Annexaties 1921. Het Fort, Nieuwendam
Op de Nieuwendammerdijk ligt tussen de nummers 190 en 184 de toegang tot een oud werfterrein: Het Fort. Twee grote loodsen staan er nog overeind. De naam is afgeleid van een gebeurtenis uit de Tachtigjarige Oorlog: op 14 oktober 1572 bouwden de opstandelingen van Waterland hier onder leiding van Diederik Sonoy een versterking. Ze verdedigden zich daar met succes tegen Spaanse en Amsterdamse schepen, die over het IJ Nieuwendam aanvielen.
In dit buitendijkse gebied vestigden zich in de 19de eeuw enkele grote scheepswerven. Het was een geschikte plek: door de uitstroom bij het Sluisje van de achtergelegen polder was het water er wat dieper en de dijk leende zich goed voor de aanleg van een scheepshelling. Aan de Grote Haven begon Jan Goedkoop (stamvader van de redersfamilie Goedkoop) in 1826 een werf, in 1837 overgenomen door de Groninger Hooite Wichers Meursing. In de Kleine Haven, een stukje verderop aan het eind van de Pereboomsloot, stichtte Gerard de Vries Lentsch (1841-1918) Het Fort. Hij was een timmerman op de werf van Meursing en begon in 1887 voor zichzelf. Gerard kreeg vijf zonen, Jan (1874), Gijs (1879), Klaas (1881), Gerard jr. (1883) en Willem (1886), die allemaal in de scheepsbouw in en rond Nieuwendam gingen werken. Aan het Molenpad, achter de Nieuwendammerdijk, aan de ringvaart van de Buikslotermeerpolder, begon Gijs in 1916 een grote werf om sloepen te bouwen. Willem en Jan bleven in Het Fort, waar vooral reddingssloepen, roeivletten voor de boot- en stuurliedenvereniging De Koperen Ploeg, melkschuiten en plezierjachten van de helling kwamen. Gerard jr. begon in 1917 zijn eigen werf, de Amsterdamsche Scheepswerf G. de Vries Lentsch aan Grasweg 60-62. Hij bouwde daar onder andere de Lemsteraak De Groene Draeck, die in 1957 door het Nederlandse volk werd aangeboden aan prinses Beatrix bij haar 18de verjaardag. In 1972 nam Jan de Vries Lentsch III Het Fort over. Op 17 juni 1975 vroeg hij faillissement aan.
Beeld: Werf Het Fort in juni 1932. Stadsarchief Amsterdam
Koen Kleijn
December 2020
Delen: