16 mei 1969. Bezetting van het Maagdenhuis
16 mei 1969, vrijdagavond half tien. Met behulp van een wankele brandladder klimmen enkele activisten door het raam het Maagdenhuis binnen. Vervolgens wordt de voordeur open gezet om de grote groep studenten die op straat staat te wachten toe te laten. Het plan is om het bestuurlijk centrum van de universiteit te bezetten, net zolang ‘tot het medebeslissingsrecht van de student erkend wordt’. De actie blijft niet lang onopgemerkt. Om kwart over 1 ‘s nachts arriveren de eerste politieauto’s op het Spui, en even later verschijnt ook de rector magnificus, prof. dr. A.M. Belinfante. Hij grijpt de megafoon van één van de agenten, en roept naar boven: ‘Hallo, hallo. Hier spreekt professor Belinfante, uw rector magnificus. Zoals u bekend is, is een bezetting van het Maagdenhuis onaanvaardbaar. Ik verzoek u daarom het gebouw te verlaten.’ De studenten hangen over de vensterbank, jouwen hem uit en zingen: ‘we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet’. Daarna wordt de rector uitgenodigd om door het raam naar binnen te klimmen en een plenaire vergadering bij te wonen, wat hij weigert. Het zal nog vijf dagen duren tot het Maagdenhuis door de politie wordt ontruimd.
Beeld: Studenten klimmen door het raam van het Maagdenhuis, 16 mei 1969. Nationaal Archief/Anefo, Rob Mieremet.
Delen: