropole Orkest had bijna alle Nederlandse Songfestival-deelnemers begeleid. “Ik vind het heerlijk dat ik weer mee kan doen”, vertelde hij Het Vrije Volk. “Temeer omdat het in Amsterdam is en er met Nederlandse musici wordt gewerkt.”

Filmpjes

Pieter Goemans (auteur van Aan de Amsterdamse grachten) schreef de Nederlandse bijdrage Waterman. De regie kwam in handen van Theo Ordeman, die in 1963 geschiedenis had geschreven met de marathonuitzending Open het Dorp. Ordeman besefte dat Nederland met iets nieuws moest komen om het bestaansrecht van het Songfestival te bewijzen. Tegen het Algemeen Dagblad zei hij: “Het is een énorm karwei, maar het is geweldig om zo internationaal te kunnen werken. Het festival moet er goed uitzien. Ik mag geen fouten maken, want ik moet het NOS-label verkopen.”

Ordeman had wat verzonnen: door middel van korte filmpjes wilde hij alle twaalf kandidaten speels introduceren. Tijdens die veertig seconden kon het podium voor de volgende artiest in orde worden gemaakt. “Mijn eigen idee, en ik ben er érg blij mee. In de oude opzet was het Songfestival eigenlijk meer een radiofestival, dat je ook kon zien. Nu is er door die filmpjes een wezenlijk televisie-element aan toegevoegd.” Hij reisde kriskras door Europa om alle deelnemers te filmen. (“Een heidens karwei, maar we zijn er toch goed uitgekomen.”) Julio Iglesias hield een balletje hoog op de middenstip van Real Madrid en de Italiaan Gianni Morandi gaf het gebaar ‘duim omlaag’ in het Colosseum te Rome.

De Nederlandse deelnemers aten haring op de Dam. Stella Maessen: “Dat filmpje was heel leuk om te doen. Wel kwamen er veel mensen op af, en dan voelden we ons toch een beetje opgelaten. We kwamen maar uit een heel gewoon Harderwijks gezin. Maar het was zo leuk dat wij Nederland mochten vertegenwoordigen, dan ben je echt wel trots.”

Blikvanger

Ook het podium moest een blikvanger zijn. Ontwerper Roland de Groot verzon een opstelling van levensgrote hangende ballen en schillen, die via belichting van kleur konden veranderen. Hij presenteerde zijn voorstel al improviserend aan regisseur Theo Ordeman in Bilthoven. “Ik had een stel houten kleerhangers en wat aardappelen aan een touwtje meegenomen. Die hield ik hem voor en zei: ‘Theo, dit wordt het.’” Ordeman stemde toe. Een klein timmerbedrijfje aan de Alexanderkade bouwde het decor. De Groot: “De ballen waren van plexiglas, de schillen waren van geschilderd triplex. De onderste schil was tevens een loopbaan, die liep in een golfje omlaag en weer omhoog. Daarachter hingen vijf schillen, de middelste was de grootste. Die was wel een meter of twaalf.” De decorstukken gingen in delen naar de RAI, waar timmerlui ze in elkaar zetten.

Aan de vooravond van de repetities dreigde het toch even mis te gaan. De Groot keek toe hoe de grootste schil omhoog getakeld werd. “Op het signaal ‘halen maar’ ging die omhoog en brak in tweeën. Wat nu? Toen voelde ik een sterke hand in mijn nek. Daar stond een boom van een vent, die zei: ‘Jochie, dat regelen wij wel voor je.’ Die man was Jan Luhlf, van het befaamde reclameschilderatelier in de Jordaan. Zijn bedrijf heeft toen in één nacht die hele schil gerepareerd. Op mijn voorspraak mocht Luhlf later in Studio’s Aalsmeer alle decors bouwen voor de 1-2-3 Showmet Rudi Carell en Ted de Braak.”

