Annexaties 1921. Hibsekrib, Watergraafsmeer
De Linnaeusdwarsstraat is een curieus smal straatje tussen de Middenweg en de Linneausparkweg, dat in de volksmond de Hibsekrib ging heten. Het ligt ook lager – aan het eind overbrugt een trappetje het hoogteverschil – wat erop wijst dat de Hibsekrib ouder is dan de betere huizen in het Linneauspark. De kleine huisjes, waarvan er nog een paar over zijn, laten zien dat het bepaald geen chique buurt was. Het straatje is vanaf ongeveer 1880 op kaarten te herkennen. Mogelijk was het daarvoor een pad, tussen de buitenplaatsen door, waaraan later arbeidershuisjes kwamen, uit het zicht van de stijlvolle Middenweg.
Volgens Watergraafsmeer-historicus Jaap Kruizinga werd het straatje in 1886 ‘Ipsenstraat’ genoemd, later verbasterd tot Hibsekrib. Ene J. Ipsen zou er een huis hebben gebouwd, misschien wel het café op de hoek met de Middenweg – nu café Elsas, vroegere namen waren de Zwarte Ruiter en Nieuw Roosenburgh. Maar in het bevolkingsregister van de voormalige gemeente Watergraafsmeer is geen Ibsen of Ipsen te vinden.
De Ipsenstraat was niet geplaveid en had geen verlichting. In 1886 richtten de bewoners een verzoek aan de raad om die “betreurenswaardige toestand” te verbeteren. Zo geschiedde: de straat werd geplaveid en er kwamen twee lantaarnpalen, één aan het begin en één aan het einde. Een lantaarnopsteker deed dienst als de maan niet scheen; hij woonde in de straat, het derde huis van de hoek af.
In 1913 werd in de Meer het eeuwfeest van de Nederlandse onafhankelijkheid groot gevierd. Voor de ingang van de Hibsekrib stond een met groen en bloemen versierde erepoort, waarin ’s avonds lampions brandden. Het feestcomité en de straatbewoners gingen trots op de foto met burgemeester Johannes Wilhelmus de Wit en een als Napoleon verklede buurtbewoner. De makers van de feestversiering wonnen de eerste prijs en het bestuur werd uitgenodigd voor een drankje ’s avonds bij de burgemeester.
In de herinnering van oudere Meerbewoners had de Hibsekrib geen goede reputatie: smal, doodlopend, rommelig, vervuild en arm. Annemiek Lenssen memoreerde (op Geheugen van Oost) dat zij er een nieuwe woning had gevonden, tot schrik van de familie. “Ga je in de Hibsekrib wonen? Wij noemden dat de krotjesstraat. Allemaal arme huisjes en arme mensen. Als kind durfden we niet door dat straatje te lopen. We liepen liever om.”
KOEN KLEIJN
Beeld. De Hibsekrib, 1 oktober 1930. Gezien vanaf de Middenweg naar de Linnaeusparkweg. STADSARCHIEF AMSTERDAM
Delen: