Het is 1 juni 1932, half tien ‘s ochtends, en op de houten banken van Openluchttheater Frankendael zitten honderden kinderen. Amsterdamse basisschoolleerlingen zijn vandaag naar de kweektuin in Watergraafsmeer gekomen voor een ‘massa-les over plant en dier’. Die wordt geopend door een kinderkoor dat enkele liedjes over de lente zingt. Dan treedt de wethouder van Onderwijs naar voren en vraagt ‘op een eenvoudige en bevattelijke wijze (...) de belangstelling van zijn jeugdig gehoor’. Hij vertelt de jongens en meisjes dat men ‘het leven kan vermooien’ door ‘aandacht te schenken aan bloemen en planten’. Het is volgens hem erg belangrijk dat de Amsterdamse kinderen kennismaken met de natuur. Daarom neemt hij de kinderen mee op een wandeling door de tuin van Frankendael, en vraagt hij hen de ‘oogen goed open te zetten’. Na afloop krijgt elke klas een plant in een pot, zodat zij ook een beetje groen mee naar huis kunnen nemen. Want, zo besluit de wethouder: ‘Hoe mooi wij Amsterdam ook vinden, een groot nadeel is dat wij in de stad te ver van de natuur verwijderd zijn.’

Lees hier over de lange geschiedenis van het huis en landgoed Frankendael.

Beeld: Kinderen krijgen in het Openluchttheather Frankendael les over de natuur. Stadsarchief Amsterdam.