Het was het enige échte crisismoment in een verder vlekkeloze voorbereiding. De artiesten vonden onderdak in het Esso Motor Hotel (het latere Holiday Inn), vlak bij de RAI. De Ierse deelneemster Dana (16) arriveerde met een 14-koppige delegatie, onder wie haar oma. Er was even paniek toen haar koffer met kleding op Heathrow kwijtgeraakt bleek te zijn, met dank aan een staking. Die staking leek ook Mary Hopkin in Engeland te houden, maar ze kwam net op tijd voor de repetities, net als Dana’s koffer. Warry van Kampen: “Al met al zat er aan zo’n organisatie toch meer vast dan ik dacht.”

Overweldigend

Ontwerper De Groot had een goede klik met de strenge toneelmeester van de RAI en deed daar zijn voordeel mee. “Ik zat in de coulissen met hem naar de repetities te kijken. Zegt-ie: ‘We kunnen als je wilt het decor ook wel een beetje laten bewegen.’ Bleek dat we de voorkant van de grote schil omhoog en de achterkant omlaag konden brengen, waardoor aparte decorstanden ontstonden. Daar heb ik later nog veel gebruik van gemaakt, maar 1970 was echt de eerste keer.” De Groot mocht ook per artiest de decorbelichting bepalen, afgestemd op hun kleding.

De avond zelf op die 21ste maart verliep zonder incidenten en was – zeker naar huidige de maatstaven – verfrissend kort. Presentatrice Willy Dobbe had amper de 400 miljoen kijkers in drie talen welkom geheten of de eerste artiesten betraden het podium. Het thuisland mocht beginnen: niet The Hearts of Soul, maar Patricia & The Hearts of Soul. De regels schreven namelijk voor dat alleen soloartiesten mochten meedoen, geen groepen. Bianca: “We wilden zelf dat Stella de solostem zou doen, omdat zij de hoogste stem had. Dat klonk heel subtiel. Maar de organisatie vond haar met vijftien jaar te jong. Dus hebben we het omgedraaid, geen probleem. In het koortje pakte Stella de hoge stem en ik de lage.”

Waterman kreeg een vlekkeloze uitvoering. Maar vanaf het moment dat Mary Hopkin de oorwurm Knock Knock Who’s There? liet horen, was wel duidelijk wie de te kloppen artiest was. De verrassing zat ’m in de staart. Dana zong op een barkruk het zoete All Kinds of Everything – en Amsterdam had een winnaar. De zusjes Maessen waren ontroostbaar. Stella: “Als jong meisje ben je dan zó verdrietig dat je niet gewonnen hebt. Ach, je komt maar net kijken, alles was zo overweldigend.” Het verdriet duurde niet lang. Even later troostten ze Julio Iglesias, omdat hij ‘slechts’ vierde was.

Vechtpartij

De Britse delegatie was vooraf zó overtuigd dat Mary Hopkin ging winnen, dat de ballroom van het Esso Motor Hotel geboekt was voor een feest. Het werd nu een bescheiden partijtje in de suite van de Ieren. Net toen de champagne rondging, klopte een aantal Ierse contractarbeiders, toevallig in de buurt, op de deur om Dana te feliciteren. Het hoofd van de Ierse delegatie wilde er niets van weten en stuurde de mannen weg. Die dronken zich nog wat meer moed in en kwamen een uur later terug om in een vechtpartij niet alleen de Ierse suite maar ook de foyer van het Esso te verbouwen.

The Hearts of Soul beleefden in Amsterdam 1970 de start van een internationale carrière. Bianca, Stella en Patricia traden overal in Europa op. Onder de naam Dream Express deden ze in 1977 nogmaals mee aan het Eurovisie Songfestival, voor België. Weer eindigden ze als zevende, ditmaal in een veld van achttien artiesten.

De internationale pers was lovend over de show van Warry van Kampen en Theo Ordeman. De introductiefilmpjes zijn inmiddels al vele jaren als ‘postcards’ een vast onderdeel van de Eurovisie-uitzendingen. De decors zouden alleen maar uitbundiger worden. In Amsterdam was het Eurovisie Songfestival van de ondergang gered.

Tekst: MARK VAN DEN TEMPEL IS JOURNALIST. Mei 2021

Beeld Header: Beeld en Geluid.