Aan het eind van de negentiende eeuw barst de oude Beurs op de Dam bijna uit zijn voegen. Het pand kan het groeiend aantal handelaren nauwelijks aan, en is bovendien zo vervallen dat de wind ‘s winters dwars door de muren blaast. ‘Het togtige wonder van Amsterdam’ wordt het gebouw ook wel genoemd. De Amsterdamse architect Hendrik Berlage krijgt daarom de opdracht iets nieuws te ontwerpen.

Zijn nieuwe Koopmansbeurs (die later de Beurs van Berlage zal gaan heten) wordt op 27 mei 1903 geopend door een piepjonge koningin Wilhelmina. De stad heeft voor de opening groots uitgepakt. ‘Fraaie loopers waren uitgelegd’, fonteinen op het Beursplein zijn ‘sedert den morgen in volle werking’ en in de klokkentoren wapperen ‘breede wimpels in de Amsterdamsche kleuren’. Er valt ook wat te vieren: De nieuwe beurs is groter, minder tochtig en elke markt heeft nu zijn eigen beursvloer. Berlage, een overtuigd socialist, heeft alles ruim opgezet. Hij gelooft namelijk dat het kapitalistische systeem binnenkort zal instorten en heeft zijn beurs zo ontworpen dat het na de revolutie als gemeenschapshuis kan dienen.

Lees hier het artikel dat over de geschiedenis van de Beurs van Berlage, van de opening in 1903 tot het 100-jarig bestaan in 2003.

Beeld: De 17-jarige koningin Wilhelmina houdt een toespraak ter ere van de opening van de Beurs. Stadsarchief Amsterdam.