Fanny zelf vindt al die drukte maar onzin, en creëert opzettelijk verwarring over de dag van haar thuiskomst. Aanvankelijk zou ze zondag arriveren, later wordt dat maandag en zelfs dinsdag. Fanny’s buren laten zich echter niet zo gemakkelijk afschepen: ‘Als mevrouw Blankers denkt op deze manier aan de huldiging door de buurt te ontkomen, dan heeft zij 't toch mis. Er zal feest gevierd worden, zo niet morgen dan toch overmorgen of Dinsdag of Woensdag!’
Het wordt uiteindelijk dinsdag. Fanny arriveert op het Centraal Station, waar een uitzinnige menigte haar opwacht. Ze wordt op een open wagen gehesen en door de stad naar huis gereden. De belangstelling is enorm. ‘Op de trams, uit de ramen van huizen en kantoren, op daken en op balconnetjes, overal, waar maar een plaatsje was, stonden, hingen of zaten mensen,’ rapporteert de Bredasche Courant. In de Haarlemmermeerstraat, waar Fanny woont, ziet het zwart van de ‘hoera-roepers’. Als Fanny verschijnt, heffen haar buren het Wilhelmus aan, gevolgd door een luidkeels ‘lang zal ze leven’. Daarna geven ze haar een fiets cadeau. ‘Je bent nu 31, buurvrouw, en je hebt er recht op om wat minder snel door het leven te gaan.’
Beeld: Buurtbewoners ontvangen Fanny in de Haarlemmermeerstraat. Stadsarchief Amsterdam.
Beeld header: Fanny Blankers Koen rijdt in een open wagen van het Centraal Station de stad in. Stadsarchief Amsterdam.