Met spandoeken als ‘Waarvoor dat leed?’, ‘Socialisme brengt de vrede’ en ‘NVV, geen vlootplan, SDAP’ demonstreerden de socialistische arbeiders van de SDAP en NVV tegen het Vlootplan. De regering was van plan om de Indische vloot uit te breiden van 22 schepen naar 33 schepen. De uitbreiding van de vloot leidde tot weerzin onder de socialisten. Daarnaast maakten zij ook bezwaar tegen de 16 miljoen die de regering sinds 1923 besteedde aan militair materieel. Volgens de SDAP ‘snakte het volk naar ontwapening’ en spraken zij over moreel gebrek bij de regering: ‘de regering, die te Genève over ontwapening spreekt, breidt de vloot uit. Daartegen gaat ons fel protest en daartegen zal ons petitionnement moeten slagen’. Naast de duizenden mensen op de been, waren er nog bijna 1,5 miljoen Nederlandse kiezers die schriftelijk de petitie ondertekenden voor volledige ontwapening.
Sabotage van de arbeidseisen
Op 14 september startte de betoging van de SDAP en NVV op de terreinen bij de Zuidelijke Wandelweg en de Amsteldijk. Deze vulden zich gestaag met duizenden mensen afkomstig uit alle windstreken in Nederland. Rond kwart over twee vertrok de stoet richting de stad onder ‘de vrolijke tonen van een muziekcorps’, waar toeschouwers in rijen dik op hen stonden te wachten. De kinderen van de Amsterdamse Jeugd Centrale vormden al zingend en onder begeleiding van fluitisten, een eigen stoet met meer dan 100 vaandels en vlaggen. Ook in den Haag en Rotterdam vonden gelijktijdig demonstraties plaats. In Rotterdam hield de voorzitter van de SDAP, de heer Oudegeest een toespraak: ‘De regering is bezig op brutale wijze de arbeidseisen te saboteren, doordat bij haar het democratische element ten enen male ontbreekt. Voor sociale maatregelen is volgens haar geen geld, maar wel komt men thans met het plan om per jaar 10 a 12 miljoen voor de vloot uit te geven, en dat nog wel voor schepen, die absoluut ondeugdelijk zijn.'